Het programma 'Utrechtse Energie!' is gericht op een reductie van 30% van de broeikasgasemissies in 2020. Eén van de initiatieven om dit te bereiken is een windmolenplan in Lage Weide van de coöperatieve Vereniging Energie-U. CE Delft heeft de maatschappelijke kosten en baten van dit initiatief in kaart gebracht.
Inleiding
Het Utrechtse College en de Gemeenteraad willen in 2030 CO2-neutraal zijn. Het programma 'Utrechtse Energie!' is gericht op een reductie van 30% van de broeikasgasemissies in 2020. Eén van de initiatieven om dit te bereiken is een windmolenplan in Lage Weide van de coöperatieve Vereniging Energie-U. Hiertoe zijn verschillende opstellingen onderzocht. Deze verschillen in aantal molens, specifieke locatie binnen Lage Weide en vermogen van de windmolens. De keuze van opstelling heeft verschillende effecten op de woon- en leefomgeving rond Lage Weide. Om tot een goede beoordeling en integrale afweging van voor- en nadelen van de alternatieven te komen , is een maatschappelijke kostenbatenanalyse (MKBA) uitgevoerd. Deze MKBA ondersteunt samen met de MER de alternatievenafweging en daarmee de bestuurlijke keuze voor een voorkeursalternatief. Dit voorkeursalternatief is vastgelegd in een ontwerpstructuurvisie waarover de Raad een besluit kan nemen.
Alternatieven
In Tabel 1 zijn de onderzochte alternatieven weergegeven.
Tabel 1: Onderzochte alternatieven
Alternatief |
Clusteropstelling |
Aantal en vermogen windmolens |
1 |
Groot cluster – maximale opbrengst |
11 molens van 3 MW |
2 |
Gespreid cluster |
5 molens van 4 MW |
3 |
Noord-zuid cluster |
6 molens van 3 MW |
4 |
Compact cluster |
6 molens van 3 MW |
5a |
Minimaal cluster – minimale opbrengst – driehoek |
3 molens van 4 MW |
5b |
Minimaal cluster – minimale opbrengst – lijn |
3 molens van 4 MW |
6(=5a) |
Zonnepanelen op daken (opbrengst gelijk aan 5a) |
Nvt |
7 (=1) |
Zonnepanelen op daken (opbrengst gelijk aan 1) |
Nvt |
8(=5a) |
Centrale zonneweide (opbrengst gelijk aan 5a) |
Nvt |
9(=1) |
Centrale zonneweide (opbrengst gelijk aan 1) |
nvt |
Alternatief 1 t/m 5b geven de opstellingen weer van windmolens. Ter vergelijking zijn alternatieven voor zonne-energie opgenomen. Alternatieven 6 en 7 gaan uit van een vergelijkbare hoeveelheid duurzame energie met zonnepanelen op daken van particulieren, verspreid over heel Utrecht. Alternatief 7 en 8 gaan uit van vergelijkbare hoeveelheid duurzame energie, opgewekt in een zonneweide (zonnepanelen die op een grote akker worden geplaatst). Als referentiealternatief is gekozen voor een situatie waarin het windmolenproject geen doorgang vindt.
Resultaat
Het MKBA resultaat is weergegeven in tabel 2
Tabel 2: MKBA-resultaat nationaal perspectief (netto contante waarde, € mln.)
|
1 |
2 |
3 |
4 |
5a |
5b |
6 |
7 |
8 |
9 |
Kosten |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Investeringskosten |
46,2 |
28,0 |
25,2 |
25,2 |
16,8 |
16,8 |
86,5 |
217,7 |
51,4 |
129,4 |
Jaarlijkse kosten |
24,7 |
15,4 |
13,7 |
13,6 |
9,3 |
9,3 |
9,3 |
23,3 |
20,6 |
51,8 |
Kosten EnergieU fonds |
2,5 |
1,5 |
1,4 |
1,4 |
0,9 |
0,9 |
0,0 |
0,0 |
0,0 |
0,0 |
Totaal kosten |
73,5 |
45,0 |
40,3 |
40,2 |
27,0 |
27,1 |
95,7 |
241,0 |
72,0 |
181,2 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Baten |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Elektriciteit |
56,0 |
36,4 |
31,6 |
31,2 |
22,2 |
22,4 |
22,2 |
56,0 |
22,2 |
56,0 |
SDE |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
GVO |
1,1 |
0,7 |
0,6 |
0,6 |
0,4 |
0,4 |
0 |
0 |
0,4 |
1,1 |
Werkgelegenheid |
0,2 |
0,1 |
0,1 |
0,1 |
0,1 |
0,1 |
3,4 |
8,5 |
2,3 |
5,7 |
Toename bestedingen |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
EnergieU fonds |
2,5 |
1,5 |
1,4 |
1,4 |
0,9 |
0,9 |
0,0 |
0,0 |
0,0 |
0,0 |
Vermeden kosten klimaatmaatregelen |
19,0 |
12,3 |
10,7 |
10,6 |
7,5 |
7,6 |
7,5 |
19,0 |
7,5 |
19,0 |
Reductie overige emissies |
4,0 |
2,6 |
2,2 |
2,2 |
1,5 |
1,6 |
1,5 |
4,0 |
1,5 |
4,0 |
Voorzieningszekerheid |
5,6 |
3,4 |
3,1 |
3,1 |
2,1 |
2,1 |
2,1 |
5,6 |
2,1 |
5,6 |
Hinder omwonenden |
-2,5 |
-1,5 |
-0,8 |
-1,1 |
-1,1 |
-0,5 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Hinder bedrijven Lage Weide |
-- |
- |
- |
- |
- |
- |
0 |
0 |
0 |
0 |
Landschap |
-- |
-- |
-/-- |
- |
-/0 |
- |
0 |
0 |
0 |
0 |
Ecologie |
-- |
-/0 |
-- |
-- |
-/0 |
-- |
0 |
0 |
0 |
0 |
Externe veiligheid |
-- |
-- |
- |
- |
0 |
- |
0 |
0 |
0 |
0 |
Totaal baten |
86,0 |
55,6 |
49,0 |
48,0 |
33,8 |
34,5 |
36,7 |
93,0 |
36,1 |
91,4 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Saldo |
12,5 |
10,7 |
8,7 |
7,9 |
6,7 |
7,5 |
-59,0 |
-148,0 |
-35,9 |
-89,8 |
De tabel laat zien dat het MKBA-saldo voor alle alternatieven voor windenergie positief is. Alternatief 1 scoort het meest positief; het saldo van alternatief 5a het minst positief binnen de alternatieven voor windenergie. Hierbij hanteren we de aanname dat Nederland zich houdt aan EU-afspraken en bij het niet doorgaan van Lage Weide alternatieve maatregelen zou moeten treffen om te voldoen aan zijn verplichtingen.
Het monetaire saldo van de alternatieven voor zonne-energie is vanuit nationaal perspectief negatief. De reden is dat het grootste deel van de elektriciteitsprijs voor consumenten uit belastingen bestaat. Hierdoor is de optie alleen rendabel voor consumenten, maar niet vanuit maatschappelijk perspectief. In feite moet de BV Nederland rekening houden met belastingderving via de energiebelasting (en BTW), een negatief welvaartseffect.
Conclusie
Samenvattend kennen de alternatieven voor wind een positief nationaal MKBA-saldo. Voor Nederland zijn de beide alternatieven voor zon (zonnepanelen op particuliere daken en de zonneweide) te duur en daardoor maatschappelijk niet efficiënt.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Geert Warringa (015-2150150) of Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.