Deze website gebruikt analytische cookies om inzicht te krijgen in de populariteit van de aangeboden artikelen (webstatistieken). Persoonlijke gegevens van bezoekers worden niet vastgelegd.

In een reactie op het artikel van Hans de Boois over de waardering van ecosysteemdiensten in deltagebieden gaan de auteurs van de 'Haringvliet'-studie in op zijn kritiek.

We willen voorop stellen dat kritiek in principe zeer welkom is, zeker op publicaties zoals de onze die beogen "knuppels in het hoenderhok" te gooien en gevestigde paradigma's ter discussie stellen. In het geval van de Haringvlietstudie ging het om een pilot-studie van enkele weken werktijd om een indruk te verkrijgen van het verschil in de totale bundel van ecosysteemdiensten tussen het huidige, (vrijwel) dichte Haringvliet en een Open Haringvlietscenario. Ivm met de beperkte tijd en middelen is daarbij gebruik gemaakt van bestaande data mbt. de economische waarde van ecosysteemdiensten die duurzaam geleverd kunnen worden door open water (o.a. vis, transport), rietkragen & wilgenbossen (oa. water- en luchtzuivering, erosiebescherming) en andere ecosystemen die hersteld zullen worden.

We hebben zoveel mogelijk lokale en indien nodig nationale data gebruikt (de waarde van waterzuivering in het Haringvliet is natuurlijk niet zomaar te vergelijken met die in de Mississippi).

Een voorzichtige eerste schatting komt uit op baten van 600 miljoen €/jaar (vooral door betere vrachtvaart en visvangst, betere milieukwaliteit, meer recreatiemogelijkheden en meer woonplezier) tegen kosten van 100 miljoen €/jaar door het uit productie nemen van 30.000 ha landbouwgrond.

Natuurlijk kunnen bij elke berekening (we hebben in totaal 22 diensten en 50 sub-diensten onderscheiden) vraagtekens geplaatst worden maar het gaat om het principe: tegenstanders van een Open Haringvliet, en natuurbehoud- en herstelprojecten in het algemeen, stellen dat de kosten daarvan hoger zijn dan de baten. Die veronderstellingen zijn echter gebaseerd op principieel onjuiste, en onvolledige kosten-batenanalyses: alleen de diensten die makkelijk in marktprijzen kunnen worden uitgedrukt (vnml. productiediensten zoals vis, landbouw-producten en enkele zgn. "culturele diensten" als recreatie worden meegenomen). De grootste waarde van de natuur (ruim 70%) worden echter genegeerd. Doel van de pilot-studie was een overzicht te maken van ALLE diensten en waar mogelijk een indicatie te geven van de markt-waarden en schaduwprijzen. Het verschil dat daaruit naar voren kwam (ca. 500 miljoen/jaar) lijkt robuust genoeg om aan te nemen dat een Open Haringvliet niet alleen ecologisch beter is maar ook economisch zinvol; als je tenminste eerlijk bent over alle private en publieke kosten en baten.

In het onderstaande gaan we met inachtneming van de beperkte ruimte in enig detail in op de belangrijkste kritiek van de Boois op onze berekeningen.

Vrachtvaart: Omdat dit een pilot-studie was, waarvoor maar beperkte tijd en middelen beschikbaar waren, is er voor alle diensten gekozen aan te nemen dat de waarde per ha voor de ecosysteemdienst per betrokken landschap type niet verandert tussen de scenario's. We zijn er dus ook van uitgegaan dat de scheepvaart nier meer toeneemt dan de verandering in oppervlaktewater. De Boois merkt derhalve terecht op dat de waarde van deze dienst alleen toeneemt om dat de oppervlakte open water toeneemt. Gezien het feit dat het Haringvliet nu al een belangrijke vaarroute is, en bij een open Haringvliet wachttijden voor de sluizen wegvallen, is het aannemelijk dat de door ons gebruikte waarden eerder een onder- dan een overschatting zijn.

