Deze website gebruikt analytische cookies om inzicht te krijgen in de populariteit van de aangeboden artikelen (webstatistieken). Persoonlijke gegevens van bezoekers worden niet vastgelegd.

Net als alle andere economische sectoren, dient ook binnen transport een grote inspanning geleverd te worden om de CO2-uitstoot te reduceren. Een belangrijke en tot op heden (maar niet lang meer) ongereguleerde deelsector is die van wegvracht. Geschat wordt dat goederen tussen 2015 en 2050 80% (brandstof- en energie-)efficiënter zullen moeten vervoerd worden om in lijn te blijven met de mondiale klimaatdoelstellingen.

Het verbeteren van de efficiëntie (uitgedrukt in CO2/tonkilometer) is door Transport & Mobility Leuven onderzocht in een werkgroep opgezet door de IRU (International Road Transport Union), met bijdragen van een diverse groep stakeholders, zoals voertuigbouwers, brandstofproducenten, bandenproducenten, wegenbouwers, vervoerders, verladers, de milieubeweging,… Onderstaande cijfers zijn van toepassingen op het type wegvrachttransport met de grootste uitstoot, met name het vervoer op lange afstand.

In de eerste plaats en in de eerste fase kan er nog veel verbetering gevonden worden in de efficiëntie van de aandrijflijn. Warmterecuperatie, smering, elektrificatie van bepaalde onderdelen kunnen de CO2-uitstoot al met 10-15% beperken. Daarnaast kunnen andere veranderingen aan de opbouw van het voertuig een verdere bijdrage leveren: aerodynamische verbeteringen aan de cabine, de oplegger en aan de onderkant van het voertuig zorgen voor 6 tot 10% verbeteringen, en met lage rolweerstandsbanden kan nog eens 7-12% extra gehaald worden. Ook met rijhulpsystemen (adaptive/predictive cruise control, intelligent speed adaptation, versnellingscontrole,…) is een verbetering mogelijk van 6-8%, al kunnen deze verbeteringen ook voor een groot deel bereikt worden door een eco-efficiënte rijstijl, waarvoor specifieke training wordt gegeven. Gedegen onderhoud van het wegdek zal ook leiden tot een verbetering van de rolweerstand van de voertuigen, wat ongeveer 3% CO2-reductie kan opleveren.

In een volgende stap is gekeken naar alternatieve energiedragers. Bio- en andere hernieuwbare brandstoffen moeten nog verbeteren op vlak van duurzaamheid, maar zouden op de langere termijn volgens het Internationaal Energie Agentschap tot 24% reductie van de CO2-uitstoot moeten kunnen opleveren. Vloeibaar aardgas (LNG), een alternatief in opmars, kan enige reductie bieden maar ook hier moet op termijn naar een duurzame versie worden overgeschakeld. Elektrificatie in het zwaar transport is een lastige kwestie. Batterijen met hoge capaciteit zijn duur, groot en zwaar (waardoor minder vracht kan vervoerd worden), en hoewel de technologische evolutie sneller gaat dan verwacht, liggen ook andere opties op tafel. Een systeem waarbij hoofdwegen uitgerust worden met elektrische kabels op hoogte of in het wegdek, waar vrachtwagens dan rechtstreeks stroom van kunnen aftappen, wordt momenteel al getest in Zweden, Duitsland en Californië. Hoewel duur qua investering, zouden dergelijke systemen wel kostenefficiënt zijn. Deze voertuigen blijven wel uitgerust met een kleine opslagmogelijkheid voor een andere energiedrager (batterij of brandstof) om buiten het net te rijden tot de eindbestemming. Waterstof wordt ook onderzocht als energiedrager, maar staat, door de hoge kost van waterstofproductie, nog verder van de markt. Tegen 2050 wordt verwacht dat duurzame elektriciteit 35-40% van het wegvrachttransport quasi CO2-vrij kan doen rijden. In lichtere vrachttrajecten (bv. in steden) kan elektrificatie tot nog veel grotere reducties leiden. Op korte termijn kan inzetten op hybridisatie ook al een beperkte CO2-reductie opleveren.

De hierboven beschreven maatregelen zijn technisch van aard. Daarnaast zijn er ook een heel aantal ingrepen op operationeel en logistiek vlak die leiden tot beter en efficiënter vrachttransport.
Het gebruik van Lange Zware Vrachtwagens (LZV) is reeds toegestaan in Scandinavië, Duitsland en Nederland, en in een aantal extra landen, waaronder België, lopen proefprojecten. In principe kunnen hiermee efficiëntieverbeteringen van 4-8% gehaald worden. De nog steeds geldende beperking met betrekking tot grensoverschrijdende trips maakt echter dat wetswijzigingen op Europees niveau nodig zijn om dit potentieel te bereiken. Platooning (het computergestuurd rijden met heel korte tussenafstanden ter verbetering van de aerodynamiek) en ander gebruik van Intelligente Transport Systemen (ITS) kan een verbetering brengen van 1-4%. Deze innovatie moet misschien eerder gezien worden als een stap binnen de transitie naar autonome voertuigen.

Op logistiek vlak ligt het heil vooral in samenwerking tussen marktpartijen, waardoor de laadeenheden efficiënter benut worden en leegrijden wordt vermeden. IT-gedreven concepten die coördinatie en samenwerking optimaliseren en automatiseren (zoals het Fysieke Internet) moeten ervoor zorgen dat de uitstoot per tonkilometer met minstens 10% daalt. Verschillende EU projecten werken hier momenteel op, zoals AEROFLEX.

Tabel 1 geeft aan dat de doelstelling van 80% reductie haalbaar is. Een ruwe kostenschatting wordt meegegeven in verhouding met het besparingspotentieel. Met de huidige technologie is nog veel verbetering mogelijk, maar het is belangrijk dat voor de langere termijn het technologisch onderzoek zo snel mogelijk in een hogere versnelling moet gaan.

Tabel 1: Overzicht maatregelen

Lange afstand

Kost

Potentieel 2030

Potentieel 2050

Cumulatief 2030

Cumulatief 2050

Efficiëntie van de aandrijving

Gemiddeld

10%

15%

10.0%

15.0%

Gasvoertuigen

Gemiddeld/hoog

2%

4%

11.8%

18.4%

Hernieuwbare brandstoffen

Hoog

2%

24%

13.6%

38.2%

Training en hulpsystemen voor rijgedrag

Laag

6%

8%

18.8%

43.2%

Verlaging maximale snelheid

Laag

2%

2%

20.4%

44.3%

Platooning

Gemiddeld

1%

4%

21.2%

46.5%

Aerodynamica

Laag

6%

10%

25.9%

51.3%

Banden

Laag

7.5%

12.5%

31.5%

57.4%

Wegdekonderhoud

Gemiddeld

3%

3%

33.5%

58.7%

Logistieke organisatie

Laag/gemiddeld

2%

10%

34.8%

62.8%

LZV

Laag

3.5%

7.5%

37.1%

65.6%

Hybridisatie (2030)/elektrificatie (2050)

Gemiddeld/hoog

3%

37%

39.0%

78.2%


 Meer informatie over deze studie kan verkregen worden bij Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. (TMLeuven).