Deze website gebruikt analytische cookies om inzicht te krijgen in de populariteit van de aangeboden artikelen (webstatistieken). Persoonlijke gegevens van bezoekers worden niet vastgelegd.

Loont het om te investeren in natuurvriendelijke en natuurtechnische oevers langs bevaarbare waterlopen en zo ja, welk type oever rendeert maatschappelijk gezien dan het meest op een bepaalde locatie? Het team Milieueconomie en de dienst NTMB (Natuurtechnische Milieubouw) van het Departement LNE lieten een maatschappelijke kosten-batenanalyse uitvoeren van NTMB-oevers langs bevaarbare waterlopen in Vlaanderen.

Natuurvriendelijke oevers, zeker deze met een plasberm (zie Figuur 1), kunnen veel baten (ecosysteemdiensten) opleveren, zoals recreatieve beleving, nutriëntenzuivering en de (meer)productie van vis door de paaiplaatsfunctie. Zij zijn immers zo aangelegd dat ze zoveel mogelijk kansen voor de natuur bieden zonder dat de waterkerende functie in het gedrang komt. De vraag is of deze baten opwegen tegen de kosten van aanleg en onderhoud, én welke factoren een gunstige invloed kunnen hebben op dit kosten-baten-saldo.

 

Figuur 1: Natuurvriendelijke oever met plasberm

Gevalstudies

Omdat er verschillende soorten oevertypen bestaan, werden er 5 cases geselecteerd, die verschillen vertonen op vlak van constructie (natuurtechnisch of natuurvriendelijk, met plasberm of zonder) en kenmerken als de begroeiing, waterkwaliteit en vaarintensiteit. De studie stelde voor elk ervan ook de referentiesituatie vast, nl. het oevertype dat normaal zou bestaan bij afwezigheid van natuurdoelen op die locatie, zoals stalen damwanden met betonnen kroonbalken.

Op basis van bestekken van aannemers en gesprekken met waterwegbeheerders bepaalde het consortium voor de referentiesituatie van elke case de kosten van aanleg, natuur- en constructieonderhoud. De baten van de oevers - zoals recreatie of het vastleggen van koolstof in biomassa en bodem - werden bepaald op basis van literatuur, rekening houdend met de vegetatieontwikkeling doorheen de tijd en met de invloed van natuuronderhoud op de vegetatiesamenstelling.

De kosten-baten-saldi (baten minus kosten) van de cases bleken een wisselend beeld te vertonen: twee hadden een negatief saldo, en drie positief, variërend in omvang. De kosten-batenratio´s (baten gedeeld door kosten) lagen tussen 0,02 en 2,89, waarbij een ratio groter dan 1 wil zeggen dat de baten de kosten overtreffen en het project dus als maatschappelijk rendabel beschouwd mag worden. Bepalend voor het saldo bleken aan de kostenkant de kosten van exotenbestrijding en de aanlegkosten te zijn, waar aan de batenzijde nutriëntenzuivering en recreatieve beleving samen met de niet-gebruikswaarde de doorslag geven. Omdat vooral de kosten van natuuronderhoud en exotenbestrijding zwaar doorwegen, werd met een gevoeligheidsanalyse nagegaan welke impact het heeft om natuurbeheer achterwege te laten, of om andere frequenties of prijzen toe te passen voor exotenbestrijding. Bij een lagere frequentie/kostprijs voor exotenbestrijding bleek nog slechts één case een negatief saldo te hebben.

Conclusies

Uit de studie blijkt dat investeren in NTMB-oevers kan lonen, maar louter op basis van het type oever kan men niet op voorhand bepalen wat het kosten-baten saldo is. Of het maatschappelijk rendement positief dan wel negatief is, hangt meer af van de oeverconstructie in de referentiesituatie dan van het type NTMB-oever. De studie geeft ons een inzicht in de belangrijkste kosten- en batenposten van de aanleg en het beheer van natuurvriendelijke oevers en distilleert een aantal aanbevelingen om tot een positief maatschappelijk rendement te komen door natuurvriendelijke oevers in de toekomst nog efficiënter aan te leggen en te onderhouden.


Deze studie werd uitgevoerd door Witteveen+Bos Nederland (Elisabeth Ruijgrok en Ruben Abma) en Arcadis Belgium (Sarah Bogaert en Stijn Lambert). Het rapport vindt u onder:

http://www.lne.be/themas/beleid/milieueconomie/kosten-batenanalyses/literatuur-over-mkba/Finaal%20eindrapport%20MKBA%20NTMB-oevers%20november%202011.pdf

Nadere informatie: Tanya Cerulus, milieueconoom bij de afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid, e-mail: Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken..

Ga direct naar alle artikelen over:

nME icon overheid groot 3d4

Overheid

nME icon bedrijfsleven2 groot

Bedrijfsleven

nME icon onderzoek groot

Onderzoek

nME icon opinie2 groot

Opinie en debat