Nederland ligt nog niet op koers om in 2030 alle eerder dit jaar aangescherpte Europese doelen voor energiebesparing te halen. Tegelijk stijgt door de plannen in de Voorjaarsnota Klimaat het aandeel hernieuwbare energie in het finale energieverbruik flink. Daardoor komt het eveneens aangescherpte doel voor hernieuwbare energie in zicht. Dit blijkt uit het tweede deel van de Klimaat- en Energieverkenning (KEV) 2023 over energiebesparing en hernieuwbare energie.
Op Prinsjesdag bleek uit het eerste deel van de KEV2023 dat het Nederlandse doel voor broeikasgasemissies voor het eerst in zicht is, maar dat daarbij een snelle en ambitieuze uitwerking van de plannen cruciaal is. Zie de bijdrage in de vorige Nieuwsbrief Milieu en Economie.
Flink hogere energiebesparing tussen 2021 en 2030 door nationaal beleid
Er is ook een Europees doel voor de snelheid waarmee het energieverbruik daalt door nationaal energiebesparingsbeleid. Dit doel uit de Energiebesparingsrichtlijn EED is mede als reactie op de Russische invasie in de Oekraïne ook aangescherpt. Het doel is uit te drukken als de totale energiebesparing tussen 2021 en 2030. Dit bindende doel voor Nederland is van 924 petajoule aangescherpt naar 1285 petajoule. De totale energiebesparing in deze periode is in de raming van dit jaar anderhalf keer groter dan in de raming van vorig jaar, dankzij de plannen uit het Voorjaarspakket waarvoor een effectschatting kon worden gemaakt. Daarmee is in de KEV 2023 het nieuwe doel van 1285 petajoule binnen bereik; het ligt halverwege de geraamde bandbreedte van 1168 tot 1415 petajoule.
Fors hoger aandeel hernieuwbare energie, maar doel stijgt nóg harder
Met de nieuwe plannen komt het aandeel hernieuwbare energie in Nederland in de KEV 2023 tussen de 32 en 42 procent. Dat is flink (4 tot 8 procentpunt) meer dan de raming van vorig jaar. Dit komt enerzijds door de extra inzet van biobrandstoffen in de mobiliteit en meer zonnepanelen, en anderzijds door een lager finaal verbruik. Het Nederlandse doel voor hernieuwbare energie stijgt echter nóg sterker: met 11 procentpunt van 27 procent naar waarschijnlijk 38 procent volgens de herziening van de Hernieuwbare Energie Richtlijn (REDIII). Het nieuwe Nederlandse doel van 38 procent hernieuwbare energie volgt naar verwachting uit het doel dat voor Europa als geheel in september 2023 is vastgesteld op 42,5 procent (en liefst 45 procent).
Sectordoelen hernieuwbare energie nog niet in zicht
In dezelfde herziening van de Hernieuwbare Energie Richtlijn (RED III) worden ook subdoelen voor het gebruik van hernieuwbare energie in de sectoren industrie, mobiliteit, gebouwde omgeving en warmte geïntroduceerd en aangescherpt. Dit moet het gebruik van hernieuwbare energie bevorderen in sectoren waar dit nog moeizaam verloopt. Om die subdoelen te realiseren moet er de komende jaren nog veel gebeuren.
Nadere informatie:
Klik hier om de KEV2023 te downloaden.