Drinkwaterwinning: Allereerst hebben we voor deze dienst aangenomen dat er geen verschil zal zijn in hoeveel gewonnen drinkwater zodat het voor de vergelijking van beide scenarios niet uitmaakt hoe je de waarde van deze dienst berekent. Wat betreft de berekening zelf: daarvoor is om praktische redenen de eindverbruikers-prijs gebruikt wat voor deze dienst een gebruikelijke methode is. De drinkwatermaatschappij Evides produceert 158 miljoen m3 per jaar waarvan 4% uit het studiegebied komt en in de duinen in het gebied gefilterd wordt (bij Stellendam, zie: www. Evides.nl and Böhnke-Henrichs & de Groot (2010), Annex IV). In tegenstelling tot wat de Boois beweerd hebben we alleen het deel dat in het Haringvliet ontrokken en gefilterd wordt meegenomen in onze berekening. Ook bij deze dienst is de aanname dat er in de kwaliteit (i.e. per/ha leverantie van de dienst) niets verandertd een conservatieve aanname: door de algemene verbetering van de mileukwaliteit in een Open Haringvliet zal drinkwater-winning eenvoudiger en goedkoper kunnen.

Zuivering van lucht en water: De Boois merkt terecht op dat we zes "deel-diensten" gebruikt hebben voor de schatting van de invloed van het Haringvliet op lucht- en waterkwaliteit. De berekening gaat uit van de gemiddelde bijdrage van de meest betrokken landschapstypen (kwelders, riet, wilgenbos, etc.) aan water- en luchtkwaliteit gebaseerd op baten voor recreatie, gezondheid, visserij, etc.). Er was geen tijd voor empirisch onderzoek, dus er zijn gegevens uit de literatuur gebruikt. Zoals bij alle diensten is het verschil tussen de 2 scenarios berekend op basis van de verandering in oppervlakte van de betrokken landschapselementen. Het is ons niet duidelijk waarom de Boois dit als een probleem ziet: volgens ons kunnen 2 bomen meer vervuilde lucht wegvangen dan 1 boom, en draagt een gezond wetland meer bij aan het schoonhouden van water dan een gedegradeerd wetland. Hoeveel dat precies vergt natuurlijk veel meer onderzoek.

In dit verband zijn we het ook oneens met de stelling van de Boois dat "diensten lokaal nut moeten hebben omdat ze anders geen waarde hebben"; dit is een zeer vreemd uitgangspunt. Vooral regulatie-diensten worden lokaal geleverd maar hebben elders groot nut en, zoals hierboven aangegeven, vertegenwoordigen vaak 70% of meer van de (werkelijke) economische waarde.

 Er is hier helaas geen ruimte om in meer detail in te gaan op de kritiek van de Boois. Wel willen we nog reageren op de laatste zin waarin de Boois stelt dat "onderzoekers van ecosysteem diensten weinig last lijken te hebben van onzekerheden". Een vreemde veronderstelling omdat juist ecologische economen de vele onzekerheden in monetaire berekeningen (schattingen), zowel mbt ecosysteemdiensten als door de mens geproduceerde goederen benadrukken en deze bloot leggen! Het zijn de 'markt-economen' die alles in 2 cijfers achter de komma uitdrukken. Een merkwaardige slotzin in een tamelijk badinerend stuk waarvan het doel ons eerlijk gezegd ontgaat: bijdragen aan eerlijkere kosten-baten analyse of op elke slak zout willen leggen?


 

Nadere inlichtingen bij Dolf de Groot (Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.) of Anne Boehnke-Henrichs (Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.), Leerstoelgroep Milieusysteemanalyse

Ga direct naar alle artikelen over:

nME icon overheid groot 3d4

Overheid

nME icon bedrijfsleven2 groot

Bedrijfsleven

nME icon onderzoek groot

Onderzoek

nME icon opinie2 groot

Opinie en debat