De interactie tussen langetermijnklimaatbeleid en kortetermijnenergiebeleid heeft een merkbare invloed op de investeringen in klimaatneutrale technologieën, zoals elektrische voertuigen. Een voorbeeld van langetermijnklimaatbeleid is de Inflation Reduction Act in de VS of het Green Deal Industrial Plan in de EU. Beide stimuleren investeringen in klimaatneutrale technologieën. Tegenover dit beleid staan vaak kortetermijninterventies die primair gericht zijn op het verzachten van de directe economische impact van energieprijzen op consumenten. Voorbeelden hiervan zijn het vrijgeven van strategische olievoorraden in de VS of het tijdelijk verlagen van belastingen op fossiele brandstoffen zoals in bepaalde EU-lidstaten (die laatste worden dan vaak permanent). Dergelijke interventies kunnen essentieel zijn tijdens economische crises of periodes van hoge en volatiele energieprijzen, maar ze geven ook tegenstrijdige signalen aan de markt en kunnen de transitie naar klimaatneutraliteit beïnvloeden.
Het kortetermijnbeleid kan de voordelen van het langetermijnbeleid ondermijnen door een moral hazard[1] te creëren. Wanneer overheden ingrijpen om de volatiliteit van fossiele brandstoffen kunstmatig te verlagen, kan dit consumenten ervan weerhouden over te stappen naar duurzamere alternatieven. Zo beschermt het goedkoper maken van benzineprijzen het gebruik van benzinevoertuigen ten nadele van elektrische voertuigen, wat de transitie naar klimaatneutraliteit vertraagt.
Analytisch werk toont aan dat de early adopters, oftewel degenen die als eerste een elektrisch voertuig zouden aanschaffen, het sterkst beïnvloed worden door kortetermijnenergiebeleid. De laatsten die zouden investeren in elektrische voertuigen passen hun investeringsgedrag daarentegen niet aan. De consequentie van dit asymmetrische gedrag is dat de S-curve, die typisch gebruikt wordt om de adoptie van technologieën te beschrijven, steiler wordt. Dit heeft zowel positieve als zorgwekkende implicaties. Enerzijds is het goed nieuws, omdat de interactie tussen beleid op lange termijn waarschijnlijk geen directe impact heeft. Anderzijds is er zorgwekkend nieuws. Wanneer de adoptiecurve steiler wordt, ontstaat er meer druk op de toeleveringsketens, stijgen de prijzen sneller, en kan dit uiteindelijk zelfs een negatieve invloed hebben op de overheidsfinanciën van bepaalde landen.
Beleidsmakers staan voor de uitdaging om deze complexe dynamiek te beheersen en moeten beleid ontwerpen dat een evenwicht vindt tussen het ondersteunen van kwetsbare consumenten en het bevorderen van de overgang naar een klimaatneutrale economie. Dit vereist dat beleidsmakers zowel rekening houden met de acute economische uitdagingen die worden veroorzaakt door volatiele energiemarkten, als met de strategische behoefte aan langetermijninvesteringen in klimaatneutrale technologieën. Ons onderzoek toont aan dat het van cruciaal belang is om zo snel mogelijk een kritieke massa aan investeringen in klimaatneutrale technologieën te bereiken, zodat beleidsmakers niet of in ieder geval minder worden gedwongen door hun electoraat om algemene interventies op fossiele energiemarkten te ondernemen. Hierdoor wordt het risico op een moral hazard verminderd, waardoor de focus kan liggen op economisch kwetsbare consumenten die écht bijstand nodig hebben.
[1] Aangezien de volatiliteit kunstmatig laag wordt gehouden en er een verwachting is dat deze interventies zullen blijven bestaan, zal een deel van het risico van volatiele prijzen niet door de consument in overweging worden genomen, omdat de overheid dat risico op zich neemt. Consumenten nemen dus inefficiënt veel risico.
Meer lezen? Bekijk: De Weerdt, L. (2024). Moral hazard in fossil-energy-reliant markets delays early adoption of net-zero technologies. iScience. (link)