Deze website gebruikt analytische cookies om inzicht te krijgen in de populariteit van de aangeboden artikelen (webstatistieken). Persoonlijke gegevens van bezoekers worden niet vastgelegd.

Een samenhangende Rijksbrede aanpak met betrokkenheid van bedrijfsleven, vakbonden en andere maatschappelijke organisaties biedt kansen om het proces naar een circulaire economie te versterken en te versnellen. Daarom steunt de Sociaal-Economische Raad in zijn advies 'Werken aan een circulaire economie: geen tijd te verliezen' de plannen voor een Rijksbreed Programma Circulaire Economie.

De SER pleit voor een ambitieuze transitieagenda waardoor Nederland in een aantal ketens wereldwijd koploper kan worden op het gebied van circulaire economie. Door producten slimmer te ontwerpen, de levensduur ervan te verlengen en onderdelen opnieuw te gebruiken, levert de circulaire economie ook een belangrijke bijdrage aan het toekomstbestendiger maken van de Nederlandse economie.

Dit unanieme advies is op 24 juni 2016 vastgesteld en wordt naast de sociale partners en kroonleden van de SER gesteund door Natuur en Milieu en Milieudefensie die bij de adviesvoorbereiding betrokken waren.

Urgentie…

De vraag naar grondstoffen is de afgelopen eeuw explosief gestegen: de wereldbevolking is 34 keer meer materialen gaan gebruiken, 27 keer meer mineralen, 12 keer meer fossiele brandstoffen en 3,6
keer meer biomassa. Dit proces is niet houdbaar. Een combinatie van toenemende grondstoffenbehoefte door een groeiende wereldbevolking, geopolitieke spanningen in de winningsgebieden, teruglopende draagkracht van de aarde en snelle technologische ontwikkelingen (waaronder robotisering) verhoogt de noodzaak om veel efficiënter met grondstoffen om te gaan. Nederland en Europa zijn in hoge mate grondstofafhankelijk. Zo moet van de 54 kritische materialen voor Europa 90 procent worden geïmporteerd, vooral uit China. Nederland haalt 68 procent van zijn grondstoffen uit het buitenland. Kwetsbare Nederlandse sectoren zijn onder meer agrofood, enkele industriële sectoren (elektronica, Cleantech) en de chemische sector.

…maar ook kansen

Nederland heeft internationaal gezien een goede uitgangspositie voor een volgende stap naar een circulaire economie. Ons land behoort tot de koplopers op het terrein van recycling. Ook is er een groeiende groep Nederlandse bedrijven, gemeenten, waterschappen en kennisinstellingen die het gedachtegoed van een circulaire economie in uiteenlopende samenwerkingsverbanden in praktijk brengt. Het toenemende urgentiebesef, de talloze praktijkervaringen en de traditie van samenwerking vormen een belangrijke voedingsbodem voor het sluiten van kringlopen in de Nederlandse economie. Een aantal koploperbedrijven is hier al ver mee en creëert hiermee exportkansen. Minstens zo belangrijk is dat toepassing van circulaire bedrijfsmodellen ook milieuwinst en energiebesparing oplevert.

Door circulair te gaan ondernemen worden sectoren die van primaire grondstoffen afhankelijk zijn, toekomstbestendig gemaakt en ontstaan er nieuwe economische activiteiten. Dit werkt door in behoud van werkgelegenheid en de creatie van banen in nieuwe circulaire activiteiten, zoals onderhoud, reparatie, revisie en hergebruik. Van groot belang is om de circulaire economie in samenwerking met de Europese Unie (Actieplan voor een circulaire economie) en landen daarbuiten op te pakken. Dit versterkt het effect en vergroot kansen van Nederlandse bedrijven in het buitenland.

Aanpassingen op een breed front nodig

De omschakeling naar een circulaire economie vergt de nodige aanpassingen in het overheidsbeleid (wet- en regelgeving, financiële prikkels, communicatie en voorlichting). Ook zijn er uitdagingen en kansen voor de ‘circulaire’ arbeidsmarkt. Zo schetst het advies hiervoor een agenda met zestien onderwerpen, waaronder toekomstige arbeidsmarktbehoeften en aandacht voor arbeidsvoorwaarden en arbeidsomstandigheden. De SER pleit er voor deze agenda in het Rijksbrede programma op te nemen. Maar ook in ketens en binnen bedrijven zijn aanpassingen nodig. Het advies gaat bijvoorbeeld in op de rol van werkgevers en werknemers bij innovaties die nodig zijn voor de transitie naar een circulaire economie. Verder besteedt de SER aandacht aan circulaire verdienmodellen en de financiering hiervan.

Ambitieuze transitieagenda

Tegen deze achtergrond adviseert de SER het kabinet het proces naar een circulaire economie te versterken en te versnellen door in het Rijksbrede programma een transitieagenda met ambitieuze doelstellingen voor ketens te ontwikkelen. Het gaat hierbij om ketens waarin ons land een belangrijke positie inneemt, de ecologische en economische risico’s groot zijn en er goede economische kansen zijn. Bovendien moet Nederland over voldoende beïnvloedingsmogelijkheden beschikken. Actieve betrokkenheid van bedrijfsleven, werknemers en maatschappelijke organisaties vindt de SER onmisbaar voor een succesvolle uitvoering van de transitieagenda. De SER en zijn leden zeggen toe zich voor deze transitie in te zetten en beschikbaar te zijn om in het vervolg een rol te spelen.


Het advies is te downloaden via http://www.ser.nl/nl/publicaties/adviezen/2010-2019/2016/circulaire-economie.aspx.
Contactpersoon: Ton van der Wijst, secretaris commissie Duurzame Ontwikkeling (Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.).