Deze website gebruikt analytische cookies om inzicht te krijgen in de populariteit van de aangeboden artikelen (webstatistieken). Persoonlijke gegevens van bezoekers worden niet vastgelegd.

Verslag symposium 'Duurzaam groeien en vernieuwen'

Op 5 februari j.l. organiseerden PBL (het Planbureau voor de Leefomgeving), CPB (het Centraal Planbureau), SCP (het Sociaal Cultureel Planbureau) en het ministerie van IenM (Infrastructuur en Milieu) een symposium over de 'Monitor Duurzaam Nederland' en de vraag hoe Nederland kan werken aan duurzame groei. Vragen die centraal stonden waren: hoe kan Nederland werken aan duurzame groei en hoe meet je dat, langs welke wegen kunnen de grote duurzaamheidsproblemen worden opgelost, en wat kunnen we daarbij leren van de Monitor Duurzaam Nederland 2011 (uitgebracht door het CBS, PBL, SCP en CPB)? Het verslag van dit symposium staat op de website van het PBL (klik hier), inclusief een link naar de presentaties van de sprekers. Tevens een link naar de duurzaamheidspagina van het CBS (www.cbs.nl/duurzaamheid)  waar een aantal visualisaties en publicaties op het gebied van duurzaamheid en groene groei te vinden zijn. De visualisaties  'Duurzame ontwikkeling in beeld' en 'Domeinen van duurzaamheid' bevatten de indicatoren van het meetsysteem van de Monitor Duurzaam Nederland. Deze indicatoren worden twee keer per jaar geactualiseerd, in januari en in juli.

De waarde van openbare ruimte

Met de groei van de (populariteit van de) steden komt er steeds meer beleidsmatige aandacht voor de kwaliteit van de openbare ruimte in en rondom de stad. Enerzijds vormt de kwaliteit van de openbare ruimte een verklaring voor de populariteit van de stad: de stedelijke openbare ruimte als interactiemilieu voor de creatieve klasse en kenniswerkers. Anderzijds wordt door de toenemende druk op de openbare ruimte de kwaliteit hiervan een steeds belangrijker afwegingsfactor in de besluitvorming over de inrichting van de stad. Een voorbeeld daarvan is de afweging tussen ruimte voor verkeer ten behoeve van de bereikbaarheid en ruimte voor verblijf in drukke straten en op pleinen. Om als stad op internationaal niveau te kunnen concurreren met andere steden zijn factoren als aantrekkelijkheid en leefbaarheid steeds vaker net zo doorslaggevend als traditionele factoren als bereikbaarheid, economische diversiteit en dergelijke. Met het toenemend gebruik van maatschappelijke kosten-batenanalyses (MKBA's) bij afwegingen rond investeringen in infrastructuur en openbare ruimte wordt de behoefte aan gegevens over de (ontwikkeling van de) 'waarde' van openbare ruimte steeds groter. Voor een aantal kwaliteitsaspecten van openbare ruimte zijn er al methoden ontwikkeld en toegepast om te komen tot een objectieve waardering. Voor een aantal andere aspecten is dat het nog niet het geval. Een notitie over de waarde van openbare ruimte (klik hier) geeft globaal de stand van de kennis weer op het gebied van de waarde van openbare ruimte aan de hand van vijf actuele vraagstukken. De notitie is geschreven door Fokko Kuik (Gemeente Amsterdam) en Piet Rietveld (hoogleraar aan de Vrije Universiteit Amsterdam).

