Deze website gebruikt analytische cookies om inzicht te krijgen in de populariteit van de aangeboden artikelen (webstatistieken). Persoonlijke gegevens van bezoekers worden niet vastgelegd.

De Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV) wil met zijn rapport 'Hernieuwbare energie' bouwstenen aanreiken voor de discussie over het te voeren hernieuwbare energiebeleid in Vlaanderen. 

Hernieuwbare energie (hierna HE) is noodzakelijk in een effectieve klimaatstrategie en in de vereiste transitie naar een duurzaam energiesysteem. HE kan tevens een belangrijke motor zijn in de vergroening van de economie en voor economische groei en nieuwe jobs, en kan zorgen voor een versterking van de energiebevoorradingszekerheid, competitieve prijzen en een meer stabiele en sociale toegang tot energie. Maar die voordelen komen er niet vanzelf. Een slim HE-beleid is daarvoor nodig.

Stabiliteit van het ondersteuningssysteem nodig voor de lange termijn effectiviteit

Uit het rapport blijkt dat de HE-doelstellingen wellicht gehaald worden. Maar blijvend succes is niet gegarandeerd. De effectiviteit van een ondersteuningssysteem hangt sterk af van de mate waarin het zorgt voor zekerheid. Telkens weer ad hoc aanpassingen (deels inherent aan het huidige Vlaamse groenestroomcertificatensysteem[1] - hierna GSC) ondergraven het investeringsklimaat en het vertrouwen in de overheid. Het lijkt belangrijk om de stabiliteit te vergroten en de lange termijn effectiviteit van het ondersteuningssysteem te garanderen.

De doelen kostenefficiënt bereiken

Daarenboven kost het GSC-systeem vandaag veel in verhouding tot wat het oplevert. Het systeem zorgt ervoor dat bepaalde technologieën (de relatief goedkope) meer ondersteuning via het GSC krijgen dan dat ze nodig hebben. Dat leidt tot zogenaamde windfall profits. De kosten stijgen exponentieel, en het systeem legt grote lasten op de toekomstige elektriciteitsprijzen. Vooral de minimumsteun voor de zonnepanelen (momenteel een dure technologie) neemt enorme proporties aan[2]. Bovendien dragen de extra windfall profits door de hogere certificatenprijs en de doorrekening van de boeteprijs door de leveranciers bij tot hogere kosten. Het relatief goedkope potentieel van energiebesparing en groene warmte is bovendien nog onderbenut. Het lijkt dus belangrijk om de efficiëntie te verbeteren.

De secundaire baten

De gangbare redenering is dat de hoge kosten verbonden aan HE kunnen gerechtvaardigd worden door de 'secundaire baten' zoals bv. het klimaat, de werkgelegenheid en economische groei of de bevoorradingszekerheid. Deze baten zijn echter niet altijd reëel. Wat de klimaatbaten betreft, blijkt HE weinig additioneel toe te voegen gezien de CO2-caps die reeds in werking zijn. Energiebesparing is een noodzakelijke voorwaarde voor een hoog aandeel HE en verdient voorrang omdat het tot 4 keer goedkoper kan zijn dan HE. De focus op zonnepanelen lijkt niet steeds gerechtvaardigd te kunnen worden door de baten ervan voor de economie en werkgelegenheid. Door de massale import van de panelen is er een minimale marktcreatie. Qua werkgelegenheid gaat het voornamelijk over installateurs, een knelpuntberoep. Naar bevoorradingszekerheid toe speelt HE eveneens een beperkte rol. Het HE-aandeel blijft beperkt en bestaat voor een belangrijk aandeel uit biomassa die voornamelijk geïmporteerd wordt. Er is verder weinig impact op de olieafhankelijkheid. Mogelijk is er een potentiële verhoging van de gasafhankelijkheid op korte termijn. Het lijkt belangrijk om de sociaal-economische return te vergroten.

Nood aan sociaal draagvlak en een lange termijn systeemvisie

De huidige verdeling van kosten en baten hypothekeert het maatschappelijk draagvlak voor HE. De recente debatten over de verhoging van de distributienettarieven ten gevolge van de subsidies voor zonnepanelen demonstreren dit. Tevens moet de vraag gesteld worden wie de kosten voor de netaanpassingen en netaansluitingen hoort te dragen. Het lijkt belangrijk om de rechtvaardigheid te verbeteren. De vele niet-financiële barrières zoals de inpassing in het net, het gebrek aan vaardigheden, de belemmerende vergunningen, etc. vereisen een systeemvisie met een harmonisatie tussen alle beleidsdomeinen. Bovendien zijn een langetermijnvisie en een strategisch transitiepad noodzakelijk voor een kostenefficiënt beleid, wat voorafgaande keuzes vergt.

Verder verloop

Het rapport werd op 6 april 2011 goedgekeurd door het Dagelijks Bestuur van de SERV en op basis van het rapport en de feedback erop zal de SERV in een afzonderlijk advies de aanbevelingen en aandachtspunten van de sociale partners voor het toekomstige HE-beleid formuleren.


Het SERV-rapport 'hernieuwbare energie' werd samengesteld door Annemie Bollen, Peter Van Humbeeck en Annick Lamote, medewerkers van de SERV-studiedienst. Het volledige rapport kan geraadpleegd worden op onderstaande link: http://www.serv.be/serv/publicatie/rapport-hernieuwbare-energie. Inlichtingen: Mohamed Al Marchohi (Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.).


Noten:

[1] Op 10 jaar tijd gaat het in totaal om een kleine 20 wijzigingsdecreten en –besluiten.

[2] Zonne energie draagt bij voor 15% van de HE-productie maar neemt ondertussen 44% van de totale kosten voor zijn rekening.