Deze website gebruikt analytische cookies om inzicht te krijgen in de populariteit van de aangeboden artikelen (webstatistieken). Persoonlijke gegevens van bezoekers worden niet vastgelegd.

In opdracht van de Europese Commissie heeft het IVM samen met VITO en andere partners gewerkt aan een methode om de omvang van subsidies voor fossiele energie internationaal beter vergelijkbaar te maken. Binnen de EU worden die subsidies vooral in de vorm van fiscale voordelen gegeven. De keuze van benchmarks is bepalend voor de vraag of het hierbij om enorme bedragen gaat of dat het wel meevalt.

Het reduceren van overheidssteun voor fossiele energie staat sinds enkele jaren prominent op de internationale agenda. De EU wil tegen 2020 korte metten maken met milieuonvriendelijke subsidies. Daarbij duikt steeds weer de vraag op wanneer er eigenlijk sprake is van een subsidie en hoe de omvang ervan gemeten kan worden. Bestaande inventarisaties van subsidies op fossiele energie in OECD- en EU-verband kampten met verschillen in gehanteerde methodes en aannames tussen landen, waardoor het vergelijken en optellen van nationale schattingen van steunbedragen niet verantwoord was (wat overigens niet betekende dat het niet werd gedaan).

In opdracht van de Europese Commissie (DG Milieu) is nu gewerkt aan een methode om tot een zekere harmonisatie van subsidieramingen te komen. Daarbij is vooral gekeken naar de subsidies die worden gegeven in de vorm van belastingvoordelen zoals vrijstellingen of gereduceerde tarieven van energiebelastingen voor bepaalde brandstoffen, bepaalde toepassingen of bepaalde sectoren/gebruikers. Cruciaal is daarbij de vraag welke benchmark er wordt gehanteerd: welke fiscale behandeling wordt beschouwd als de norm? De berekende afwijking van die norm (in het voordeel van de energiegebruiker) kan dan worden opgevat als subsidie.

Wanneer als benchmark voor energiebelastingen het hoogste tarief wordt gehanteerd dat in een lidstaat geldt binnen elk van de drie onderscheiden sectoren (transport; overig gebruik van fossiele brandstoffen; elektriciteit), dan worden er zeer hoge 'subsidies' gevonden. Voor Nederland gaat het dan bijvoorbeeld om ruim 30 miljard euro per jaar. Dat is verklaarbaar omdat het hoogste tarief in de brandstofaccijns (voor benzine) als norm wordt gebruikt voor alle transportbrandstoffen (ook voor de nu vrijgestelde sectoren internationale luchtvaart en scheepvaart) en omdat het hoogste tarief in de energiebelasting (dat voor kleinverbruikers) als norm wordt gebruikt voor alle energiegebruikers (ook voor de industriële grootverbruikers). Een meer realistische benchmark is het minimumtarief dat voor de verschillende energiedragers zou moeten gaan gelden volgens de voorgestelde nieuwe EU-richtlijn Energiebelastingen (dat de nieuwe Commissie-Juncker overigens wil intrekken). Als die benchmark wordt gehanteerd, komt de geschatte fiscale steun in Nederland uit op ruim 400 miljoen euro; in enkele grotere EU-landen gaat het om een paar miljard.

Naast fiscale voordelen in de accijnzen en andere specifieke energiebelastingen wordt in sommige EU-landen het gebruik van fossiele energie ook gesteund met een verlaagd BTW-tarief. Daar is een voor de hand liggende benchmark: het in dat land geldende standaard BTW-tarief. Koploper hierbij is het Verenigd Koninkrijk, met ruim 4 miljard euro per jaar aan gederfde belastinginkomsten.

Met betrekking tot fiscale steun in de vorm van speciale regelingen in de sfeer van royalties en vennootschapsbelasting voor de opsporing en winning van olie en gas moest worden geconcludeerd dat er geen goede kwantificering mogelijk is wegens het ontbreken van een geschikte benchmark.

In de studie is ook gekeken naar directe overheidssteun voor fossiele energie. Deze vorm van subsidiëring is eenvoudiger meetbaar en in omvang geringer dan de fiscale voordelen. Het betreft vooral steun voor het gebruik van kolen in de elektriciteitsproductie in een beperkt aantal lidstaten.


Het rapport is te vinden op http://ec.europa.eu/environment/enveco/taxation/pdf/201412ffs_final_report.pdf. Parallel aan deze studie voor DG Milieu heeft DG Energie een onderzoek door Ecofys laten uitvoeren naar de kosten van en subsidies voor energie in de EU. Dit onderzoek betreft niet alleen fossiele energie maar ook nucleaire en hernieuwbare. Het rapport van de Ecofys-studie is te vinden op http://ec.europa.eu/energy/studies/doc/20141013_subsidies_costs_eu_energy.pdf.

Nadere informatie over het onderzoek voor DG Milieu is verkrijgbaar bij Frans Oosterhuis (Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.).

Ga direct naar alle artikelen over:

nME icon overheid groot 3d4

Overheid

nME icon bedrijfsleven2 groot

Bedrijfsleven

nME icon onderzoek groot

Onderzoek

nME icon opinie2 groot

Opinie en debat