Deze website gebruikt analytische cookies om inzicht te krijgen in de populariteit van de aangeboden artikelen (webstatistieken). Persoonlijke gegevens van bezoekers worden niet vastgelegd.

Een transitie naar een circulaire economie vergt actie in de hele productketen, van het duurzaam winnen van grondstoffen tot het moment dat afval ontstaat. Om grondstoffen optimaal in de economie te gebruiken is meer nodig dan alleen afval- en milieubeleid. Het afvalbeleid zelf zou zich meer moeten richten op de waarde van de grondstoffen in het afval. Dit concludeert het PBL in een recente policy brief over circulaire economie. Daarnaast heeft PBL recent policy briefs uitgebracht over de Evaluatie Green Deals Circulaire Economie en over Innovatie meten in de keten.

In een circulaire economie staan grondstoffen centraal

Een circulaire economie is gericht op het optimaal inzetten en hergebruiken van grondstoffen en producten. Of in andere woorden: grondstoffen toepassen met de hoogste waarde voor de economie en de minste schade voor het milieu. PBL identificeert vier aangrijpingspunten voor een circulaire economie:

  1. Het centraal stellen van de waarde van grondstoffen in de economie. Naast de noodzakelijke wijziging van het afvalbeleid zijn vaak andere organisatie- en samenwerkingsverbanden nodig: niet meer sectoraal, maar langs grondstoffenstromen.
  2. Het gebruiken van een voorkeursvolgorde voor een optimaal gebruik van de grondstoffen. De meest eenvoudige vorm is reduce – reuse – recycle. Dit stelt andere eisen aan producten. Het begint al bij een slim ontwerp, zodat het product minder grondstoffen, een langere levensduur of demontabele onderdelen bezit.
  3. Het volgen van de grondstofstromen in de economie. Optimaal gebruik van grondstoffen kan niet zonder informatie over de stromen en voorraden van de grondstoffen. Wat namelijk voor de ene partij afval is, kan voor een ander bedrijf een waardevolle grondstof zijn.
  4. Het verantwoorden en rekenschap afleggen over het gebruik van grondstoffen. Bedrijven en overheden dienen transparant te zijn over de effecten voor milieu en economie. Informatie over de effecten en het proces is nodig om de effectiviteit van beleid te bepalen.

Klik hier om de PBL-publicatie ‘Grondstof voor de circulaire economie’ te downloaden.

Grote beleidsuitdaging ligt aan het begin van de productieketen

Ook de in september j.l. verschenen Balans van de Leefomgeving 2016 bevat een - vooral agenderend – hoofdstuk over Circulaire Economie. Enkele boodschappen zijn:

  • Het beleid om in Nederland en Europa de transitie naar een circulaire economie te bevorderen is gericht op verschillende onderdelen van de productketen. Aan het eind van de keten is het beleid al gevorderd, in de vorm van afvalbeleid met concrete kwantitatieve doelen. De uitdaging ligt nu vooral aan het begin van de keten, bij het verminderen van het grondstofgebruik, een ander ontwerp van producten en het langer gebruiken van producten. Dit kan bijvoorbeeld door voor grondstoffen producteisen op te nemen in een Europese richtlijn (Ecodesign).
  • Een circulaire economie vergt forse investeringen, het ontwikkelen van nieuwe markten en ketensamenwerkingen en het overwinnen van belemmeringen die de transitie remmen. Dit zijn bijvoorbeeld gevestigde belangen – zoals afvalverbrandingsinstallaties –, wet- en regelgeving voor afval, voedsel en stoffen en het belang dat consumenten en producenten hechten aan eigendom. Om de belemmeringen te verkleinen, is een brede set aan instrumenten voorhanden uit het groenegroeibeleid. Denk bijvoorbeeld aan het aanpassen van bestaande Europese afvalwetgeving of de verordening voor de registratie, evaluatie en autorisatie van chemische stoffen (REACH) zodat deze hergebruik en recycling niet belemmeren. Andere voorbeelden zijn een dynamische normstelling met bijvoorbeeld oplopende aandelen secundair materiaal, het circulair inkopen om de markt voor circulaire producten en innovatie te bevorderen, en het benoemen van een circulaire economie als een van de overkoepelende thema’s voor de topsectoren.
  • De transitie naar een circulaire economie staat nog in de kinderschoenen. Er wordt veel geëxperimenteerd en geleerd, maar de opgedane kennis blijft vaak nog gefragmenteerd en wordt weinig gedeeld. Een meer structurele uitwisseling van kennis is nodig om de overgang naar een circulaire economie verder aan te jagen.
  • Meer aandacht is nodig voor de relatie tussen de circulaire economie en de inrichting van de ruimte. Zo is aandacht nodig voor de mogelijke toename van de vervoersbewegingen in steden door meer service (onder andere reparatie) en het delen van producten. En op bedrijventerreinen zullen voorzieningen (zoals pijpleidingen) nodig zijn om reststromen te kunnen uitwisselen tussen bedrijven en ontstaat behoefte aan een andere combinatie van bedrijven.