Watergebruik steeds efficiënter

Het CBS heeft uitgerekend dat ondanks de groei van bevolking en economie het gebruik van leidingwater niet meer stijgt. Door efficiencymaatregelen daalde het gebruik van leidingwater per persoon sinds 1990 met gemiddeld 0,7 procent per jaar. Het bedrijfsleven verbeterde de efficiency van het leidingwatergebruik in dezelfde periode met gemiddeld ruim 3 procent per jaar. Het huishoudelijke watergebruik per persoon per dag nam eerst toe, van 109 liter in 1970 tot een maximum van 149 liter in 1990, en daalde daarna tot 129 liter in 2011. Deze daling kwam door besparingsmaatregelen zoals waterbesparing bij toiletspoeling en zuiniger wasmachines en vaatwassers. In 2011 gebruikten huishoudens 72 procent van het leidingwater in Nederland. Tweederde van het water wordt gebruikt voor douche en toiletspoeling. Bedrijven gebruikten in 2011 nauwelijks meer leidingwater dan in 1970, terwijl het bruto binnenlands product (bbp) sterk is gestegen. Dat komt mede door de groei van de dienstensectoren, die minder water gebruiken per euro toegevoegde waarde dan de industrie. Per verdiende euro was in 2011 bijna de helft minder water nodig dan in 1990, een efficiencyverbetering van gemiddeld 3,1 procent per jaar. Een groeiend milieubewustzijn, concrete beleidsmaatregelen, nieuwe technologieën voor waterbesparing en hergebruik, en substitutie van leidingwater door ander water, hebben ertoe bijgedragen dat het watergebruik per verdiende euro daalde. Sinds 2005 is het gebruik stabiel. Ook grondwater steeds efficiënter gebruikt. In 2010 werd in ons land 2,35 liter grondwater gebruikt per verdiende euro. In 2004 was dit nog 2,69 liter. Dat is een daling van 13 procent in zes jaar. De akkerbouw en veehouderij, de papierindustrie en de rubber- en kunststofindustrie zijn het meest gebruiksintensief: per euro toegevoegde waarde onttrokken deze sectoren in 2010 het meeste grondwater. Zie verder de website van het CBS.

Ecosysteemdiensten en ontwikkeling

'Nature's wealth' is de titel van een recent verschenen boek dat is gewijd aan de vraag hoe het leveren van ecosysteemdiensten kan bijdragen aan het levensonderhoud van arme bevolkingsgroepen. In het boek, dat onder redactie stond van vier economen van het IVM-VU, wordt op deze vraag ondermeer ingegaan aan de hand van 18 casestudies in diverse ontwikkelingslanden. Het is uitgegeven bij Cambridge University Press (CUP).

De rol van verzekeringen bij het beheersen van extreme klimaatrisico's

Eveneens bij CUP verscheen recentelijk het boek 'Managing Extreme Climate Change Risks through Insurance'. In dit boek onderzoekt Wouter Botzen (IVM-VU) de mogelijke rol van verzekeringsarrangementen bij het beheersen van de risico's die klimaatverandering met zich meebrengt. Het boek bouwt voort op Botzens proefschrift uit 2010 (zie het Nieuwsbriefartikel daarover).

Ruimte voor duurzame landbouw

In zijn advies 'Ruimte voor duurzame landbouw' schetst de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur de maatschappelijke dilemma's rond de land- en tuinbouw in Nederland. De oplossing van deze dilemma's moet volgens de raad gevonden worden in een versnelde verduurzaming en voortgaande innovatie. De raad geeft tevens zijn visie op het maatschappelijk en politiek debat over de toekomst van de land- en tuinbouw.

De mythe van de groene economie

Volgens Anneleen Kenis en Matthias Lievens (KU Leuven) is de transitie naar een duurzame toekomst niet mogelijk zonder diepgaande maatschappijverandering. In 'De mythe van de groene economie' pleiten ze voor meer sociale gelijkheid, meer democratie en minder markt.

Heffingen ter bevordering van selectieve inzameling en recyclage van bedrijfsafval 

Bij OVAM verscheen een onderzoeksrapport waarin vier mogelijke varianten worden bestudeerd van heffingen die kunnen worden ingezet ter bevordering van de selectieve inzameling en recyclage van bedrijfsafval. Een van de varianten (een heffing op het aanbieden van gemengd bedrijfsafval die opgelegd wordt aan de afvalproducenten) is nader uitgewerkt. Deze heffing zou bij een (initieel) tarief van 48 euro per ton kunnen leiden tot tot een daling van de hoeveelheid restafval tussen de 4,4 en 8,8%.

'Valleys of opportunity' voor hernieuwbare energie in Europa

In het kader van het onderzoeksproject 'RES4Less' heeft ECN in kaart gebracht waar zich in de EU de regio's bevinden met de hoogste comparatieve voordelen voor hernieuwbare energie, met name uit zon, wind en biomassa. Het rapport kan hier worden gedownload.