Deze website gebruikt analytische cookies om inzicht te krijgen in de populariteit van de aangeboden artikelen (webstatistieken). Persoonlijke gegevens van bezoekers worden niet vastgelegd.

Rotterdam gaat verder met het ontwikkelen van een zogenaamde CO2-hub. Deze biedt een infrastructuur waarmee afgevangen CO2 kan worden verzameld en vervolgens naar believen kan worden getransporteerd voor hergebruik (in kassen in het Westland en stimulering van de olie- en gaswinning) of voor opslag in aquifers en lege olie- en gasvelden op de Noordzee. Mede aan de basis van deze beslissing ligt een economische analyse van een Stuurgroep van energie-intensieve bedrijven in Nederland en België met vergevorderde plannen voor CCS. Rotterdam Climate Initiative, TNO Geosciences en Ecofys voerden de analyse voor de Stuurgroep uit en concludeerden dat een gezamenlijke infrastructuur voor transport en opslag van CO2 een kosteneffectieve route is voor commerciële toepassing van CCS.

CCS (Carbon Capture and Storage) wordt gezien als een technologie die van belang blijft om de ambitieuze emissiedoelstellingen en plannen voor koolstofarme groei van de industrie in Nederland en Vlaanderen te realiseren. Op grond van initiatieven van het bedrijfsleven in de betreffende regio's voor een aantal grootschalige demonstratieprojecten is het idee gegroeid dat de 'business-case' van CCS kan worden versterkt door de realisatie van een netwerk van gekoppelde transportleidingen, hergebruiksmogelijkheden en opslaglocaties. Voor de gebruikers van zo'n netwerk zou dat leiden tot een robuust systeem met lagere kosten en mogelijk versnelde investeringen in projecten die in ontwikkeling zijn. Indien deze op korte termijn te realiseren projecten - in Rotterdam, Eemshaven en Antwerpen en in andere regio's – echter gaan besluiten over het ontwerp en de technische specificaties van hun CO2-transportinfrastructuur, zonder rekening te houden met de eisen van een toekomstig netwerksysteem en de daarmee gepaard gaande kosten, zou dat de inpasbaarheid van latere projecten in het netwerk aanzienlijk kunnen verminderen.

 

Figuur 1: Grafische weergave Rotterdam CO2-hub

Bron: RCI, 'Port of Rotterdam CO2-hub: crucial stepping stone towards sustainable economic growth'

De stuurgroep van bedrijven had daarom behoefte aan een analytisch kader waarmee de strategische (onderlinge) dialoog over de kosten en risico's van gezamenlijke transport- en opslagopties in de Noordzee kon worden ondersteund en mogelijkheden konden worden geïdentificeerd om de huidige belemmeringen voor investeringen weg te nemen.

Aanpak analyse en uitkomsten

Volgend op een onafhankelijke inventarisatiestudie in 2011 naar CO2-opslaglocaties op het Nederlands Continentaal Plat is in deze analyse eerst gekeken naar opslaglocaties voor CO2-afvangprojecten in korte- en middellangetermijnscenario's (Nederland en Denemarken). Vervolgens is in een tweede fase de aandacht gericht op locaties die in beeld komen in middellange-  en langetermijnscenario's (UK, Nederlandse en Noorse wateren). De analyse heeft geleid tot een beter begrip van de relatieve kosten en belangrijkste 'drivers' binnen de gemodelleerde transport- en opslagopties. Daarbij gaat het om de keuze van de vervoerswijze (pijpleiding of schip), de omvang en de potentiële onderbenutting van de benodigde infrastructuur, en verschillende commerciële en financiële arrangementen.

De belangrijkste conclusies zijn dat:

- een gezamenlijke transport- en opslaginfrastructuur een kosteneffectieve aanpak voor CCS oplevert;

- kosten van opslag sterk worden gereduceerd als de gebruiksperiode van de opslaglocatie wordt geminimaliseerd (door dynamisch injecteren net onder het maximaal te injecteren volume van het betreffende reservoir);

- zolang er nog geen infrastructuur is, de keuze tussen een pijpleiding en een schip zal afhangen van de gewenste CO2-doorvoervolumes en de transportafstand;

Figuur 2 geeft een overzicht van de totale tariefkosten van transport en opslag (in € / ton CO2) voor gebruikers in alle in fase 2 opgestelde transport- en opslagscenario's (meer achtergrond over de scenario's is te vinden in het rapport). De range in elk scenario weerspiegelt verschillen in de kosten (per ton CO2) voor deelnemende bedrijven aan het betreffende scenario. Deze kosten zijn afhankelijk van de hoeveelheid geproduceerde CO2 en van aannames over periode van deelname aan het systeem en over investeringen. De laagste tarieven worden doorgaans bereikt voor bedrijven met de hoogste jaarlijkse doorvoer, bij gebruik van de minste hoeveelheid infrastructuur en wanneer er sprake is van een minimale overcapaciteit in het transport-en opslagsysteem.

 

Figuur 2: Overzicht van transport- en opslagtarieven voor alle scenario's van fase 2

Vervolg

Begin 2013 werd het financiële model opgeleverd en zijn de conclusies, implicaties en de bij de analyse gerezen vragen met de Stuurgroep besproken om vervolgstappen te bepalen. De kosten van de infrastructuur en de range van de tarieven op een per ton basis werden door de Stuurgroep erkend als 'in grote lijnen realistisch'.  Het financiële model is goed bruikbaar als hulpmiddel voor het berekenen van kosten voor een projectaanvraag in de tweede ronde van de NER 300[1].
Een van de kernpunten in de discussie betrof de mogelijke rol van de overheid en toezichthouders om de momenteel uitdagende business case voor CCS te verbeteren. De regering zou een positief signaal aan investeerders kunnen bieden door een initiërende rol te nemen bij de ontwikkeling van transport- en opslaginfrsatructuur en door expliciete doelstellingen voor CCS op te nemen in het nationale energiebeleid. De regio Rotterdam heeft inmiddels belangrijke stappen gezet (zie oa RCI-publicatie 'Port of Rotterdam CO2-hub: crucial stepping stone towards sustainable economic growth').


 Voor meer informatie: Daniel Loeve, Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. of Ernst Menten, Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.

Het volledige rapport is te vinden op: http://website.rci2013.ontwikkelversie.nl/documents/Documenten/RCI%20TS%20Economics%20of%20CCS%20Networks%20FINAL%20140413.pdf

 


 

[1] De NER 300 is een programma waarmee de Europese Commissie 300 miljoen emissierechten beschikbaar stelt. Het gaat daarbij om innovaties voor afvang en opslag van CO2 en hernieuwbare energie.