Wanneer de totale maatschappelijke kosten van vliegen zouden worden opgenomen in de ticketprijzen, dan zouden die prijzen aanzienlijk stijgen. De ticketprijs voor een vlucht naar Parijs zou gemiddeld genomen met ca. 25% toenemen, terwijl de prijs voor een ticket naar Los Angeles bijna zou verdubbelen (+86%).
Vliegen leidt tot aanzienlijke maatschappelijke kosten, zoals de kosten van de uitstoot van broeikasgasemissies, van luchtvervuilende emissies of van geluid. Voor deze zogenaamde externe kosten komt geen waarde tot stand op de markt, waardoor ze, zonder overheidsingrijpen, niet tot uiting komen in de ticketprijs voor de reiziger. Via belastingen kunnen deze kosten wel in rekening worden gebracht bij de luchtvaartmaatschappijen, waarmee ze indirect wel in te ticketprijs tot uitdrukking komen. Dit gebeurt in Nederland bijvoorbeeld via de vliegbelasting en het Europese ETS. CE Delft heeft voor verschillende voorbeeldvluchten in beeld gebracht in hoeverre de externe kosten gedekt worden via deze instrumenten, met als doel om te kijken of de reiziger betaalt voor de werkelijke prijs van vliegen.
In tegenstelling tot de meeste andere producten en diensten is vliegen vrijgesteld van BTW. Deze vrijstelling leidt ertoe dat vliegtickets relatief goedkoper zijn dan de meeste andere producten en diensten. Bij de bepaling van de werkelijke prijs van vliegen hebben we daarom niet alleen gekeken naar de invloed van de ongedekte externe kosten op de ticketprijs, maar ook naar het heffen van BTW over vliegtickets.
De werkelijke prijs van vliegen
De huidige ticketprijzen voor vliegreizen zijn gemiddeld genomen lager dan de daadwerkelijke kosten van vliegen. Wanneer je alle externe kosten in rekening zou brengen bij de reiziger en daarnaast ook BTW zou heffen op vliegtickets, dan stijgt de ticketprijs voor een vlucht naar Parijs gemiddeld genomen met ca. 25%, terwijl de prijs voor een ticket naar Los Angeles bijna zou verdubbelen (+86%).
Figuur 1 – Opbouw van de werkelijke prijs van een vliegticket voor verschillende voorbeeldreizen
Bij de huidige ticketprijzen betalen vooral de reizigers op intercontinentale vluchten minder dan de kosten die ze met hun vliegreis veroorzaken. Dit verschil is vooral te verklaren door het feit dat op lange vluchten een veel kleiner deel van de externe kosten gedekt wordt door belastingen, zoals vliegbelastingen en het EU ETS. Zo wordt voor de vliegreis naar Los Angeles slechts 3 tot 10% van de veroorzaakte externe kosten via belastingen in rekening gebracht bij de reiziger, terwijl dit voor een korte vlucht naar Parijs ca. 70% is. De reden dat op lange vluchten een kleiner deel van de externe kosten via belastingen in rekening wordt gebracht is dat de omvang van de externe kosten (met name de klimaatkosten) sterk stijgen als de vluchtlengte toeneemt, terwijl de belastingen maar zeer beperkt afhankelijk zijn van de vluchtlengte. Dit vormt dus een argument om na te denken over een afstandsafhankelijke vliegbelasting.
Businessclass versus economyclass
De ticketprijzen voor businessclass liggen aanzienlijk verder onder de werkelijke kosten van vliegen dan die voor economyclass (zie ook Figuur 1). Doordat businessclassreizigers een grotere ruimte in het vliegtuig innemen, zijn de externe kosten per passagier voor deze reizigers aanzienlijk hoger dan voor reizigers in de economyclass. Ze betalen echter dezelfde belastingen, zodat ook de ongedekte externe kosten hoger zijn. Bovendien leidt de hogere prijs van businessclasstickets ervoor dat er ook meer BTW in rekening zou worden gebracht voor deze tickets.
Klimaatkosten zijn de belangrijkste externe kosten van vliegverkeer
Van alle externe kostenposten zijn de negatieve effecten van vliegen op het klimaat veruit het belangrijkst. Bij de vlucht naar Parijs vormen de klimaatkosten ca. 55% van de totale externe kosten, terwijl dit bij de vlucht naar Los Angeles zelfs 85% is. Daarbij is zeker op de intercontinentale vluchten het aandeel van de uitstoot van niet-broeikasgasemissies die worden uitgestoten op grote hoogten zeer belangrijk. Op de vlucht naar Los Angeles is de klimaatimpact van deze emissies zelfs drie keer zo groot als de klimaatimpact van de uitstoot van broeikasgasemissies.
Meer informatie: Arno Schroten,