Met de ambitie om volledig klimaatneutraal en circulair te werken valideert Rijkswaterstaat momenteel een herontdekte technologie: de Asphalt Recycling Train (ART). Onderdeel van deze integrale validatie is een maatschappelijk kosten-batenanalyse (MKBA) van de inzet van de ART ten opzichte van de conventionele methode voor onderhoud aan asfaltwegen. De MKBA is uitgevoerd door Stratelligence voor twee representatieve cases - één voor Rijkswaterstaat en één voor de provincie Gelderland. In beide gevallen blijkt het maatschappelijk saldo positief.
Bewezen technologie met nieuw potentieel
Het ART-proces, zo'n 50 jaar geleden ontwikkeld als 'remix-repave method', wordt buiten Nederland nog steeds gebruikt voor dichte asfalt deklagen. De eerste technische tests met de ART voor zeer open asfaltbeton (ZOAB), dat voornamelijk op Nederlandse rijkswegen wordt toegepast, zijn veelbelovend. Rijkswaterstaat schat in dat deze technologie significant en sectorbreed kan bijdragen aan de doelen van de strategie Klimaatneutrale en Circulaire Infraprojecten (KCI) en ziet daarnaast potentiële voordelen op andere vlakken, zoals beperking van de externe effecten van transport.
Conventioneel versus ART: de belangrijkste verschillen
De MKBA vergelijkt de ART als duurzame onderhoudsstrategie (het beleidsalternatief) met de conventionele praktijk (het nulalternatief), zie ook figuur 1. Het cruciale verschil: bij conventioneel onderhoud wordt het bestaande asfalt weggefreest en vervangen door nieuw asfalt dat wordt aangevoerd vanuit een asfaltcentrale. De ART daarentegen hergebruikt het bestaande asfalt ter plekke door het te verwarmen, los te woelen en te mengen met een kleine hoeveelheid verse bitumen.
Dit leidt tot aanzienlijk lagere materiaalkosten en minder ketenactiviteiten (winning, productie, transport), wat resulteert in een lagere milieubelasting, CO2-uitstoot en transportgerelateerde effecten. Daar staat tegenover dat het ART-materieel relatief duurder kan uitvallen, afhankelijk van de jaarlijkse inzet en weersomstandigheden, ondanks de lagere personeelsbehoefte. De ART kan eerder beginnen met asfalteren doordat er geen freeswerk nodig is, maar legt per minuut minder meters asfalt aan (omslagpunt na 7,8 uur productie).
Figuur 1: Illustratie conventionele keten en proces en dat van de ART, respectievelijk links en rechts (bron Stratelligence).
Representatieve cases en resultaten
De studie vergelijkt een realistische jaarproductie van de ART (in vierkante meter-asfaltjaar) voor twee representatieve cases. Per case variëren de lengte van onderhoudsvakken, type asfalt (inclusief breedte en dikte), verkeersmanagement, tijdstip van onderhoud en soort weg.
In beide cases scoort de ART gunstiger dan de conventionele methode qua kosten, zie ook tabel 1. De iets hogere materieel- en overige kosten voor de ART worden in alle scenario's meer dan gecompenseerd door de materiaalbesparing. Dit betekent dat de ART bij voldoende inzet een positieve business case heeft.
Tabel 1: Berekening maatschappelijk saldo voor de twee cases
Voor Rijkswaterstaat veroorzaakt de ART minder nadelige effecten dan het nulalternatief. In de provinciale case heeft de ART een nadeel vanwege langere omrijdtijden. Kwalitatieve effecten zoals betrouwbaarheid, werkomstandigheden, geluid, trillingen en innovatie kunnen extra voordelen opleveren. Het maatschappelijk saldo valt in beide cases positief uit.
Gevoeligheidsanalyse
Het maatschappelijk saldo bij een mogelijk kortere levensduur van het ART-asfalt (80%), valt alleen voor de provinciale case negatief uit. Omdat het asfalt doorgaans al voor einde levensduur wordt vervangen, zal dit punt in de praktijk weinig nadeel opleveren.
Als we uitgaan van een scenario waarbij de milieu- en materiaalkosten harder stijgen dan inflatie, dan wordt het positieve maatschappelijke saldo voor de ART in beide cases groter. Omgekeerd levert een analyse uitgevoerd met 30% recycling bij conventioneel onderhoud (wat in de praktijk al voorkomt), een reductie op van het voordeel voor de ART in de Rijkswaterstaat-case. Desondanks blijft ook dan de ART op kosten en effecten gunstiger dan de conventionele methode.
Bepalende factoren
Het onderzoek toont aan dat de ART bij voldoende inzet per jaar (119-166 dagen) een positief maatschappelijk saldo en een positieve business case oplevert. De uitkomsten kunnen echter variëren bij andere omstandigheden en aannames.
Factoren met grote invloed op de uitkomst zijn:
- Onderhoudsregime: Meer en duurder asfalt per strekkende meter en een hogere productiesnelheid van de ART zijn gunstig, maar langere aaneengesloten werkperiodes per dag/nacht zijn ongunstig voor de ART.
- Verkeersmanagement: Het is gunstig als verkeer kan passeren tijdens werkzaamheden met de ART (maar niet bij conventionele methodes), of als er kortere omrijdtijden zijn bij de provinciale case.
- Materiaal: Een betere kwaliteit en langere levensduur van het aangelegde asfalt, en stijgende materiaal- en milieukosten zijn gunstig voor de ART. Het verschil wordt kleiner als het conventionele proces meer recyclaat toepast.
- Materieel: De kosten en effecten voor de ART kunnen nog dalen door technische ontwikkelingen (er zijn plannen voor een emissieloze uitvoering). De ART is nog in ontwikkeling, terwijl het conventionele proces al geoptimaliseerd is.
Vooralsnog biedt de ART een veelbelovend alternatief voor conventioneel asfaltonderhoud, met zowel economische als milieuvoordelen, en daarmee een waardevolle bijdrage aan de klimaatneutrale en circulaire ambities van Rijkswaterstaat en andere wegbeheerders.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met