Evaluatie Green Deals Circulaire Economie

In juni 2016 publiceerde PBL de resultaten van de Evaluatie Green Deals Circulaire Economie. Welke rol kunnen Green Deals spelen als wegbereider voor een circulaire economie? Conclusie is dat de Green Deals weliswaar meerwaarde hebben voor het proces van groene innovatie, maar niet vanzelfsprekend tot milieuwinst leiden. De groene claims die partijen in de onderzochte deals neerleggen, worden meestal niet goed onderbouwd noch geëvalueerd. Bij het afsluiten en monitoren van Green Deals kan het Rijk hier meer aandacht aan besteden. Het waarborgen van het publieke milieubelang vraagt hierom. Participanten hebben in de Green Deals concrete stappen vooruit gezet. Maar veel vooruitgang gebeurt buiten de invloed van deals om. Denk aan de noodzakelijke maar tijdsintensieve aanpassing van Europese wet- en regelgeving om insecten te kweken op reststromen, te verwerken in diervoeder en in voedsel voor mensen.

In de onderzochte deals is recycling van materialen veruit dominant. Bijvoorbeeld tapijtafval of plastic dat in havens aan land gebracht wordt. Maar vanuit milieu-optiek hebben andere circulaire strategieën de voorkeur. Goed nadenken over fabricage, gebruik en beheer van producten levert vaak meer milieuwinst op. Ook tweedehands gebruik en reparatie zijn belangrijk. Bij nieuwe deals kan de overheid partijen uitdagen hun ambities voor milieuwinst te verhogen.

Innovatie meten in de keten

Hoe kan de voortgang van een transitie naar een circulaire economie (CE-transitie) in productketens worden gemeten? Het PBL heeft samen met de Universiteit Utrecht een denkkader ontwikkeld voor CE-transities in productketens en de rol van innovatie daarin (zie schema). Het denkkader is toegepast op een aantal cases. Zo is vastgesteld welk type informatie nodig is om de voortgang van CE-transities in productketens te meten. Klik hier om de publicatie ‘Circulaire economie: innovatie meten in de keten’ te downloaden.

In een circulaire economie behouden de materialen in een afgedankt product idealiter hun oorspronkelijke kwaliteit, om zo opnieuw in hetzelfde product te kunnen worden gebruikt. Natuurlijke grondstoffen voor de productie van materialen zijn dan niet langer nodig en afdanking van een product leidt ook niet meer tot emissies en afval. Er zijn verschillende circulariteitsstrategieën om grondstoffen- en materiaalgebruik en afvalproductie te voorkomen. Ook is een prioriteitsvolgorde van hoge naar lage circulariteit aan te brengen in deze circulariteitsstrategieën. Als vuistregel betekent meer circulariteit minder grondstoffen en afval en meer milieuwinst.

PBL heeft de circulariteitsstrategieën en rol van innovatie geëvalueerd voor een groot aantal cases waarin CE-transities in specifieke productketens centraal staan. Technologische innovatie blijkt vooral te spelen bij lagere circulariteitsstrategieën als recycling van materialen en afvalstromen. Innovatie in productontwerp en businessmodel worden belangrijker bij hogere circulariteitsstrategieën en kunnen voor stakeholders door de hele productketen veranderingen betekenen in geschreven en ongeschreven regels, gewoonten en opvattingen. Bijvoorbeeld als consumenten een product (moeten) gaan delen (zoals een wasmachine) of als producten eigendom blijven van de maakindustrie en consumenten alleen de dienst afnemen (zoals licht).

Monitoring van de voortgang naar een circulaire economie moet zowel het transitieproces als de effecten daarvan in kaart te brengen. Bij het transitieproces gaat het om zaken als: is er voldoende kennis beschikbaar om CE-oplossingen te ontwikkelen? Experimenteren ondernemers voldoende met CE-oplossingen en -verdienmodellen? Bij het meten van effecten gaat het om circulariteit en milieu, met energie- en materiaalverbruik als mogelijke maten daarvoor, en om economie, bijvoorbeeld in de vorm van toegevoegde waarde.


Nadere informatie over:

- Grondstof voor de circulaire economie: Trudy Rood en Aldert Hanemaaijer, PBL, Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. en Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.

- Evaluatie Green Deals Circulaire Economie: Jurgen Ganzevles en José Potting, PBL, Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. en Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.

- Circulaire economie: innovatie meten in de keten: José Potting, PBL, Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.

Ga direct naar alle artikelen over:

nME icon overheid groot 3d4

Overheid

nME icon bedrijfsleven2 groot

Bedrijfsleven

nME icon onderzoek groot

Onderzoek

nME icon opinie2 groot

Opinie en debat