Het belastingstelsel in Vlaanderen is de laatste jaren niet verder vergroend. Dat is de conclusie van een onderzoeksrapport waarin is nagegaan welke indicatoren het meest geschikt zijn om de vergroening van een belastingstelsel te meten en deze indicatoren voor Vlaanderen zijn ingevuld.
Het HIVA voerde in opdracht van MIRA (Milieurapport Vlaanderen) een actualisatie uit van een studie uit 2004 waarin we indicatoren ontwikkelden om de vergroening van een belastingstelsel te meten. Het uitgangspunt was dat de indicatoren die hiervoor door de grote internationale organisaties (zoals de OESO en EEA) worden gebruikt, soms een incorrect beeld kunnen schetsen.
Deze gangbare indicatoren zijn gebaseerd op de inkomsten van de overheid uit milieugerelateerde belastingen. De meest gebruikte indicatoren zijn de 'inkomsten uit milieugerelateerde belastingen als percentage van het BBP' en de 'inkomsten uit milieugerelateerde belastingen als percentage van de totale belastinginkomsten'. Het nadeel is dat landen zoals Luxemburg met lage tarieven maar een hoge verkoop van brandstoffen (brandstoftoerisme) vrij hoog scoren op deze indicatoren, terwijl hun belastingstelsel precies het omgekeerde van 'groen' te noemen is.
Een mogelijke oplossing van dit probleem bestaat in het gebruik van de zogenaamde 'tariefgebaseerde indicatoren'. Deze brengen enkel de belastingtarieven in rekening, wat een correcter beeld geeft van de gemaakte keuzes in het belastingstelsel. Het nadeel van deze indicatoren is dan weer dat prijzen zich niet laten optellen, waardoor het moeilijk is om een algemeen beeld van de vergroening van het belastingstelsel te krijgen.
Om de nood aan een 'geaggregeerde tariefgebaseerde indicator' in te vullen, hebben we alle milieugerelateerde belastingtarieven in Vlaanderen omgezet in indices, dus een waarde gegeven gelijk aan 100 in een basisjaar. Vervolgens wordt het mogelijk om evoluties te bekijken, gemiddelden te berekenen, etc.
De vergelijking van de meting op basis van de twee verschillende types van indicatoren wordt in Figuur 1 weergegeven.
Figuur 1: Vergelijking van de inkomstengebaseerde en de tariefgebaseerde indicator voor Vlaanderen, 1991-2009 (reële prijzen van 1991. Bron: Fiscale Memento's, Petroleumfederatie, CREG, Studiedienst van de Vlaamse Regering, NBB, Vlaamse Milieumaatschappij, OVAM, Nationaal Instituut van de Statistiek, FOD Financiën, CREG, Vlaams Ministerie van Financiën en Begroting, Nationale Bank van België (NBB).
Op de tariefindicator zijn verschillende varianten mogelijk die een (licht) ander beeld geven, afhankelijk van de wegingsmethode die men kiest. Dat is meteen ook een nadeel van dit type van indicatoren: er bestaat geen vaste methode voor weging en voor de introductie van nieuwe tarieven in de tijdreeksen.
Omdat beide methoden nadelen hebben, kan overwogen worden om een derde type van indicatoren in beschouwing te nemen, nl. het 'impliciete belastingtarief op energie'. De algemene conclusie is echter dat men best de drie types van indicatoren naast elkaar legt om conclusies te kunnen trekken over de vergroening van het belastingstelsel.
Ten slotte wordt in het onderzoek ook de verhouding tussen arbeids- en milieugerelateerde belastingen berekend en vergeleken in de tijd en tussen landen. Hieruit blijkt dat Vlaanderen (en België) lage milieubelastingen combineren met hoge lasten op arbeid. Nederland is een land met gemiddelde lasten op arbeid en hoge milieugerelateerde belastingen.
U kunt het rapport hier downloaden. Contactpersoon is Kris Bachus (