Deze website gebruikt analytische cookies om inzicht te krijgen in de populariteit van de aangeboden artikelen (webstatistieken). Persoonlijke gegevens van bezoekers worden niet vastgelegd.

Transportbedrijven en producenten kunnen tal van technische maatregelen treffen om de brandstofconsumptie van zware vrachtvoertuigen te verminderen. Door een gebrek aan informatie over de kosteneffectiviteit van deze besparingsopties worden ze echter niet op grote schaal genomen. In de praktijk kiest men eerder voor operationele maatregelen.

De Europese Commissie heeft ambitieuze emissiereductiedoelstellingen voor de transportsector gedefinieerd. Emissies moeten in 2050 60% lager zijn dan in 1990. Dit betekent dat ook zware vrachtvoertuigen (HDVs) hun emissies aanzienlijk moeten reduceren. Verschillende (kosteneffectieve) brandstof besparende technologieën zijn al beschikbaar, maar worden niet geïmplementeerd. In opdracht van de International Council on Clean Transportation (ICCT) heeft CE Delft dan ook onderzoek gedaan naar de mogelijke barrières voor de adoptie van brandstof besparende technologieën in het goederenvervoer over de weg. Hiertoe zijn telefonische interviews gehouden met relevante partijen en is een online vragenlijst uitgezet.

Geen vertrouwen in kosteneffectiviteit

Transportbedrijven en producenten van vrachtwagens en opleggers zijn zich over het algemeen goed bewust van het feit dat er technologieën zijn om brandstof te besparen. De resultaten van de interviews en vragenlijst wijzen op een aantal barrières die de adoptie van deze technologieën tegenwerken. De belangrijkste barrière is een gebrek aan informatie over de precieze voordelen van de verschillende technologieën voor vrachtwagens en opleggers. Het merendeel van de respondenten gelooft dan ook dat lang niet alle brandstof besparende technologieën kosteneffectief zijn. Ze worden over het algemeen beschouwd als kostbaar, moeilijk om te implementeren en als onzeker.

Voordelen moeilijk te meten

De beperkte implementatie van de verschillende technologieën voor brandstofbesparing komt dus voornamelijk omdat het moeilijk is de precieze voordelen van verschillende technologieën te meten. Dit geldt voor vrachtwagens, maar met name voor opleggers is dit vrijwel onmogelijk. De producenten van opleggers hebben zelf dan ook geen getallen over brandstofbesparing beschikbaar die zij aan transportbedrijven kunnen voorleggen. Voor vrachtwagens heeft het transportbedrijf meestal wel de mogelijkheid om zelf de brandstofbesparing te meten door middel van een proefrit. Echter, dit is alleen mogelijk met bepaalde testvrachtwagens die vaak een pakket van verschillende technologieën bevatten. Dit is dus niet afdoende voor het transportbedrijf om de brandstofbesparing van individuele technologieën te meten.

Focus op operationele maatregelen

Op dit moment worden operationele maatregelen (b.v. chauffeurstraining) beschouwd als de opties die de meeste brandstof besparen tegen de laagste kosten. Zowel transportbedrijven als producenten richten zich dan ook met name op operationele maatregelen. Het aanbod en de promotie van de technische maatregelen voor brandstofbesparing is dan ook beperkt. De meeste vrachtwagenproducenten bieden transportbedrijven wel een pakket aan technische maatregelen - meestal in combinatie met chauffeurstraining -, maar dit is slechts een deel van het totale aanbod van brandstof besparende technologieën. Producenten van opleggers bieden over het algemeen helemaal geen brandstof besparende opties aan transportbedrijven, tenzij het transportbedrijf hier zelf expliciet om vraagt. Transportbedrijven zelf richten zich echter ook met name op het meten van de operationele brandstofefficiëntie en op het nemen van operationele maatregelen om brandstof te besparen.

Verbeterde informatievoorziening

Het creëren van transparante en betrouwbare informatie over de voordelen van de verschillende technische opties voor brandstofbesparing, bijvoorbeeld door middel van onafhankelijke en gestandaardiseerde testen, zal naar verwachting helpen de adoptie van deze technologieën bij producenten en transportbedrijven te vergroten.


 

Voor meer informatie over deze studie kunt u contact opnemen met Sanne Aarnink (Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.) of Jasper Faber (Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.).