Woningisolatie leidt niet alleen tot energiebesparing en CO2-reductie, maar heeft effect op een breder palet aan waarden die belangrijk zijn voor mensen. In deze studie van het Nationaal Isolatieprogramma kijken de drie planbureaus (CPB, PBL en SCP) naar alle bredewelvaartseffecten van woningisolatie aan de hand van inzichten uit de literatuur over de effecten van woningisolatie.
Het Nationaal Isolatieprogramma (NIP) is een van de overheidsplannen om binnen de gebouwde omgeving de energietransitie vorm te geven. Het is de bedoeling dat 2,5 miljoen woningen geïsoleerd worden tot en met 2030, en dan met name de 1,5 miljoen slechtst geïsoleerde woningen. Door de overheid gestimuleerde woningisolatie kan tot een reeks aan effecten op brede welvaart leiden:
- Positieve effecten op natuurlijk kapitaal. Woningisolatie leidt namelijk tot gasbesparing voor huishoudens en minder CO₂-uitstoot. Aan de andere kant kan woningisolatie, bij onvoldoende kwaliteit, leiden tot schade aan de biodiversiteit doordat het aantal nestplaatsen van vleermuizen en vogels daalt.
- Positieve effecten voor subjectief welzijn en gezondheid, mits de binnenmilieukwaliteit verbetert na isolatie. Dan neemt het wooncomfort toe en dalen de risico’s voor een aantal gezondheidsklachten. Dit is echter afhankelijk van de kwaliteit van de uitvoering. Bij onvoldoende kwaliteit van de uitvoering kan ook het omgekeerde effect optreden: minder comfort en gezondheidsklachten door hittestress of vochtvorming.
- Een positief of negatief netto-inkomenseffect. Isoleren vraagt investeringen van huishoudens, maar daar staan energiebesparingen tegenover. Of een huishouden onder de streep geld overhoudt, hangt af van onder andere de woningkenmerken, subsidies, (stook)gedrag van de bewoners en de ontwikkelingen in de gasprijs.
- Een positief of negatief effect op economisch kapitaal: subsidies kosten overheidsmiddelen maar kunnen leiden tot een hogere waarde van de woningvoorraad.
- Isolatie vraagt meer arbeid en krapte op de arbeidsmarkt kan een knelpunt vormen voor het behalen van de doelstellingen van het NIP. Daardoor treden de te verwachten bredewelvaartseffecten van woningisolatie mogelijk later (of niet) op.
De mate waarin deze effecten precies optreden is afhankelijk van het ingezette instrumentarium. Ook verdelingseffecten zijn in belangrijke mate afhankelijk van het gekozen instrument. Zo kan een subsidie voor woningisolatie ertoe leiden dat woningeigenaren met lagere inkomens minder profiteren dan eigenaren met hogere inkomens. Lagere inkomens profiteren wel van de regeling dat woningcorporaties huizen van zittende huurders isoleren zonder dat dit leidt tot huurverhoging. Het gekozen beleidsinstrument kan ook invloed hebben op hoe burgers naar de overheid kijken, want bij verduurzaming vinden veel burgers een eerlijke verdeling van de kosten en baten belangrijk.
Klik hier om de gezamenlijke publicatie van CPB, PBL en SCP te downloaden.