Deze website gebruikt analytische cookies om inzicht te krijgen in de populariteit van de aangeboden artikelen (webstatistieken). Persoonlijke gegevens van bezoekers worden niet vastgelegd.

Op dinsdag 10 oktober, de dag van de duurzaamheid, had het Ministerie van Economische Zaken een seminar georganiseerd over 'true cost accounting' en 'true pricing' van voedsel en landbouw. Er waren zo’n 50-60 mensen met een goede vertegenwoordiging uit de financiële wereld, NGO’s en de (detail)handel. Het doel van de dag was om samen met vertegenwoordigers van overheden, bedrijven, wetenschap en NGO’s twee methodieken te verkennen die zijn ontwikkeld naar aanleiding van Kamervragen om de maatschappelijke effecten van de voedselketen inzichtelijk te maken.

Transparantie van de maatschappelijke impact in de voedselketen

Het idee van het ministerie is dat meer transparantie van de maatschappelijke impact in de voedselketen producenten en consumenten aanzet tot meer duurzame keuzes. Dit past in meer activiteiten waarbij zij transparantie in de keten proberen te verbeteren. Het seminar werd ingeleid door Adriaan de Groot Ruiz van True Price over de studie die zij samen met WUR hebben gedaan naar de maatschappelijke effecten van voedsel (externe link) en waarin zij aan de hand van 38 indicatoren vijf producten met elkaar vergelijken en met de gemiddelde Nederlandse boodschappenmand in de verwachting dat dat de informatie geeft om keuzes te veranderen. De methodiek werd neergezet als beginpunt, die nog de nodige verbeteringen vraagt en ook toegespitst kan worden op verschillende doelgroepen. In deze methodiek werden maatschappelijke effecten (nog) niet gemonetariseerd maar kwantitatief met elkaar vergeleken aan de hand van de score t.o.v. het gemiddelde voedselproduct. Daarna presenteerde Volkert Engelsman van Eosta (No.1 in de duurzaamheids-top 100) de studie die zij door o.a. EY hebben laten uitvoeren naar de 'true costs' van de groentes die zij verkopen en wat dat zou betekenen voor hun ‘integrated profit & loss account’. Dit vergelijkt de netto maatschappelijke winst van biologische t.o.v. niet biologische bedrijven. Zij gebruiken dit ook in hun marketingcampagnes om de consument bewust te maken van hoeveel beter biologische producten scoren op gezondheid (aantal ziektedagen), bodemvruchtbaarheid (ton vruchtbare bodem die niet verloren gaat) of CO2 (grootte van een ballon gevuld met CO2).

Doel of middel?

Na deze inleidingen reflecteerden Sander de Bruyn van CE Delft en Vera Dalm van Milieu Centraal op deze verhalen. Sander wees op de openbaarheid van deze informatie in de CE Delft milieuprijzen-database en benadrukte dat transparantie geen doel is, maar een middel waarbij het niet duidelijk is of en hoe transparantie daadwerkelijk aanzet tot verandering. Vera Dalm wees erop dat consumenten wel willen, maar de keuze welke producten dan wel of niet goed zijn vaak ingewikkeld vinden. Ze benadrukte dat true cost accounting misschien ook meer een prikkel voor de overheid is om consumptie aan te pakken, dan dat het een prikkel geeft voor de consument. De consument wil dat de retailer de juiste keuze maakt. Je moet de keuze niet bij de consument neerleggen, maar de (vervuilende) onderkant van de markt proberen tot verbetering aan te zetten.

Informatie voor wie? 

Na deze reflecties volgde er een paneldiscussie met vertegenwoordigers van ZLTO (K.J. Osinga), The Rock Group (R. Waardenburg), The Sustainability Consortium (Koen Boone, WEcR), Roel Drost (EY) en Arjan Ruijs (PBL). De panelleden vanuit het bedrijfsleven wezen erop dat hun achterban al goed bezig is, en dat actie van de andere partijen moet komen. Daarbij valt het op (m.u.v. de industrie) dat de overheid veel wordt aangesproken om actie te ondernemen. Vanuit de verschillende hoeken was men het er wel over eens dat een methodiek om de true costs te laten zien vooral simpel moet zijn, zodat het voor hen zo gemakkelijk mogelijk is. Dat leidde tot een kritische reactie op de vraag waarvoor en voor wie de methodes informatie moeten geven. En hoe helpt transparantie dan (en wat voor transparantie) om echt tot actie over te gaan? Daarnaast is het wel gemakkelijk om te roepen dat de overheid moet beprijzen, maar als je daar even over nadenkt is het toch maar de vraag of dat wel de juiste weg is (los van de vraag of het überhaupt mogelijk is). Het is daarbij ook de vraag of de huidige methodieken wel de informatie geven die bedrijven, consumenten, overheden en NGO’s nodig hebben om hun keuzes te maken en of zij wel iets doen aan de belemmeringen die hen er nu van weerhouden om andere keuzes te maken.

Het zijn nog open vragen hoe de problemen in de voedselagenda kunnen worden aangepakt, hoe informatie over true cost accounting en true pricing hierbij kan helpen, hoe dit soort informatie consumenten- en producentenkeuzes kan beïnvloeden en hoe de overheid er in haar eigen beleid iets mee kan. Nu gebruiken koplopers het vooral als marketingtool en probeert de overheid zoveel mogelijk bedrijven te stimuleren ook hun true costs in beeld te brengen in de hoop dat de markt zijn werk doet.


Van het seminar is een uitgebreid verslag beschikbaar. Nadere informatie: Janneke Blijdorp, ministerie van EZK, Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken..