Deze website gebruikt analytische cookies om inzicht te krijgen in de populariteit van de aangeboden artikelen (webstatistieken). Persoonlijke gegevens van bezoekers worden niet vastgelegd.

Exploitanten van vergistingsinstallaties laten nog kansen onbenut als het gaat om het gebruik van restwarmte. Ook de transparantie van de prijsstelling van substraat kan beter. Dat blijkt uit een groot onderzoek dat Agentschap NL in 2010 startte. De resultaten van de evaluatie kunnen door de sector gebruikt worden voor verdere professionalisering en voor verbetering van de kosteneffectiviteit.

De ontwikkeling van de vergistingstechnologie is in Nederland vanaf 2000 op gang gekomen. Vanuit de  Innovatie Agenda Energie werd in 2010 een onderzoek gestart om deze jonge sector in kaart te brengen. Fase 1 van het onderzoek omvatte een globale inventarisatie. In fase 2 is vervolgens ingezoomd op de technologie: het vergistingproces, het energetisch rendement van de vergisters en het economische bedrijfsresultaat.

Procesmonitoring

De focus in het onderzoek lag bij de optimalisatie van het vergistingproces. In dit kader zijn 19 vergisters een jaar lang gemonitord. Wekelijks werden procesdata verzameld. Daarnaast werden frequent analyses van input, inhoud en output van de vergisters geanalyseerd. 

Bij de keuze van projecten is een onderscheid gemaakt in een viertal categorieën: covergisting (< 500 kWe, tussen 500 kWe en 1000 kWe, respectievelijk > 1000 kWe) en daarnaast een categorie van industriële vergisters. Deze laatste categorie omvat over het algemeen ook projecten met een grotere omvang. Het ging om projecten die in 2010 volledig operationeel waren. Bijna zonder uitzondering waren die projecten ondersteund door de voormalige MEP-regeling voor de productie van duurzame energie. Voor een aantal van de vergisters is ook gebruik gemaakt van de SDE+ door middel van de warmtebonus in deze regeling.

Prijsvorming substraat

Een belangrijke conclusie uit de evaluatie is dat de prijsvorming van het substraat, de 'brandstof' voor vergisting, nog niet transparant is. De hoeveelheid energie die per kuub biomassa gewonnen wordt, verhoudt zich niet altijd tot de prijs. Als de nodige proceskennis bij exploitanten en leveranciers ontbreekt, zijn deze vaak niet in staat een goede afweging te maken tussen de kwaliteit (biogaspotentieel en de kans op procesverstoring) en de kostprijs.   

Daarnaast worstelt de sector met beschikbaarheid van betaalbare cosubstraten. Die schaarste heeft zijn weerslag op de dagelijkse procesvoering en het economisch rendement. Door de forse substraatkosten (gemiddeld bijna één derde van alle kosten) zien exploitanten zich genoodzaakt hun toevlucht te zoeken tot minderwaardige producten, wat een negatief effect kan hebben op de biologische stabiliteit van het proces. Maïs vormde het favoriete cosubstraat, maar het aandeel maïs is met 60% gedaald. De sector is in grote mate overgeschakeld op de inzet van "diverse reststromen" als cosubstraat, zoals 'overdatum' producten uit supermarkten.

De biologische instabiliteit was voor verschillende van de gemonitorde installaties de reden dat verlies werd geleden. Een instabiel proces werkt minder efficiënt en in sommige gevallen moest de belasting sterk worden gereduceerd. Dit betekende minder inkomsten uit elektriciteit (en eventueel warmte), bij gelijkblijvende vaste kosten. 

De evaluatie laat echter ook zien dat diverse projecten druk bezig zijn om een effectieve omslag te realiseren ten aanzien van de in te zetten substraten in combinatie met een daarop toegesneden procesvoering. De resultaten van de monitoring laten ook zien dat er nog veel verbeterpotentieel uit procesoptimalisatie is te halen. De rapportage geeft de sector hiervoor praktisch handvatten.

Gunstig effect SDE+

Installaties die SDE-steun genieten, doen het over het algemeen beter dan installaties met alleen MEP- of OV-MEP-steun. Binnen de SDE+ is financiering van gebruik van restwarmte mogelijk. Uit de evaluatie blijkt dat dit een positief effect heeft op het energetisch rendement en daarmee ook het economisch rendement van de vergisters. Vooral de grotere bedrijven met een vergistingsinstallatie verdienen die investering sneller terug. Wanneer in de toekomst ook kleinere vergisters hun installaties op warmtebenutting aanpassen, valt er nog veel winst te boeken. Daarbij komt nog dat de subsidie iets hoger is bij SDE dan bij MEP, ten gevolge van de automatische compensatie voor de variatie van de stroomprijs binnen de SDE. Ook zijn deze installaties veelal van meer recente datum, waardoor ze minder onderhoudskosten hebben. Zo blijft er financiële ruimte voor een betere kwaliteit substraat en dus minder risico op processtoringen.


Het evaluatierapport is te downloaden op: http://www.agentschapnl.nl/actueel/nieuws/rapportage-procesmonitoring-verbeterpunten-voor-vergisting. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Mathieu Dumont: Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken..