Deze website gebruikt analytische cookies om inzicht te krijgen in de populariteit van de aangeboden artikelen (webstatistieken). Persoonlijke gegevens van bezoekers worden niet vastgelegd.

Uit een analyse van economische waarderingstools voor groene infrastructuur blijkt dat deze onvoldoende inspelen op de noden van steden en gemeenten. Zijn ze dan helemaal nutteloos? Neen, bepaalde tools kunnen steden en gemeenten zeker aanwenden om in een verkennende fase relevante ecosysteemdiensten te identificeren, zodat gerichte diepte-analyses kunnen worden uitbesteed.

Onder het begrip groene infrastructuur (GI) wordt een waaier aan ruimtelijke, (semi-) natuurlijke elementen begrepen. De term is breed te interpreteren: van groene daken en muren over waterdoorlatende voetpaden tot straatbomen en parken. Stuk voor stuk worden groene infrastructuur toepassingen gekenmerkt door hun multifunctionaliteit: ze leveren ons een veelvoud aan ecosysteemdiensten. De uitrol van stedelijke groene infrastructuur wordt echter vaak vertraagd door verschillende drempels in verschillende fases van het beslissingsproces. Éen van de voornaamste drempels betreft het gebrek aan gedemonstreerde toegevoegde waarde. Door middel van complexe modellering kunnen biofysische en hydrologische impact doorgaans berekend worden. In een stedelijke omgeving die gekenmerkt wordt door een hoge graad van competitiviteit om de beschikbare ruimte, alsook aanwezigheid van een groot aantal stakeholders in het besluitvormingsproces, is het belangrijk om de case voor groene infrastructuur zo volledig mogelijk te maken. Hoewel geld niet zelden een doorslaggevende factor is om beslissingen te motiveren, lijken steden en gemeenten op dit moment niet in staat om de baten van een potentiële groene infrastructuur investering om te zetten in monetaire termen. Bij traditionele, grijze infrastructuur daarentegen, zijn kosten en baten van een investering veel eenvoudiger te bepalen, waardoor groene infrastructuur dikwijls het onderspit moet delven. Om de ontwikkeling naar monetaire waardering te faciliteren – en dus de business case voor groene infrastructuur kracht bij te zetten – werden in de academische wereld reeds een heleboel toolkits ontwikkeld. Ook al verschillen deze toolkits onderling qua vorm, transparantie, geografische resolutie, techniciteit, etc. enorm van elkaar, het einddoel is vaak identiek: geïnformeerde besluitvorming ondersteunen.

Onderzoekers van de Universiteit Antwerpen gingen op zoek naar toolkits met een monetaire waardering en onderworpen deze tookits aan een analyse om de toepasbaarheid voor steden en gemeenten in te schatten. Aan de basis van deze analyse lag de selectie van beoordelingscriteria. Deze criteria werden gedefinieerd aan de hand van discussies met stedelijke partners, alsook als resultaat uit een literatuuronderzoek. Vervolgens werd een lijst met toolkits samengesteld uit literatuuronderzoek en consultatie van steden en gemeenten binnen het interreg 2 seas Nature Smart Cities project. Hiervoor werden twee elementaire selectiecriteria gehanteerd: (i) levert de toolkit een monetaire waardering?; (ii) beoogt de toolkit een volledige waardering (i.e. meerdere ecosysteemdiensten)? Een finale lijst van toolkits die onderworpen werden aan de evaluatiecriteria, alsook deze evaluatiecriteria zelf, is weergegeven in tabel 1.

Uit dit literatuuronderzoek blijkt dat het gros van de tools slechts beperkte aandacht besteedt aan het vormen van de economische case. Monetaire waardering is een belangrijke eerste horde, maar toolkits zouden verder kunnen gaan dan deze (jaarlijkse) baten in geld uit te drukken en gebruikmaken van economische indicatoren die in de praktijk ook toegepast worden voor grijze infrastructuurprojecten, denk bijvoorbeeld aan de netto huidige waarde of interne opbrengstvoet.

 

Tabel 1: Overzicht van tools en scores op evaluatiecriteria

 

 

Een andere beperking voor deze economische case is de overweging van een uitgebreide kostenzijde, waarbij naast de investeringskosten ook de onderhoudskosten een belangrijke rol spelen bij de keuze voor GI. Deze kostenzijde is vooralsnog te weinig onderzocht. Voorts zouden tools gebaat zijn bij een onderverdeling per type groene infrastructuur, zodat steden en gemeenten op overzichtelijke wijze geïnformeerd worden over de ecosysteemdiensten van verschillende groentypes. Een volgend punt is de afstemming tussen product en eindgebruiker. Er blijkt een grote afstand ite zijn tussen toolkits (vaak academische wereld) en hun doelpubliek (steden en gemeenten). Vaak zijn toolkits qua gebruik te complex, vereisen ze een grote bijdrage van experts en wordt een specifiek stedelijke context onvoldoende meegenomen in de berekeningen (bevolkingsdichtheid, stedelijke ecosysteemdiensten, etc.). Voor Vlaamse steden en gemeenten kunnen we stellen dat Natuurwaardeverkenner (NVE) aan erg veel criteria beantwoordt en een significante bijdrage kan leveren voor het ondersteunen van ruimtelijke beslissingen in Vlaanderen. Desalniettemin is doorrekenen met deze tool buiten Vlaanderen niet aangewezen.

Al deze factoren zorgen ervoor dat (de meeste van) deze toolkits op dit moment enkel geschikt blijken voor verkennende doeleinden, bijvoorbeeld om waardevolle ecosysteemdiensten te identificeren, die nadien meer in diepte onderzocht kunnen worden.


In het INTERREG-2 Zeeën Nature Smart CIties project, tracht een consortium van 3 academische partners en 8 stedelijke/gemeentelijke partners aan de hand van pilot cases een businessmodel te definiëren voor investeringen in groene infrastructuur. Voor meer info omtrent dit project kan u terecht op naturesmartcities.eu, waar u tevens kan inschrijven op de nieuwsbrief. Voor meer informatie kan u contact opnemen met Wito Van Oijstaeijen (Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.). De volledige publicatie kan u raadplegen via deze link.

Van Oijstaeijen, W., Van Passel, S., & Cools, J. (2020). Urban green infrastructure: A review on valuation toolkits from an urban planning perspective. Journal of Environmental Management, 267, 110603.