Deze website gebruikt analytische cookies om inzicht te krijgen in de populariteit van de aangeboden artikelen (webstatistieken). Persoonlijke gegevens van bezoekers worden niet vastgelegd.

Het Directoraat-Generaal Handel en Internationale Samenwerking (DGIS) heeft recent zijn milieuafdeling tot de afdeling Inclusieve Groene Groei omgedoopt. Op verzoek van DGIS schreef het PBL een notitie over de betekenis van Inclusieve Groene Groei, ook wel ‘the economics of sustainable development’ genoemd. De notitie maakt inzichtelijk waarom het ontwikkelen van effectief beleid voor Inclusieve Groene Groei in ontwikkelingslanden lastig is en schetst noodzakelijke kernelementen voor een groene en inclusieve groei strategie.

Waarom stimuleren van groene groei lastig is

Na een korte inleiding in de welvaartstheorie, gaat de studie in op de vraag hoe Inclusieve Groene Groei kan worden gestimuleerd. Om te verhelderen waarom dit zo lastig is, beschrijven we eerst waarom het moeilijk is om groei te stimuleren. Vervolgens gaan we in op de vereisten voor groene groei, en voor inclusieve groene groei. We richten ons hierbij met name op ontwikkelingslanden, omdat dit de focus van DGIS is. Zo bespreken we kort de verschuiving van hulp naar handel, en waarom handel geacht wordt meer bij te dragen aan groei dan hulp, staan we stil bij de vraag of groei noodzakelijkerwijze tot welvaartsverbetering leidt en welke typen van marktfalen ten grondslag liggen aan het ontbreken van groei en economische ontwikkeling.

Onder het kopje ‘groene groei’ besteden we aandacht aan de rol van natuurlijk kapitaal in groei en welvaart en de begrippen sterke en zwakke duurzaamheid. Gezien de huidige (deels) niet-vervangbaarheid van natuurlijk kapitaal bespreken we kort het voorzorgsprincipe en het belang van resource efficiency en eco-innovatie voor op groene groei gericht beleid. Ook gaan we in op het belang van duurzaam beheer, regulering en handhaving voor groene groei strategieën, gezien het feit dat door het gebrek aan duidelijke eigendomsrechten er anders sprake blijft van negatieve gebruikseffecten en free-rider gedrag. Ten slotte bespreken we dat door het toevoegen van 'inclusief' aan de groene groei doelstelling één en ander een stuk complexer wordt. Dit komt omdat inclusief betekent dat er aandacht besteed moet worden aan de verdeling van middelen binnen de huidige generatie, en aan de vraag of iedereen wel gelijke toegang tot schaarse middelen heeft. Arme mensen, en landen, hebben vaak minder toegang tot kapitaal en andere schaarse middelen, en doordat zij vaak slecht vertegenwoordigd zijn in besluitvormingsmechanismen worden hun belangen niet goed gediend. Aandacht voor institutionele verandering, en het verbeteren van toegang tot kapitaal en andere schaarse middelen zijn dan ook kernelementen voor inclusieve groei.

Alhoewel groene en inclusieve groei niet automatisch samengaan, is groene groei juist ook van meerwaarde voor de armen aangezien niet-groene groei vaak met name de armen treft. Dit is met name relevant voor het Directoraat-Generaal voor Handel en Internationale Samenwerking, dat traditioneel op inclusieve groei gericht is. De focus op inclusieve groei blijkt ook uit de analyse van de meest recente beleidsplannen van het ministerie. Richt het beleidsthema duurzame handel zich vooral op het faciliteren van handel met, en private sector ontwikkeling in, ontwikkelingslanden, het beleidsthema duurzame ontwikkeling richt zich vooral op inclusieve groei en, apart, op internationaal milieubeheer. Klimaatmaatregelen zijn opgenomen in de bredere beleidsagenda, en er ontbreekt een inclusieve groene groei strategie.

Strategie voor groene groei

Het laatste deel van de studie gaat in op de vraag hoe een groene groei strategie eruit zou kunnen zien. Allereerst speelt de keuze van beleidsthema’s. De studie betoogt dat het hier voor de hand ligt om voor klimaatverandering en biodiversiteitsverlies te kiezen, omdat de welvaartsrisico’s van geen beleid hier het grootst zijn. Binnen deze thema’s is inclusieve groene groei goed mogelijk, denk aan het stimuleren van de transitie naar hernieuwbare energie in ontwikkelingslanden en het verbeteren van de efficiëntie van land- en watergebruik voor voedselzekerheid en minder biodiversiteitsverlies.

Beleidsinstrumenten voor groene groei

Wat betreft het beleidsinstrumentarium gaat de studie kort in op de financierings-, capaciteitsopbouw-, en institutionele instrumenten die het ministerie ter beschikking heeft, met speciale aandacht voor de potentie van deze instrumenten voor het stimuleren van inclusieve groene groei. Daarbij gaan we onder andere in op de potentie van publiek-private partnerschappen, die door het ministerie in toenemende mate binnen de ontwikkelingssamenwerking worden gebruikt. Ten slotte is het relevant om te vermelden dat het PBL rond de verschillende beleidsinstrumentarium vragen de komende jaren aanvullend vervolgonderzoek zal doen.


Klik hier om de PBL-notitie ''Inclusive Green Growth; a reflection on the meaning and implications for the policy agenda of the Dutch Directorate-General of Foreign Trade and Development Cooperation’’ te downloaden. Meer informatie: Jetkse Bouma (Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.).

 

Ga direct naar alle artikelen over:

nME icon overheid groot 3d4

Overheid

nME icon bedrijfsleven2 groot

Bedrijfsleven

nME icon onderzoek groot

Onderzoek

nME icon opinie2 groot

Opinie en debat