Deze website gebruikt analytische cookies om inzicht te krijgen in de populariteit van de aangeboden artikelen (webstatistieken). Persoonlijke gegevens van bezoekers worden niet vastgelegd.

Ondernemers lijken hun bedrijfsvoering aan te passen aan klimaatbeleid, in plaats van hun bedrijf te verplaatsen naar landen zonder of met minder streng klimaatbeleid. Er is weinig tot geen bewijs dat klimaatbeleid de winst, productiviteit of omzet van een gemiddeld industrieel bedrijf heeft gedrukt. Dat blijkt uit een CPB-studie naar het effect van koolstofkosten voor circa 3 miljoen bedrijven in 32 landen tussen 2000 en 2019.

Bedrijven kunnen via beleid aangemoedigd worden om het gebruik van fossiele energie te verminderen om zodoende nationale en internationale klimaatdoelstellingen te halen. Dat kan door koolstof expliciet te beprijzen met een CO2-belasting of emissiehandelssysteem, maar ook via brandstofaccijnzen, subsidies, normen en restricties. Al deze beleidsmaatregelen bepalen, expliciet of impliciet, hoe duur of aantrekkelijk het is voor bedrijven om koolstof uit te stoten. Stijgende koolstofkosten kunnen de economische activiteit en de concurrentiepositie van bedrijven wellicht schaden. Bovendien kunnen bedrijven mogelijk de lokaal verhoogde koolstofkosten vermijden door hun activiteiten te verplaatsen naar zwakker gereguleerde jurisdicties. Dit kan samengaan met een extra toename van CO2-emissies elders in de wereld. Dergelijke zogeheten CO2-weglekeffecten maken binnenlandse klimaatmaatregelen minder effectief.

In de studie levert het CPB voor het eerst bewijs op internationaal bedrijfsniveau over het effect van expliciete en impliciete koolstofkosten op economische activiteit. Het CPB combineert twee unieke databronnen. Het gebruikt productiegegevens om een integrale maatstaf van koolstofkosten te construeren. Deze maatstaf weerspiegelt de strengheid van de mix van klimaat- en energiebeleid. De maatstaf heeft een sterke micro-economische basis en maakt objectieve en consistente internationale vergelijkingen mogelijk. Het koppelt deze maatstaf aan zeer uitgebreide internationale gegevens over de productieactiviteit en prestaties van industriële bedrijven. De dataset omvat tot 3,1 miljoen bedrijven uit 32 landen en 15 industriele sectoren in de periode 2000–2019. Robuuste panelschattingsmodellen worden gebruikt om te testen hoe stijgende koolstofkosten de bedrijfsprestaties beïnvloeden.

Het onderzoek vindt weinig bewijs voor negatieve effecten op de prestaties, zoals winst, productiviteit en omzetgroei van een gemiddeld industrieel bedrijf. De studie vindt wel een beperkte vermindering van de werkgelegenheid in de orde van 2% bij een USD 50/tCO2 toename van de koolstofkosten. Investeringen worden daarentegen juist opgevoerd. De effecten verschillen echter aanzienlijk tussen subgroepen van bedrijven. Prestatie-effecten zijn het meest uitgesproken in sectoren die gevoelig zijn voor CO2-weglek en in EU-landen. In het bijzonder worden beperkte werkgelegenheidsdalingen waargenomen in kapitaalintensieve bedrijven en kleine bedrijven in weglekgevoelige sectoren, voornamelijk in de mijnbouw, cement en basismetalen. In weglekgevoelige sectoren ziet het CPB verder dat kapitaalintensieve bedrijven hun investeringen opvoerden en dat kleine bedrijven hun productiviteit verbeterden. In alle subgroepen worden winstgevendheid en de kans op exit nauwelijks beïnvloed door koolstofkosten.

Beleidsmakers kunnen de onderzoeksresultaten gebruiken om het risico op nadelige effecten van klimaatbeleid in te schatten en om hun beleid efficiënt vorm te geven. De bevindingen laten zien dat de nadelige effecten beperkt zijn en dat ze bovendien geconcentreerd zijn in kleine subgroepen van bedrijven. Dit komt overeen met eerder bewijsmateriaal over expliciete CO2-beprijzingsinstrumenten en energieprijzen. Deze resultaten suggereren dat bedrijven voornamelijk reageren op stijgende koolstofkosten door hun productieproces aan te passen in plaats van te verplaatsen. Toch zouden verplaatsing en CO2-weglek belangrijker kunnen worden voor landen die ambitieuzer klimaatbeleid invoeren dan andere landen. Dit hangt mede af van een groot aantal andere factoren dan directe koolstofprijzen zoals onder meer agglomeratievoordelen, het belastingstelsel, beleidsontwerp en institutionele factoren. Bovendien anticiperen toekomstgerichte bedrijven op aankomende veranderingen in het klimaatbeleid en mogelijk ander consumptiegedrag over de hele wereld. Deze studie onderstreept dat klimaatbeleid, zeker internationaal, kan worden aangescherpt met beperkte economische schade.


Auteurs: Arjan Trinks (CPB) en Erik Hille (HHL Leipzig Graduate School of Management)

Klik hier om het CPB-duscussiepaper te downloaden. 

Nader inlichtingen: www.cpb.nl 

 

Ga direct naar alle artikelen over:

nME icon overheid groot 3d4

Overheid

nME icon bedrijfsleven2 groot

Bedrijfsleven

nME icon onderzoek groot

Onderzoek

nME icon opinie2 groot

Opinie en debat