De kosten en baten van klimaatmaatregelen op het gebied van mobiliteit verschillen tussen groepen in de samenleving. Zo zet het huidige klimaatbeleid voor mobiliteit sterk in op (fiscale voordelen voor) de elektrische auto, waardoor het voornamelijk werkt voor de zakelijke leaserijder en de particulier met een hoog inkomen. Om ervoor te zorgen dat iedereen mee kan doen in de transitie naar duurzame mobiliteit, is het belangrijk om bij het opstellen van beleid oog te hebben voor de gevolgen voor verschillende groepen. Dit vergroot niet alleen de effectiviteit en efficiëntie van het beleid, maar draagt ook bij aan een breder draagvlak voor de mobiliteitstransitie.

CE Delft heeft voor Stichting Natuur & Milieu een grove inschatting gemaakt van de gedrags- en milieueffecten van vier maatregelen die opties voor duurzame mobiliteit toegankelijk maken voor huishoudens binnen verschillende inkomensklassen. Het gaat om de volgende maatregelen:

  1. Hoge aanschafsubsidie goedkopere elektrische auto’s(twee varianten). Deze subsidie is beschikbaar voor de aanschaf van nieuwe en tweedehands elektrische auto’s uit de kleinere segmenten.
  2. ‘Auto-de-deur-uit’-premie: Eigenaren ontvangen een vervoerstegoed als zij hun auto verkopen en afzien van een andere auto. Het vervoerstegoed is te besteden aan OV-diensten (trein, bus, tram en metro), deelmobiliteit en/of aanschaf van fiets, e-bike of e-scooter.
  3. Sloopregeling voor oude, fossiele auto’s. Bij sloop van fossiele auto’s met bouwjaar vóór 2005 door een erkend sloopbedrijf, ontvangen eigenaren een vervoerstegoed.
  4. ‘Klimaatticket’ in het OV: OV-kaart voor onbeperkt reizen buiten de spits (twee varianten, een van 75 euro per maand met toegang tot ov en deelmobiliteit en een van 25 euro per maand met alleen toegang tot ov fiets) waarbij gebruikers een maandkaart voor onbeperkt reizen buiten de spits kunnen aanschaffen voor een vast bedrag per maand.

Bij welke huishoudens wordt de meeste CO2-reductie gerealiseerd?

- De conclusie van het onderzoek is dat de premie voor het wegdoen van de auto (Maatregel 2) en de sloopregeling (Maatregel 3) het meest terechtkomt bij de huishoudens in lagere inkomensklassen (1 en 2). Dit vertaalt zich door naar de totale CO2-effecten die met de regelingen worden gerealiseerd (Figuur 1, onder). Bij beide maatregelen wordt ongeveer 60% van het totale effect gerealiseerd in Inkomensklasse 1 en 2.

- De aanschafsubsidie en het klimaatticket komen vooral terecht bij hogere inkomens (zie Figuur 1, boven) waardoor het totale effect in deze groepen dus ook groter is. Dit is opvallend omdat Inkomensklasse 1 en 2 ongeveer twee keer meer huishoudens omvatten dan Inkomensklasse 3 en 4. 

Totale CO2-effecten van de maatregelen per inkomensklasse

De meeste CO2-reductie is te behalen met maatregelen die gericht zijn op het ontmoedigen van het autobezit en het elektrificeren van het wagenpark, zie Figuur 1 (onder). De maatregel die gericht is op het stimuleren van OV (Maatregel 4) is het minst effectief in termen van CO2-reductie. Dit heeft ermee te maken dat, bij OV-stimulerende maatregelen in het algemeen, slechts een beperkte groep gebruikers de overstap zal maken uit de auto naar het OV. Het klimaatticket zal er vooral toe leiden dat er nieuwe reizigers komen vanuit de actieve modaliteiten (fietsen en lopen) en nieuwe reizigers, die geen reis maakten voordat zij een OV-kaart kregen. Bij de aanschafsubsidie en OV-kaart (Maatregel 1 en 4) blijft het aandeel van de laagste twee inkomensklassen in het milieueffect beperkt tot 25-30% CO2 besparing (‘Well-To-Wheel’, WTW, d.w.z. CO2-emissies van zowel verbruik als productie). 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Figuur 1 - Effect per huishouden (boven) en totaal per inkomensklasse totaal (onder), inclusief het aandeel van het totaaleffect per inkomensklasse. Hierbij is Inkomensklasse 1 de klasse met de laagste inkomens en Inkomensklasse 4 de klasse met de hoogste inkomens. Effecten zijn cumulatief voor de periode 2025-2030

Conclusie

Maatregel 2 en 3 (auto-de-deur-uit premie en sloopregeling) leiden tot het grootste milieueffect in de lagere inkomensklassen. Het totale milieueffect is het grootst bij maatregel 1 (hogere aanschafsubsidie elektrische auto’s). Dit effect wordt vooral gerealiseerd bij de hogere inkomensklassen. Gratis of goedkoper OV is, als op zichzelf staande maatregel, niet effectief.


Het rapport is te downloaden via https://ce.nl/publicaties/een-eerlijke-mobiliteitstransitie-voor-iedereen/ Nadere informatie is verkrijgbaar bij Denise Hilster, This email address is being protected from spambots. You need JavaScript enabled to view it..

 

 

 

 

 

 

Aanmelden nieuwsbrief

Wil je regelmatig op de hoogte worden gehouden van nieuwe artikelen op deze website?

Meld je dan hier aan voor de Nieuwsbrief!

aanmelden knop

Ga direct naar alle artikelen over:

nME icon overheid groot 3d4

Overheid

nME icon bedrijfsleven2 groot

Bedrijfsleven

nME icon onderzoek groot

Onderzoek

nME icon opinie2 groot

Opinie en debat