Deze website gebruikt analytische cookies om inzicht te krijgen in de populariteit van de aangeboden artikelen (webstatistieken). Persoonlijke gegevens van bezoekers worden niet vastgelegd.

Met het Rijksbrede programma Circulaire Economie Nederland circulair in 2050 schetst het kabinet zijn plannen voor de transitie naar de circulaire economie. Om te kunnen volgen of die transitie op koers ligt is een monitoringssysteem nodig. In het rapport Circulaire Economie: Wat willen we weten en wat kunnen we meten doen het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL), het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en het Rijkinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) daar gezamenlijk een voorstel voor.

 

Het monitoringssysteem, dat nog verder moet worden uitgewerkt, heeft als doel om de inspanningen van overheden en maatschappelijke partijen op het gebied van circulaire economie te volgen en ook de effecten hiervan te laten zien. Op deze manier kunnen de succes- en faalfactoren van het transitieproces naar de circulaire economie worden geëvalueerd. Een van de adviezen van het rapport is toe te werken naar een circulair equivalent van de Nationale Energieverkenning (NEV), met hierin aandacht voor de effecten hier en nu, de stappen die nu worden gezet voor de transitie én de evaluatie van het huidige beleid. Het rapport is een antwoord op de vraag uit het Grondstoffenakkoord om een monitoringsysteem te ontwikkelen en een nulmeting te verrichten.

Nederland aan kop recycling

Nederland behoort als het om recyclen gaat al jaren tot de kopgroep van Europese landen met ruim 80% recycling en een hoge materiaalproductiviteit (euro/kilo materiaal). In het Rijksbrede programma Circulaire Economie laat het kabinet zien op welke wijze het op deze basis wil voortbouwen om zo te komen tot een Circulaire Economie (CE) waarin grondstoffen optimaal worden ingezet. Recycling blijft belangrijk in de circulaire economie, maar er is zeker ook een verschuiving nodig naar het langer gebruiken van producten en de onderdelen daarvan, en het voorkomen van grondstoffengebruik door bijvoorbeeld producten met meer mensen te delen. Dankzij de nulmeting kunnen we voor de komende jaren inzichtelijk maken of een dergelijke verschuiving daadwerkelijk plaatsvindt.

Halveringsdoelstelling vergt nadere uitwerking

Om goed te kunnen monitoren is een verdere uitwerking van de doelstelling uit het Rijksbrede programma CE om het gebruik van grondstoffen in 2030 te halveren van belang. In het rapport wordt daar nader op ingegaan. Zo kan deze halveringsdoelstelling verbonden worden met de urgentie van de vermindering van specifieke grondstoffen vanwege de hoge milieudruk die ze veroorzaken of omdat de leveringszekerheid in het geding is. Daarnaast is het van belang om niet alleen te kijken naar de directe effecten in Nederland maar de effecten in de hele keten zichtbaar te maken met behulp van de voetafdruk.

Monitoringsysteem als groeimodel

Het monitoren van de effecten is nu al mogelijk voor grondstoffengebruik, broeikasgassen en afvalverwerking. Zo is na een daling van 7% in de periode 2010-2014 de directe inzet van grondstoffen in de periode 2014-2016 nagenoeg gelijk gebleven. Uit de monitoring van de acties uit het Rijksbrede programma blijken veel van de gestarte acties te gaan over recycling en afvalverwerking, instrumentontwikkeling of netwerkvorming. Preventie, hergebruik en reparatie krijgen veel minder aandacht. Nog niet alle indicatoren die in het monitoringssysteem worden voorgesteld kunnen nu al worden gemeten. Vooral over de transitiedynamiek is nog weinig informatie beschikbaar. Het monitoringssysteem moet de komende jaren nog verder worden uitgewerkt, ook met het oog op meetbare indicatoren voor de uitvoering van de transitieagenda’s biomassa en voedsel, bouw, consumptiegoederen, kunststoffen en de maakindustrie. Het monitoringssysteem moet worden gezien als een groeimodel dat samen met de bij de transitieagenda’s betrokken partijen en andere Nederlandse kennisinstellingen kan worden doorontwikkeld.


Auteurs: José Potting (Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.) en Aldert Hanemaaijer (beiden PBL), Roel Delahaye en Rutger Hoekstra (beiden CBS), en Jurgen Ganzevles en Johannes Lijzen (beiden RIVM).

Klik hier om het gezamenlijke PBL/CBS/RIVM-rapport 'Circulaire economie: wat we willen weten en kunnen meten - systeem en nulmeting voor monitoring van de voortgang van de circulaire economie in Nederland' te downloaden.

Klik hier om de uitgebreide aanbiedingsbrief aan Staatssecretaris Mw. S. van Veldhoven, ministerie van Infrastructuur en Waterstaat te downloaden.

Ga direct naar alle artikelen over:

nME icon overheid groot 3d4

Overheid

nME icon bedrijfsleven2 groot

Bedrijfsleven

nME icon onderzoek groot

Onderzoek

nME icon opinie2 groot

Opinie en debat