Naast publieke middelen voor natuurbehoud is er een breed scala aan andere financieringsmogelijkheden via private bronnen. Degenen die baat hebben bij aanwezige ecosyteemdiensten kunnen een bijdrage leveren.Ook kunnen investeringsstromen voortkomen uit een gezamenlijke toekomstvisie die door diverse partijen wordt opgesteld.
Door de jaren heen is het steeds belangrijker om te zoeken naar alternatieve manieren om natuurbeheer en onderhoud te financieren, vooral nu overheden steeds meer moeten bezuinigen. CE Delft heeft in opdracht voor Natura People en de Royal Society for the Protection of Birds (RSPB) onderzoek gedaan naar de economische waardering en verzilvering van ecosysteembaten in Natura2000 gebieden. Drie gebieden in Nederland en België (Het Zwin, Grevelingen en Waterdunen) zijn hierbij als case studies gebruikt.
De onderzochte gebieden vertegenwoordigen alle een grote waarde voor de kustinfrastructuur en leveren een belangrijke bijdrage aan de regionale economie (werkgelegenheid). Tevens zijn er diverse diensten die door de natuur geleverd worden, zoals levering van voedsel, recreatie, waterregulering en biodiversiteit. Deze worden ook wel ecosysteemdiensten genoemd. Het is dan ook belangrijk de gebieden in de toekomst vitaal te houden om degradatie te voorkomen. Hiervoor zijn investeringen noodzakelijk. Twee opties zijn daarbij voorhanden:
- een alternatieve financieringsstructuur (minder afhankelijk van subsidies);
- een alternatieve organisatiestructuur.
Alternatief financieren
Naast publieke middelen is er een scala aan andere financieringsmogelijkheden door middel van private bronnen. Uitgaande van aanwezige ecosysteemdiensten in een gebied wordt onderzocht wie er baat hebben bij deze ecosysteemdiensten en in welke mate deze 'baathebbers' bereid zijn om mee te betalen aan de ontwikkeling en onderhoud van de natuurgebieden . Niet alleen aan recreanten kan een bijdrage worden gevraagd in de vorm van entreegelden, watersport- en visvergunningen, maar ook bedrijven en ondernemers uit de omgeving of daarbuiten kunnen betrokken worden bij de ontwikkeling en het behoud van het natuurgebied. Zo kan gedacht worden aan het vermarkten van kleinschalige groene recreatiediensten zoals excursies en logies. Andere opties waarbij bedrijven worden betrokken zijn:
- Bedrijfssponsoring en –donaties (voor bv. picknickbankjes)
- 'Investeringsvehicle' (waarbij bedrijven samen investeren in het natuurgebied en recreatieve infrastructuur)
- Uitbaten van gebruiksrecht (aanbesteding en verpachting van grond of gebouwen)
- Uitbaten van eigendomsrecht (groenfonds en - aandelen)
- Participatiemaatschappij (aandeelhouderschap waarbij kapitaal wordt verstrekt in ruil voor medezeggenschap)
- Veilen van rechten (om buitensporten of excursies te organiseren in het gebied)
- Compensatiefonds (compensatiegelden betaald door projectontwikkelaars ter compensatie van schade aan natuur of biodiversiteit)
Met deze instrumenten wordt getracht om de kosten en baten van de exploitatie van het gebied op één hand te brengen. En hoewel de belangen van natuurorganisaties en private ontwikkelaars vroeger soms lijnrecht tegenover elkaar stonden, blijkt nu dat samenwerking ten behoeve van natuurontwikkeling en recreatie wel degelijk mogelijk is. Dit bleek onder andere bij de casus Waterdunen. Hier werd in een vroeg stadium voor publiek-private samenwerking gekozen.
Alternatief organiseren
Verder bleek dat naast de financieringsinstrumenten ook de organisatie van groot belang was. Een belangrijke les was dat er vanaf het begin van het project een gezamenlijke visie wordt neergezet. Hierbij is een breed draagvlak van belang, waarbij private investeerders worden betrokken en er afspraken worden gemaakt over de toekomstige ontwikkeling van het gebied met 'groene' en 'rode' functies. De bundeling van beschikbare private en publieke financiële middelen kan de slagkracht vergroten. Maar hier ligt ook een risico, namelijk dat de aanwezigheid van te veel betrokken partijen of het bestaan van een ingewikkelde organisatiestructuur de besluitvorming juist bemoeilijkt. Daarom is het van belang om versnippering, inefficiëntie en onduidelijke leiding van het project te voorkomen.
Conclusie
Door de teruglopende financiële steun uit publieke middelen is er de noodzaak alternatieve financieringsbronnen voor natuurgebieden te zoeken. Deze studie laat zien dat er tal van private financieringsinstrumenten zijn die kunnen bijdragen aan de vitaliteit en het voortbestaan van deze gebieden. Hoewel de vermarkting lastig blijft, zijn er wel degelijk mogelijkheden. De juiste organisatiestructuur en het ontwikkelen van een gezamenlijke toekomstvisie van het gebied kunnen hier substantieel aan bijdragen.
Nadere informatie over het rapport "CE Delft: Economische waardering en verzilvering van ecosysteem baten in Natura-2000 gebieden in Europa" kan worden verkregen via Martine Smit (