Ondanks het tragere tempo dan bij onze buurlanden en handelspartners, zet de vergroening van de Vlaamse economie zich door. Dat tragere tempo zorgt wel voor een risico dat ons concurrentievermogen kan worden aangetast. Vooral op vlak van broeikasemissies en energieverbruik is de vooruitgang kleiner dan in andere landen. Dat alles blijkt uit de recentste actualisatie van de Monitor Groene Economie van Departement Omgeving van de Vlaamse overheid.
Met de Monitor Groene Economie probeert het Departement Omgeving van de Vlaamse overheid een antwoord te geven op de vraag hoe duurzaam de transitie van de Vlaamse economie verloopt. Dit aan de hand van een set indicatoren met langs de ene kant betrekking tot het Vlaams hulpbronnengebruik (evolutie en vergelijking met Europese landen) en langs de andere kant het vergroeningsbeleid en de mate van eco-innovatie in Vlaanderen. Momenteel telt de monitor een 20-tal indicatoren. De boodschap die de monitor de laatste jaren naar buiten bracht is duidelijk: hoewel Vlaanderen vooruitgang boekt op de meeste indicatoren, lopen we vaak achter op de andere Europese landen. We gaan vaak minder productief om met onze hulpbronnen en ook op vlak van vergroeningsbeleid scoren we niet altijd als beste van de klas. Dit kan een kwetsbaarheid op het vlak van concurrentiekracht met zich meebrengen, in het geval dat de prijs voor het gebruik van deze hulpbronnen significant zou stijgen.
De verklaring en oorzaken voor onze positie zijn divers. Zo heeft Vlaanderen een sterk aandeel energie- en materiaal-intensieve industrie. Bovendien is Vlaanderen een transitland waardoor het transport van buitenlandse ondernemingen meegenomen wordt in de Vlaamse cijfers. Ook de beperkte ruimte voor nieuwe hernieuwbare energiebronnen en de minder goede weersomstandigheden in vergelijking met een aantal andere EU-lidstaten spelen een rol. Daarnaast heeft ook het oude gebouwenpatrimonium een impact op de cijfers.
Gezien de macro-economische aard van de indicatoren in de monitor, blijft het echter moeilijk om exacte verklaringen voor de cijfers te vinden. De monitor is dan ook constant in ontwikkeling om advies te kunnen geven over de nodige stappen voor een vergroening van onze economie, en te kijken hoe die te aligneren met die van onze belangrijkste handelspartners, nl. onze buurlanden. Een belangrijke conclusie is al wel dat er heel wat koppelkansen zijn tussen het verhogen van onze internationale competitiviteit en het behalen van klimaatdoelstellingen.
Figuur 1. Overzicht van verschillende de hulpbronnenproductiviteiten uit de Groene Economiemonitor. Met telkens op de Y-as een verhouding tussen het Vlaamse BBP en de hoeveelheid ingezette hulpbron (of uitstoot bij broeikasgas).
Vlaanderen neemt beleidsinitiatief en is daarmee een gemiddelde Europese leerling
De monitor bevat ook een set indicatoren voor beleid en innovatie die aangeven in welke mate het beleid en andere economische actoren actie ondernemen om onze economie te vergroenen door beleidsinstrumenten en het inzetten op innovatie. De verschillende indicatoren geven een divers beeld. Vlaanderen speelt op sommige vlakken duidelijk in op de opportuniteiten die een groene economie biedt, maar op andere vlakken hebben we nog potentieel om de transitie te versnellen. Voor de beleids- en innovatie indicatoren blijven de trends van de afgelopen jaren zich gewoon voortzetten.
Figuur 2. Overzicht van de beleids- en innovatieindicatoren.
Meer lezen: https://indicatoren.omgeving.vlaanderen.be/onderwerpen/monitor-groene-economie