Sturen circulaire economie vergt meerdere doelen
Om richting te geven aan de transitie naar een circulaire economie (CE), heeft het kabinet meerdere doelen nodig. Anders dan bij de reductie van broeikasgasemissies (gemeten in CO2-equivalenten), heeft CE-beleid onvoldoende houvast aan één kwantitatief en afrekenbaar doel. Daarvoor zijn de verschillen in de effecten van grondstoffengebruik te groot. In bijvoorbeeld de maakindustrie domineren andere milieuproblemen en leveringszekerheidsrisico’s dan in de voedselvoorziening. Daarom zijn per productgroep meer specifieke doelen nodig om de transitie naar een circulaire economie te kunnen sturen.
Op weg naar een robuuste monitoring van de circulaire economie
Nederland gaat, vergeleken met andere Europese landen, efficiënt om met materialen voor consumptie, en is zelfs koploper binnen de EU wat betreft gebruik van gerecyclede materialen. Of Nederland goed op weg is om het kabinetsdoel voor 2030 van halvering van het gebruik van primaire abiotische grondstoffen te behalen valt nu echter nog niet te zeggen. Dat meldt een nieuw consortium van Nederlandse kennisinstellingen onder leiding van het PBL in het rapport ‘Op weg naar een robuuste monitoring van de circulaire economie’.
Verkennende berekeningen stikstofmaatregelen
Op 13 november j.l. maakte het kabinet de plannen voor de eerste stappen voor de aanpak van de stikstofproblematiek bekend. Het RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) heeft samen met het PBL (Planbureau voor de Leefomgeving) berekeningen gedaan om de betrokken ministers inzicht te geven in het effect van verschillende maatregelen. Door verlaging van de maximumsnelheid op snelwegen vermindert de stikstofdepositie op korte termijn. Verdere maatregelen in de landbouw leveren op iets langere termijn – vanaf eind 2020 – verdere reductie van stikstof op. Door bouwplannen voor woningen en infrastructuur neemt de stikstofdepositie toe. Deze toename van depositie door woningbouw is op de meeste locaties kleiner dan de depositiewinst door snelheidsverlaging.
Rli: Overheid moet sterker sturen op transitie naar duurzame economie
Klimaatverandering, grondstoffenschaarste en afnemende biodiversiteit maken de transitie naar een duurzame economie onvermijdelijk. Om deze transitie goed te laten verlopen moet de overheid hierop sterker sturen, en wel vanuit een richtinggevende visie waarin het streven naar brede welvaart centraal staat. Dit concludeert de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli) in zijn advies ‘Naar een duurzame economie: overheidssturing op transities’, dat op 10 december werd gepresenteerd.
Fossiele brandstoffensubsidies in nationale energie- en klimaatplannen
De Nederlandse regering komt haar belofte niet na te stoppen met het subsidiëren van fossiele brandstoffen. Dat is de conclusie van een doorlichting van de klimaatplannen van alle 28 EU-lidstaten met betrekking tot het afbouwen van energiesubsidies. Het onderzoek legt de rapporten die lidstaten hebben ingediend bij de Europese Commissie naast eerder onderzoek naar fossiele subsidies, om te beoordelen in hoeverre de energie- en klimaatplannen van lidstaten op dit onderwerp volledig zijn.