Deze website gebruikt analytische cookies om inzicht te krijgen in de populariteit van de aangeboden artikelen (webstatistieken). Persoonlijke gegevens van bezoekers worden niet vastgelegd.

Velen waren op 5 oktober j.l. nieuwsgierig naar het sfeervolle Pakhuis de Zwijger in Amsterdam gekomen voor de door het PBL georganiseerde Nacht van de Circulaire Economie. Op zoek naar inspiratie om de transitie naar een circulaire economie verder te brengen.

Verkennen, verbeelden en verbinden

De centrale vragen waren duidelijk: wat zijn de ambities voor een circulaire economie, hoe ziet een dergelijke economie eruit, waarom en hoe schakelen bedrijven over naar een circulaire economie, wie moet de eerste stap zetten en welke, en wat is de rol van de overheid? Hans Mommaas, directeur PBL, trapte af. “Geen woorden maar daden”, “de concepten voorbij”, “een circulaire economie is meer dan het anticiperen op grondstoffenschaarste” en “een circulaire economie is meer dan recycling” (zie figuur). Niet de techniek staat centraal, maar de institutionele organisatie. Op zoek naar nieuwe ketens en nieuwe verdienmodellen. Een circulaire economie begint bij ons zelf en bij initiatieven van burgers en bedrijven die experimenteren en innoveren. Doel van deze Nacht was het aandragen van bouwstenen voor de nationale transitieagenda Circulaire economie. Een probleem: we hebben (nog) geen maatstaf voor een circulaire economie en kunnen dus niet in beeld brengen of we als Nederland op de goede weg zijn.


Het elektrische vliegtuig

Denise Pronk - die de op het laatste moment verhinderde CEO van Schiphol (Jos Nijhuis) prima verving - stelde dat Schiphol al sinds begin jaren ’70 (Grenzen aan de Groei) aan Milieuverantwoord Ondernemen doet en sinds een paar jaar circulaire economie hoog in het vaandel heeft. Twee concrete doelen staan daarbij centraal:

  • zero waste in 2030 (overigens voor een deel te realiseren door – naast recycling - afval voortaan weg te definiëren als reststromen);

  • klimaatneutraal in 2040, voor zowel de hele Schiphol-locatie als voor de vliegtuigen tijdens de landing & take off (tot 1000 meter hoogte).

Een cruciale ontwikkeling daarbij is het hybride en zelfs elektrische vliegtuig! Dat schijnt er binnen 20 jaar aan te komen. Dan gaan vliegtuigen landen en stijgen op elektriciteit. Een belangrijke belemmering voor een circulair Schiphol is de schaalgrootte ten opzichte van circulair producerende startups. Hier zou je in de aanbestedingsprocedures rekening mee moeten houden. Ook benadrukte zij dat het materialenpaspoort en het hebben van vertrouwen in partners cruciaal zijn om de zero waste ambitie van Schiphol te kunnen realiseren. En: “Zeker, wij leren van ook van andere, internationale luchthavens, maar Nederland is al ver met circulair beleid; in de Verenigde Staten is er bijvoorbeeld geen ruimtegebrek, dus al het afval kan daar gewoon naar de stort”.

Het begint bij het gedrag van consumenten

Bob Hutten, de gepassioneerde directeur van de Verspillingsfabriek, die reststromen uit de voedingsindustrie verwerkt, deelde op inspirerende wijze zijn ervaringen met circulair ondernemen. Onder andere maakt hij veel gebruik van mensen met een achterstand tot de arbeidsmarkt. Ondernemen in de circulaire economie blijkt niet goedkoper. Daar zou rekening mee moeten worden gehouden in tenderprocedures Ook benadrukte hij de cruciale rol van de consument. Waarom kiest die altijd voor goedkoopst? Waarom wordt een bedrijf altijd ‘uitgelegd’ in geld? Dat zet iedereen op het verkeerde been. Voedsel is veel te goedkoop, daarom is er geen respect voor. Dat moet veranderen en dat kan beginnen door aandacht voor de jeugd op scholen. De kunst is een markt te vinden voor de ‘bijna verspilde producten’. Experimenten hebben we nodig, waarbij de overheid ruimte geeft door bestaande wet- en regelgeving – al dan niet tijdelijk – aan te passen. Nederland moet trots zijn en hardop claimen “dat wij de beste zijn in het tegengaan van verspilling”!

Wacht niet op de overheid

Vervolgens kwam de overheid aan het woord, in de personen van Lidewijde Ongering (secretaris-generaal van het ministerie van Infrastructuur en Milieu), Maarten Camps (secretaris-generaal van het ministerie van Economische Zaken) en Eveline Jonkhoff (strategisch adviseur duurzaamheid en circulaire economie van de gemeente Amsterdam). Zij onderschreven alle drie dat het gedrag van consumenten heel relevant is. En dat bedrijven de ruimte moeten krijgen om op innovatieve wijze grondstoffen hoogwaardig in te zetten. Het gezamenlijke EZ/IenM-programma ‘Ruimte in regels voor Groene Groei’ is daar bijvoorbeeld op gericht, evenals op het bevorderen van samenwerking door de hele keten heen. Bedrijven die voorop lopen worden geconfronteerd met belemmeringen. Die kunnen ze aan de overheid melden. Een belangrijke notie uit de gemeente Amsterdam was “ga niet wachten op de overheid!”. Leer door te doen. Zie het Amsterdamse onderzoek “Kansen voor een circulaire economie” uit 2015, met analyses van het stedelijk metabolisme. De bouwsector werd vaak als voorbeeld genoemd. Daar is veel te winnen; ga experimenten aan! Een voorbeeld van een dergelijk experiment is de recente roadmap voor circulaire gronduitgifte. En tot slot, veel mag worden verwacht van de deeleconomie: niet kopen maar leasen!


Klik hier voor een uitgebreider verslag van deze avond.

Nadere informatie: Olav-Jan van Gerwen, PBL, Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.