Eerder heeft het PBL in beeld gebracht wie precies voor welke broeikasgasuitstoot betaalt (en hoeveel), en of de betaalde prijs in verhouding staat tot de aangerichte klimaatschade. Deze notitie 'Klimaatverandering in de prijzen - analyse van de beprijzing van broeikasgasemissies in Nederland' geeft een actualisatie voor het jaar 2022 en geeft een doorkijk welke veranderingen voor de komende jaren zijn voorzien en hoe die zouden doorwerken op de beprijzing van broeikasgasemissies in 2030.
De overheid probeert de uitstoot van broeikasgassen te verlagen met diverse beleidsinstrumenten, waaronder financiële instrumenten die de uitstoot beprijzen. Sommige instrumenten zorgen voor een expliciete prijs van broeikasgasemissies, zoals bijvoorbeeld het EU ETS, andere geven emissies impliciet een prijs, bijvoorbeeld via belastingen op energieverbruik.
In 2022 was de zogenoemde effectieve prijs van broeikasgasemissies voor sommige beprijzingsinstrumenten hoger dan in eerdere jaren, bijvoorbeeld door aanpassingen in het EU-beleid. Voor andere instrumenten zijn de tarieven juist fors verlaagd, om de gevolgen van de stijgende energieprijzen en aanhoudende inflatie te verzachten. Ook in 2030 zullen de tarieven verder zijn veranderd. Ook verandert het beeld voor de verschillende energiegebruikscategorieën binnen sectoren door veranderingen in de grondslag waarop de instrumenten precies betrekking hebben. Deze notitie onderbouwt de actualisatie en de doorkijk en presenteert de belangrijkste resultaten.
Onderstaande figuur geeft de doorkijk naar 2030 van Klimaatverandering in de Prijzen. Zie voor een nadere toelichting de PBL-notitie.
Klik hier om de PBL-notitie 'Klimaatverandering in de prijzen 2022 met een doorkijk naar 2030' te downloaden. Hier zijn ook de oorspronkelijke notitie uit 2021 en een eerdere actualisatie uit 2023 te vinden.
Nadere info: Corjan Brink,