Deze website gebruikt analytische cookies om inzicht te krijgen in de populariteit van de aangeboden artikelen (webstatistieken). Persoonlijke gegevens van bezoekers worden niet vastgelegd.

In opdracht van de Vlaamse overheid – Afdeling Milieu, Natuur en Energiebeleid, ging TML na hoe het 'reboundeffect' speelt op Vlaams niveau. Hiertoe werd eerst het concept 'reboundeffect' uiteengezet en voorzien van voorbeelden. Daarna werd met behulp van twee cases (één rond transport (telewerken) en één rond energie (efficiëntieverbetering bij consumenten versus bij producenten) het reboundeffect geïllustreerd op Vlaams niveau.

Wat is het 'reboundeffect'?

Het reboundeffect laat zich het best uitleggen door middel van een voorbeeld. Stel dat het gebruik van bijkomende isolatie, bij onveranderd gedrag, leidt tot een energiebesparing van 20%. We spreken in dat geval van een reboundeffect indien de werkelijke besparing kleiner dan wel groter is dan deze 20%. De winst in efficiëntie zorgt voor een besparing die tot een gedragsverandering leidt, namelijk extra consumptie.

50% van potentiële efficiëntiewinst kan verloren gaan door het reboundeffect

Door allerlei gedragsveranderingen gaat meestal tussen 30 en 50% van een initieel verwachte besparing verloren. Zo laat bijvoorbeeld de bijkomende isolatie toe om goedkoper te verwarmen. Mensen kunnen hierop reageren door de verwarming iets hoger te zetten. Hierdoor is de uiteindelijke besparing kleiner dan indien men wel meer isolatie heeft, én de verwarming op hetzelfde niveau houdt.

Een rebound effect is niet noodzakelijk 'slecht'

Een efficiëntiewinst laat de consument toe een besparing te realiseren. Deze besparing kan de consument gebruiken om extra energie en andere goederen te verwerven die hij anders niet had kunnen verwerven. Hij verhoogt zo zijn welvaart volgens de economische theorie. Efficiëntiewinsten komen op deze manier ook economische groei ten goede. Dit betekent echter niet dat het reboundeffect mag genegeerd worden.

Het reboundeffect wordt sterk beïnvloed door de prijsgevoeligheid

De gedragsverandering, en dus het reboundeffect, hangt af van de gevoeligheid van de consument voor veranderingen in prijzen. Bij consumenten hangt de prijsgevoeligheid samen met de aanwezigheid van vervangende goederen of diensten en met de verzadiging voor wat betreft de consumptie van het goed. Indien de verwarming al op 22° staat, zal men deze bijvoorbeeld niet verhogen naar 23°, waardoor het rebound effect veel minder sterk is dan als de verwarming initieel maar op 19° stond.

Het reboundeffect is groter op lange termijn dan op korte termijn

Dit is een gevolg van het feit dat de prijsgevoeligheid groter is op de lange dan op de korte termijn. Gedrag aanpassen op langere termijn is ook eenvoudiger want dan is er meer flexibiliteit en zijn er meer mogelijkheden.

Om het rebound effect te minimaliseren, is een belasting te verkiezen boven een subsidie   

Het reboundeffect wordt veroorzaakt door een (impliciete) prijsdaling. Indien deze prijsdaling teniet gedaan wordt door een extra belasting zal er ook geen reboundeffect zijn. De overheid moet dan wel de taks zodanig besteden dat ze zelf geen reboundeffect veroorzaakt. Merk op dat het tegengaan van het reboundeffect een mogelijkheid is maar zeker geen vereiste. Het reboundeffect op zich is immers niet noodzakelijk welvaartsverlagend.   

Om deze reden kan het efficiënter zijn een belasting in te voeren op energiedragers of milieugoederen dan een subsidie voor energie- of milieubesparende maatregelen door te voeren. Een subsidie zorgt uiteindelijk voor een goedkoper en dus hoger energiegebruik. Een belasting zorgt voor een lager energiegebruik. De reden is dat de belasting voor een extra prikkel zorgt voor energie- of milieubesparende maatregelen omdat het besparingspotentieel groter wordt.

Een belangrijke uitzondering hierop zijn de eenvoudig vervangbare of herlokaliseerbare goederen. Het is niet efficiënt om goederen te belasten die eenvoudig te vervangen zijn door goederen die niet belast worden en zo goedkoper zijn.

Ook een voldoende strenge standaard of norm zal het reboundeffect minimaliseren of opheffen

Als een standaard of norm zo gekozen wordt dat hij een extra kost betekent voor de consument (of producent) die de energie- of milieu-efficiëntiewinst opheft, dan zal er geen reboundeffect zijn. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn bij een strenge CO2-uitstootnorm voor auto's. De strenge norm kan extra technologie vereisen waarvan de kost de winst van lager verbruik compenseert.

Hou in prognoses en impact analyses rekening met het reboundeffect

Bij het maken van prognoses voor het behalen van bepaalde objectieven met betrekking tot energiebesparing of andere milieuobjectieven is het belangrijk rekening te houden met een reboundeffect.  Indien men geen rekening houdt met het bestaan van reboundeffecten, dan kan het moeilijk worden om de vooropgestelde energie- of milieuobjectieven te behalen. Daarom houdt men in het VK expliciet rekening met het reboundeffect door de verwachtingen systematisch naar beneden bij te stellen.


 

Meer informatie: Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.. Het rapport zal verschijnen op http://www.tmleuven.be/project/reboundeffecten/index.htm.

 

Ga direct naar alle artikelen over:

nME icon overheid groot 3d4

Overheid

nME icon bedrijfsleven2 groot

Bedrijfsleven

nME icon onderzoek groot

Onderzoek

nME icon opinie2 groot

Opinie en debat