Deze website gebruikt analytische cookies om inzicht te krijgen in de populariteit van de aangeboden artikelen (webstatistieken). Persoonlijke gegevens van bezoekers worden niet vastgelegd.

Een maatschappelijke kosten-batenanalyse van een 'groene fietsgordel' rond de stad Brugge laat een positief maatschappelijk saldo zien. De investering wordt binnen 14 jaar 'terugverdiend'.

In het kader van het landinrichtingsproject Veldgebied Brugge heeft de Vlaamse Landmaatschappij, met cofinanciering van het Europees INTERREG IVB-programma VALUE, een maatschappelijk-economische evaluatie laten uitvoeren van het project "Groene Fietsgordel Brugge" door de Universiteit Gent. Het Europees VALUE programma beoogt vooral het verbeteren van de omgevingskwaliteit in randstedelijke gebieden door middel van groene investeringen. Brugge is één van zeven steden waarin VALUE investeert. Het project "Groene Fietsgordel Brugge" vult de groene investeringen in door de aanleg van fietspaden die zorgen voor een betere verbinding tussen de groendomeinen rond Brugge en van de randgemeenten met de stad.

De studie heet "Ontwikkeling en toepassing van een instrument voor het meten van de economische impact van groene investeringen in het Randstedelijk gebied Brugge in het kader van het landinrichtingsproject 'Veldgebied Brugge'". In de studie wordt een kosten-batenanalyse toegepast op niveau van de investering en wordt het effect van de investering op de competitiviteit van de regio geëvalueerd door een multiplicator-analyse. De evaluatie berust op projectdata en beschikbare data, richtwaarden en kengetallen. In die zin werd getracht een zo goed mogelijke schatting te bekomen die ex-post geverifieerd en verfijnd zal worden.

De ex-ante kosten-batenanalyse resulteert in een positief maatschappelijk saldo (netto contante waarde) ten belope van 1,7 miljoen euro. Dit saldo wordt gerealiseerd over een beschouwde periode van 20 jaar. Het project Groene Fietsgordel wordt terugverdiend tussen het 13e en het 14e jaar. In dat jaar zijn de baten hoger dan de investeringskosten en onderhoudskosten. In de evaluatie van het effect op de competitiviteit van de regio wordt bepaald dat het project een totale economische meerwaarde kan hebben van 5,7 miljoen euro of meer dan drie keer zoveel als de directe economische meerwaarde.

De verdeling van de directe baten van het project ziet eruit als volgt:

 

De analyse leidt tot een aantal belangrijke vaststellingen over de impact van verschillende waarden op de totale economische waarde van de investering voor de samenleving.

Een eerste vaststelling is dat tweederde van de totale directe baten van het project wordt gegenereerd door de vermeden autokost, inclusief congestiekost. Een toename van het aantal fietspendelaars tussen Brugge en de gemeenten buiten de fietsgordel is dan ook een noodzakelijke voorwaarde om tot een positief saldo te komen.

Daarnaast heeft fietsen een positief effect op de gezondheid van de fietsers en op het milieu. Tot de baten van de gezondheidseffecten worden, als gevolg van het fysiek actief zijn, de vermeden gezondheidskost en het verminderd ziekteverzuim van de werknemers gerekend. Bij de milieueffecten wordt rekening gehouden met een verminderde uitstoot van CO2 en fijn stof die een impact hebben op de luchtkwaliteit.

Verder wordt bij het bepalen van de baten ook de vermeden kost bij fietsongevallen opgenomen en worden, tenslotte, de baten bepaald die verbonden zijn aan het recreatief fietsen en de bestedingen tijdens de recreatieve fietstochten.

De economische meerwaarde die het project levert aan een hogere kwaliteit van de leefomgeving is (nog) niet opgenomen omdat de nodige gegevens ontbreken.

De indirecte baten, die op een grotere schaal werken dan het project, geven aan wat het effect van de investerings- en onderhoudskosten zijn voor andere sectoren (voornamelijk de bouwsector). Deze cijfers werden berekend door middel van Vlaamse input-outputtabellen en de hieruit berekende multiplicatoren. Zo is berekend dat er in de aanverwante sectoren ongeveer 4 miljoen euro omzet gecreëerd wordt of 80% van de investeringskost van het project. De totale indirecte baten tonen dat de geplande investeringen van de overheid in het project belangrijk zijn om de lokale (of Vlaamse) economie te stimuleren.


De studie is uitgevoerd door Bert Vermeire, Ann Verspecht, Valerie Vandermeulen, Xavier Gellynck en Guido Vanhuylenbroeck (Universiteit Gent, Vakgroep Landbouweconomie) in opdracht van VLM West-Vlaanderen. Inlichtingen: Nel Ghyselinck (Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.).