Deze website gebruikt analytische cookies om inzicht te krijgen in de populariteit van de aangeboden artikelen (webstatistieken). Persoonlijke gegevens van bezoekers worden niet vastgelegd.

Met de totstandkoming van het energieakkoord voor duurzame groei lijkt het nationale energiebesparingsbeleid effectiever te zijn geworden. De doelstellingen zijn minder hoog dan in het verleden, maar de realisaties komen meer in de buurt.

Opzet van de analyse

In dit artikel worden de geraamde resultaten onderzocht van meer dan twintig jaar energiebesparingsbeleid in Nederland en de rol die verkenningen daarbij hebben gespeeld [1]. Vanaf 1996 zijn ramingen gemaakt van het gemiddelde jaarlijkse besparingspercentage over de periode 2010-2020. In totaal zijn elf verkenningen gedaan, de meest recente is de Nationale Energieverkenning 2017 (NEV 2017). Zowel het beleidsdoel als het geraamde beleidsresultaat voor 2010-2020 zijn veranderd in de loop van de tijd. Dat geeft een indicatie van de veranderde beleidsaanpak gedurende 1996-2017.

Resultaten

In figuur 1 worden de resultaten weergegeven van de geraamde energiebesparing over 2010-2020 van elf verkenningen van ECN. Op de x-as wordt het jaar aangegeven dat een beleidsdoel voor 2010-2020 werd gesteld of een raming voor die periode plaatsvond. De grafiek is een weergave van de cijfers voor het gemiddelde besparingstempo over 2010-2020, niet van het verloop van de energiebesparing zelf over de periode.

Figuur 1: Doelen en ramingsresultaten voor het energiebesparingspercentage over 2010-2020, op basis van energieverkenningen over de periode 1996-2017.

De blauwe lijn geeft het beleidsdoel weer, zoals het in de loop van de jaren is veranderd. Belangrijke momenten zijn gemarkeerd met verticale pijlen in de jaren dat nieuw pakket besparingsbeleid is vastgesteld. Ook tussentijds is echter het doel bijgesteld. De rode lijn geeft het geraamde resultaat weer voor 2010-2020, op basis van de beschikbare informatie over de beleidsplannen. Het geraamde resultaat van het voorgenomen beleid vormt belangrijke stuurinformatie voor beleidsmakers. De zwarte lijn daaronder geeft het ramingsresultaat weer van het beleid dat al in werking is. Wat opvalt is het fluctuerende verloop van zowel het doel als het resultaat. Daarom zijn in de figuur ook lineaire trendlijnen toegevoegd. Doel en resultaat lijkt op basis daarvan te convergeren.

Vanaf 1995 was de Derde Energienota de basis voor het energiebesparingsbeleid, met een ambitieus besparingsdoel: 33% over 1995-2020. In 1998 is de Energiebesparingsnota uitgebracht, vervolgens in 1999 het Actieprogramma Energiebesparing 1999-2002. In 1999 zijn de beleidsambities verder verhoogd, maar het bijbehorend beleidspakket schoot tekort. In de Referentieraming van 2002 werd dit al geconstateerd voor de periode tot 2010. Pas in 2005 kwamen nieuwe ramingen beschikbaar tot 2020 waaruit blijkt dat het doel niet gehaald wordt.

In 2007 wordt het werkprogramma “Schoon en Zuinig” gelanceerd, met een besparingsdoel van 2% per jaar. Voor dit programma werden ramingen gemaakt, waarbij duidelijk werd dat ambitieus beleid moet worden ingezet. Het voorgenomen beleid, geformuleerd in 2007, was ook afgestemd op het ambitieuze doel. In 2009 is een eerste verkenning gemaakt na concretisering van het voorgenomen beleid. De effecten uit deze verkenning vielen tegen, het doel voor 2010-2020 blijft buiten bereik. Er wordt wel concreet onderzocht welke aanvullende beleidsopties mogelijk zijn.

Het derde grotere energiebeleidsprogramma in deze analyse is het Energieakkoord van 2013, tot stand gekomen in SER-verband na een onderhandelingsproces met een groot aantal maatschappelijke organisaties en overheden. Vertaald naar 2010-2020 lijkt het doel minder ambitieus dan eerdere programma’s, maar de eerste jaren van deze periode zijn in 2013 al verstreken. Sinds 2013 zijn jaarlijks ramingen gemaakt die fungeerden als stuurinformatie voor de uitvoering van het Energieakkoord. Op basis daarvan vinden ook jaarlijks beleidsbijstellingen plaats. De geraamde energiebesparingsresultaten van de Nationale Energieverkenningen (NEV) voor 2010-2020 komen dicht in de buurt van het besparingsdoel. Daarin lijken ze af te wijken van eerdere resultaten vanaf 1996.

Bevindingen

• Het energiebesparingsbeleid en de participatie van belanghebbenden daarin lijkt effectiever te zijn geworden in recente jaren. Het beleidsdoel is beter onderbouwd en de geraamde resultaten vertonen een stijgende trend ten opzichte van programma’s in het verleden.

• De eigenschappen van het Nationale Energieakkoord dragen waarschijnlijk bij aan deze verbeterde effectiviteit. Dat betreft zowel de directe participatie van belangengroepen in het sluiten van het akkoord, als ook de betere onderbouwing van doelen en acties.

• De korte jaarlijkse cyclus waarbij stuurinformatie wordt ontleend aan ramingen uit de Nationale Energieverkenning in plaats van realisaties maakt snelle bijstelling van beleid en acties mogelijk.


Nadere gegevens: Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.. Voor referenties, zie: https://repository.tudelft.nl/view/tno/uuid:4f15aa00-7b4e-4425-9377-18897a499921.


Noot

[1] Deze analyse gebruikt het primair energetisch verbruik van energiedragers als eenheid. Dat is inclusief het verbruik voor omzetting van brandstoffen in elektriciteit, maar exclusief het verbruik van brandstoffen als grondstof voor chemische producten.