Renovaties, vermogensongelijkheid en de energie-efficiency paradox
Dit Tinbergen Institute Discussion Paper onderzoekt de invloed van inkomen op de snelheid waarmee Nederlandse huishoudens zich vergroenen en de gevolgen hiervan op de verdeling van vermogen en CO2-baten. De onderzoekers gebruiken data van het grootschalig Woon-Onderzoek Nederland (WoON) van 2006 en 2018 over verschillende typen investeringen in energie-efficiëntie en energie labels, en combineren dit met data over inkomen, vermogen en energierekeningen van het Centraal Bureau van de Statistiek.
De onderzoekers laten zien dat er een sterke relatie is tussen inkomen en de snelheid waarmee huishoudens zich vergroenen. Huishoudens met lage inkomens zijn minder geneigd om te investeren in de energie-efficiëntie van hun woning. Tegelijkertijd kopen huishoudens met hoge inkomens vaker een woning met een hoger energie label wanneer zij verhuizen. Beide effecten hebben sterke gevolgen voor de opbouw en verdeling van vermogen, aangezien de resulterende energiebesparingen oplopen tot ongeveer 17% van het mediane netto vermogen. Een groot deel hiervan wordt verklaard door het verhuizen naar woningen die energie-efficiënter zijn. Hoewel de energiebesparing als percentage van netto vermogen relatief hoger zijn voor huishoudens met lage inkomens, laten de onderzoeker zien dat huishoudens aan de bovenkant van de verdeling juist meer CO2 uitstoten. Dit brengt een trade-off naar voren voor beleid, omdat beleid dat gericht is op het verduurzamen van woningen van huishoudens met lagere inkomens meer bijdraagt aan het bestrijden van armoede en ongelijkheid, maar minder effectief is in het verminderen van CO2-uitstoot. Dit komt doordat de grootste CO2-besparingen te behalen zijn bij huishoudens met hogere inkomens.
Link: 24026.pdf (tinbergen.nl). Informatie:
Brede welvaartseffecten van aanlanding wind op zee
In februari 2024 is de concept Notitie Reikwijdte en Detailniveau van het programma Verbindingen Aanlanding Wind op Zee 2031-2040 ter inzage gelegd. CE Delft is hierbij verantwoordelijk voor de thema’s Systeemintegratie en voor Economie. Binnen het thema Economie vindt een beoordeling plaats van de economische impact. Hierbij wordt een breed welvaartsbegrip gehanteerd, waarbij zowel de beprijsde als onbeprijsde effecten (zoals milieu en ruimte) worden meegenomen. Hierbij worden welvaartseffecten in brede zin meegenomen en uiteengezet in een overzicht van kosten en baten. Het document is te vinden via deze link.