Deze website gebruikt analytische cookies om inzicht te krijgen in de populariteit van de aangeboden artikelen (webstatistieken). Persoonlijke gegevens van bezoekers worden niet vastgelegd.

Bedrijven hebben de hogere kosten voor gas en elektriciteit opgevangen met energiebesparing en prijsverhogingen voor klanten. De hogere energieprijzen zullen naar verwachting slechts tot een beperkt aantal extra verlieslatende bedrijven leiden. Voor sommige bedrijven kan de situatie echter schrijnend zijn. Dit blijkt uit het simulatieonderzoek 'Energieprijzen en bedrijfswinsten' van het Centraal Planbureau (CPB). 

Met een stresstest onderzocht het CPB de gevolgen van hogere energiekosten voor bedrijfswinsten. In het hoofdscenario stijgt het aandeel verlieslatende bedrijven beperkt, met ongeveer 2%-punt. De stijging is met name groot voor de bedrijfstakken overige niet-metaalhoudende minerale producten, vervaardiging van dranken en de wellness en uitvaartbranche. In het hoofdscenario stijgt het aandeel verlieslatende bedrijven in deze bedrijfstakken met ongeveer 4%-punt. Er zijn wel grote verschillen tussen bedrijfstakken. 

Energie-intensieve bedrijven met hogere energielasten ervoeren meer prikkels om energie te besparen. Op basis van gegevens over het energieverbruik voor bedrijfstakken, ziet het CPB vooral een hoge energie-intensiteit in de bedrijfstak vervoer door de lucht, en verschillende bedrijfstakken in de industrie zoals de chemische industrie. Het CPB ziet dat het gasverbruik in de industrie met ongeveer 40% is teruggebracht ten opzichte van 2019. Ter vergelijking: in totaal is het gasverbruik door huishoudens en bedrijven met 27% gedaald ten opzichte van 2019. Deze gasbesparingen kunnen tot stand zijn gekomen door het totale energieverbruik te verminderen, door over te stappen naar goedkopere energiebronnen, of door de bedrijfsvoering tijdelijk stil te leggen.

Bedrijven hebben (een deel van) de gestegen energiekosten doorberekend aan klanten. Zowel in de diensten als de industrie observeert het CPB een stijging van de afzetprijzen. De grootste stijgingen in afzetprijzen vinden vooral plaats in energie-intensieve bedrijfstakken, met de sterkste stijgingen in de bedrijfstakken Vervoer door de lucht en Vervoer over water, respectievelijk met ongeveer 20 en 25%. Dit beslaat echter alleen de verandering in afzetprijzen, en niet de mate van afwenteling van gestegen kosten op klanten. Voor de industrie in het bijzonder ziet het CPB dat gestegen kosten meer dan volledig doorberekend zijn in de afzetprijzen. Gemiddeld zijn de  afzetprijzen met 2,9%-punt meer verhoogd dan de prijzen van goederen en diensten van andere ondernemingen die een bedrijf nodig heeft (kostprijzen), waaronder die van energie. Ook voor de twee meest energie-intensieve industrieën is de afzetprijs sterker gestegen dan de stijging van kostprijzen, met 8,8%-punt voor de basismetaalindustrie en 5,5%-punt voor de chemische industrie. Dit wijst op een grote mate van doorberekening van gestegen kosten in de afzetprijzen. Deze bevindingen over de mate van afwenteling worden ondersteund door de antwoorden van ondernemers in enquêtes. Zij hebben in 2022 in veel grotere mate aangegeven de prijzen te willen verhogen ten opzichte van 2019.

Gezien de bevindingen van deze studie ligt generieke energieprijscompensatie voor de energiekosten van bedrijven niet voor de hand, omdat alle bedrijven te maken hebben met gestegen energiekosten. Individuele bedrijven zullen verschillen in de mate en de snelheid waarmee ze geraakt worden door de stijging van energiekosten. Dit hangt ondermeer af van prijsafspraken in hun inkoop- en verkoopcontracten. Bedrijven verschillen ook in hun aanpassingsgedrag en kunnen mogelijk marktaandeel verliezen als concurrenten sneller aanpassen. Maar in totaal is het percentage bedrijven dat mogelijk verlieslatend wordt als gevolg van de energieprijsschok aanzienlijk lager dan in eerdere crisisperiodes. Bovendien is het de verwachting dat de stijging van de energiekosten gedeeltelijk permanent zal zijn. Bedrijven zullen zich uiteindelijk moeten aanpassen aan de nieuwe situatie. Zo blijft de reguliere bedrijvendynamiek zoveel mogelijk in stand. Steunbeleid is beter te rechtvaardigen bij tijdelijke dan bij permanente schokken. 


Klik hier om het CPB-simulatieonderzoek te downloaden. 

Auteurs: Beau Soederhuizen, Leon Bettendorf, Adam Elbourne, Bert Kramer, Gerdien Meijerink, Benjamin Wache.

Nader inlichtingen: www.cpb.nl 

Ga direct naar alle artikelen over:

nME icon overheid groot 3d4

Overheid

nME icon bedrijfsleven2 groot

Bedrijfsleven

nME icon onderzoek groot

Onderzoek

nME icon opinie2 groot

Opinie en debat