Deze website gebruikt analytische cookies om inzicht te krijgen in de populariteit van de aangeboden artikelen (webstatistieken). Persoonlijke gegevens van bezoekers worden niet vastgelegd.

In opdracht van de SER Noord-Brabant en SER provincie Zeeland heeft CE Delft de sociaal-economische effecten van de biobased economy in Zuidwest Nederland in kaart gebracht. Hierbij is specifiek gefocust op werkgelegenheidseffecten in het jaar 2020. Deze informatie vormt de onderbouwing van een advies van de beide raden aan de provincies Noord-Brabant en Zeeland.

Inleiding

De Sociaal-Economische Raden (SER) van de provincies Noord-Brabant en Zeeland hebben CE Delft gevraagd om de sociaaleconomische effecten (meer specifiek werkgelegenheidseffecten) van de biobased economy in Zuidwest-Nederland in
kaart te brengen. Deze informatie vormt de onderbouwing van een advies van de beide raden aan de provincies Noord-Brabant en Zeeland.

De biobased economy is in deze studie gedefinieerd als het produceren van producten op basis van biologische grondstoffen als alternatief voor fossiele grondstoffen. Biomassa voor energieopwekking en productie van biobrandstoffen voor transport
zijn in de analyse buiten beschouwing gelaten. Het gaat daarnaast om bruto werkgelegenheid, er is niet gecorrigeerd voor eventuele verdringingseffecten, bijvoorbeeld doordat banen worden ingevuld door werknemers die zonder de biobased economy ook werkzaam zouden zijn in de regio.

Scenario's

Om de sociaaleconomische effecten te bepalen zijn twee scenario's ontwikkeld. Deze twee scenario's geven de bandbreedte van de mogelijke ontwikkelingen weer:

1. Een laag scenario

In dit scenario ondervinden biobased producten veel concurrentie van op aardolie gebaseerde producten. Een belangrijke reden hiervoor is dat in dit scenario de aardolieprijs tot 2020 op het huidige niveau blijft. Daarnaast heeft het klimaatbeleid, door de nadruk op CO2-reductie in de energieopwekking en voor transporttoepassingen, een prijsopdrijvend effect op de benodigde biomassa-stromen. Er is ook weinig kans op grootschalige import van biomassa. Vanwege het relatief ongunstige investeringsklimaat wordt in Nederland ontwikkelde kennis over biobased productie met name in andere werelddelen ingezet.

2. Een hoog scenario.

In het hoge scenario zijn er veel meer kansen voor succesvolle uitbreiding van de biobased productie: de aardolieprijs stijgt licht tot 2020 maar belangrijker is dat er integraal meer aandacht is voor het inzetten van biomassa daar waar het gebruik van biomassa de hoogste toegevoegde waarde heeft. Dit cascaderingsbeleid beperkt mogelijke prijsopdrijvende effecten van het klimaatbeleid. De ontwikkeling van de biobased economy wordt daardoor niet gehinderd door de competitie over grondstoffen met de energiesector en de biobrandstofproducenten. Daarnaast ondersteunt de overheid kennisontwikkeling, marktintroductie en marktontwikkeling van innovatieve en duurzame technologie (door subsidies, een actief duurzaam inkoopbeleid en vereenvoudiging van regelgeving).

Resultaten

De effecten op werkgelegenheid in 2020 zijn per scenario weergegeven in tabel 1.

Tabel 1: Werkgelegenheidseffecten biobased economy Zuidwest Nederland per scenario (in aantal arbeidsplaatsen)

 

De tabel laat zien dat de werkgelegenheid sterk afhankelijk is van het gehanteerde scenario en daarmee van de daadwerkelijke groei van de biobased economy in Zuidwest-Nederland.

Het aantal arbeidsplaatsen dat de biobased economy genereert bedraagt naar schatting zo'n 340-500 banen in het lage scenario en 2.000-3.000 banen in het hoge scenario. Het gaat hierbij om extra arbeidsplaatsen bovenop de huidige arbeidsplaatsen in
de biobased economy in 2020.

Aanbevelingen

Een voorwaarde voor een sterke groei van werkgelegenheid is dat overheden van lokaal tot internationaal zich inzetten voor het versterken van de volgende aspecten:

  • Beschikbaarheid van betaalbare grondstoffen door effectief beleid gericht op biomassa cascadering (toepassing van biomassa daar waar het de hoogste toegevoegde waarde biedt);
  • Stimuleren van innovatie door versterking van de regionale onderwijs- en kennisinstellingen;
  • Stimuleren van innovatie door meer nadruk te leggen op de implementatie van nieuwe technologie en marktontwikkeling.

Maatregelen die de overheid volgens MKB-bedrijven kan nemen om de marktontwikkeling te stimuleren zijn het beschikbaar maken van durfkapitaal tegen zachte voorwaarden, vereenvoudigde en betrouwbare regelgeving en een serieus duurzaam inkoopbeleid gericht op het bieden van kansen aan innovatieve en duurzame producten.


 

Voor meer informatie over deze studie kunt u contact opnemen met Geert Warringa (Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.) of Marit van Lieshout (Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.).

Ga direct naar alle artikelen over:

nME icon overheid groot 3d4

Overheid

nME icon bedrijfsleven2 groot

Bedrijfsleven

nME icon onderzoek groot

Onderzoek

nME icon opinie2 groot

Opinie en debat