Nederland moet in risicogebieden inzetten op overstromingsbestendig bouwen om zich in de toekomst beter te wapenen tegen wateroverlast. Dat is één van de voornaamste conclusies uit onderzoek van het Instituut voor Milieuvraagstukken (IVM) van de Vrije Universiteit (VU) Amsterdam dat onlangs is gepubliceerd in Water Resources Research.
In de zomer van 2021 werd Limburg getroffen door een zware overstroming. De totale schade van de ramp wordt ingeschat tussen de €400 en €500 miljoen. Na de overstroming in 2021 heeft VU Amsterdam in samenwerking met Deltares een vragenlijst uitgezet om inzicht te krijgen in welke maatregelen effectief zijn voor inwoners om schade van dit soort weersextremen in de toekomst te beperken. De vragenlijst is uiteindelijk ingevuld door ruim 1500 huishoudens waarvan er meer dan 300 waren overstroomd. Dit soort rampschades komen steeds vaker voor en worden intenser. Verzekeringen dekken nog niet alle overstromingsschade, waardoor verder ingrijpen essentieel is.
Meer dan alleen verzekeren
De overstroming in Limburg heeft de afgelopen jaren een discussie in gang gezet tussen de overheid en verzekeraars over de verzekerbaarheid van overstromingen. Het compensatieproces van de schade heeft namelijk veel stress opgeleverd voor de overstroomde huishoudens in Limburg. Niet alle getroffen huishoudens waren verzekerd tegen overstromingen vanuit kleinere rivieren of beken. Een deel van de niet-verzekerde schade is via de Wet Tegemoetkoming Schade bij Rampen (WTS) of het Rampenfonds vergoed, maar dit heeft niet alle schade gedekt; uit eerder onderzoek blijkt dat een steekproef van getroffen huishoudens een half jaar na de overstroming uiteindelijk zo’n 60% van alle schade vergoed had gekregen.
Om overstromingsschade in de toekomst te beperken wordt in het onderzoek dan ook op het belang gewezen om actie te ondernemen in en rondom de woning. Rekening houden met overstromingsbestendig bouwen bij de renovatie en bouw van woningen in risicovolle gebieden voorkomt niet alleen schade, maar ook veel stress in de nasleep van een overstroming. Stappen die hierbij genomen worden zijn bijvoorbeeld het bouwen met waterdichte materialen en het hoger plaatsen van elektronische apparaten, zoals stopcontacten of keukenapparatuur. Uit het onderzoek blijkt dat hierbij meer dan bijna 30% van de gebouwwaarde en 40% van de inboedelwaarde beschermd kan worden.
Tijdens de overstroming in Limburg was ongeveer de helft van de huishoudens in staat om dit soort acties te ondernemen. Inwoners van de meest zuidelijke delen van Limburg, zoals Valkenburg aan de Geul deden dit minder vaak, aangezien zij in veel gevallen overvallen werden door het snel stijgende water. Uit het onderzoek blijkt dat noodmaatregelen overstromingsschade aan het gebouw met bijna 30% van de totale herbouwwaarde kunnen verminderen, wat overeenkomt met een schadevermindering van rond de €40,000. Ook wordt gemiddeld ruim €25,000 aan schade voorkomen aan de inboedel.
Een van de aanbevelingen van het onderzoek om huiseigenaren beter te beschermen is het opnemen van genomen overstromingsmaatregelen op te nemen in het klimaatlabel van een huis. De Dutch Green Building Council (DGBC), een organisatie die zich inzet voor toekomstig bestendig bouwen, ontwikkelde een open methodiek om klimaatrisico’s voor gebouwen in te schatten.
Figuur: Overstromingsschade aan het gebouw voor verschillende overstromingsdieptes voor de groep met (groen) en zonder (blauw) waterbestendige maatregelen.
Contact: