België kan tegen 2050 volledig op hernieuwbare energie functioneren zonder significante impact op onze welvaart. De nodige investering van 300 tot 400 miljard euro zou echter ook leiden tot 20.000 tot 60.000 extra banen en een aanzienlijke besparing door het wegvallen van import van fossiele brandstoffen. Voor 2050 wordt de netto kost van deze transitie geschat op 2 % van het BNP.

Dat blijkt uit een studie uitgevoerd door VITO, het Federaal Planbureau en het Institut de Conseil et d´Etudes en Développement Durable (ICEDD). Deze studie is gebaseerd op vier hernieuwbare energiebronnen: wind, zon, biomassa en geothermie. Bij geothermie wordt de onuitputtelijke bron van aardwarmte gebruikt voor de verwarming van gebouwen en bij grotere dieptes voor de opwekking van elektriciteit. Voor wind, zon en geothermie werd een potentieel ingeschat op basis van bestaand studiemateriaal. Voor biomassa werd een ethisch criterium aangewend: het wereldpotentieel aan duurzame te verbouwen biomassa wordt verdeeld op basis van de bevolking. Voor België komt dit neer op 300 PJ, of amper 15% van de huidige primaire energievraag.

Gegeven de beperkingen voor biomassa en diepe geothermie zal dus massaal gebruik moeten gemaakt worden van zon en wind, maar deze energiebronnen hebben het grote nadeel dat ze niet stuurbaar zijn. De zon schijnt enkel overdag en dan nog heel beperkt in de winter wanneer de energievraag net het grootst is. De uitdagingen zijn om een energiesysteem te ontwikkelen dat kan omgaan met het wisselende aanbod, in te schatten welke aanpassingen nodig zijn aan het netwerk, en te bepalen welke opslag en back-up capaciteiten noodzakelijk zijn.

De studie is een backcasting oefening, d.w.z. dat de doelstelling van 100 % hernieuwbaar tegen 2050 werd vooropgesteld. De studie heeft dus geen voorspellende waarde maar ze onderzoekt welke wijzigingen aan ons energiesysteem noodzakelijk zijn. Dit gebeurde met het TIMES model dat hiervoor werd aangepast om met het willekeurige karakter van zon- en windenergie om te gaan.

De studie brengt diverse hernieuwbare scenario's in kaart die getoetst worden aan een referentiescenario (REF). In alle scenario's staat de doelstelling van 100% hernieuwbare energie tegen 2050 centraal, maar de manier waarop het doel bereikt wordt, verschilt.

Het Belgische potentieel voor de aanmaak van hernieuwbare energie dat gebaseerd is op gangbare technische en duurzaamheidscriteria, is te klein. In het eerste hernieuwbare scenario (DEM) moet de vraag naar energiediensten dalen om tot een niveau te komen dat wél verenigbaar is met het potentieel. De studie onderzocht ook wat het effect is als de import van elektriciteit wordt uitgebreid (GRID). In een derde scenario wordt er op grote schaal gebruikgemaakt van biomassa (BIO), in een vierde van fotovoltaïsche zonnepanelen (PV) en in een vijfde worden windmolens maximaal ingezet (WIND).

 

Figuur 1: Primair energiegebruik, alle scenario's, jaar 2050 (exclusief niet-energetisch gebruik en energie voor vliegtuigen en maritieme bunkers)

Elektriciteitsproductie maal drie

Alle scenario's vergen een radicale transformatie van bijna al onze economische sectoren. Vooral in de periode van 2030 tot 2050 zal de hernieuwbare energie fors moeten groeien, waarbij de elektriciteitssector als eerste tegen 2030 volledig overgeschakeld zou moeten zijn. De studie wijst ook uit dat elektrificatie van ons energiesysteem nodig zal zijn. Industriële productie op basis van elektriciteit, waterstofproductie, warmtepompen in gebouwen en elektrische wagens zullen dan flink in aantal moeten toenemen. Onze huidige elektriciteitsproductie zal hierdoor moeten verdrievoudigen tegen 2050.

Wat kost het?

De onderzoekers berekenden dat België in de periode tot 2050 300 tot 400 miljard euro zal moeten investeren om een 100% hernieuwbare energievoorziening te realiseren.  Als ook de variabele en vaste kosten in rekening worden gebracht, zullen de jaarlijkse uitgaven voor het energiesysteem vanaf 2040 met ongeveer 20% toenemen. Die toename van 10 à 15 miljard euro per jaar is ongeveer 2% van het Belgische bruto binnenlands product in 2050. Natuurlijk is die prognose afhankelijk van de evolutie van de brandstofprijzen over de volgende 40 jaar. Als ook de vermeden schadekosten van klimaatopwarming in rekening worden gebracht, blijken sommige scenario's een netto positief effect tot 10 miljard euro per jaar te genereren vanaf 2040. Dat is een netto-baat van ongeveer 1,5% van het Belgische bruto binnenlands product in 2050.


 

Contact: This email address is being protected from spambots. You need JavaScript enabled to view it.. Lees hier het volledige rapport (PDF, Engelstalig, 3Mb).

 

 

 

 

 

 

Aanmelden nieuwsbrief

Wil je regelmatig op de hoogte worden gehouden van nieuwe artikelen op deze website?

Meld je dan hier aan voor de Nieuwsbrief!

aanmelden knop

Ga direct naar alle artikelen over:

nME icon overheid groot 3d4

Overheid

nME icon bedrijfsleven2 groot

Bedrijfsleven

nME icon onderzoek groot

Onderzoek

nME icon opinie2 groot

Opinie en debat