Deze website gebruikt analytische cookies om inzicht te krijgen in de populariteit van de aangeboden artikelen (webstatistieken). Persoonlijke gegevens van bezoekers worden niet vastgelegd.

De Transatlantic Trade and Investment Partnership (TTIP) is een van de omvangrijkste handelsovereenkomsten van de 21e eeuw. Het doel is om handel tussen de EU en de VS te stimuleren door verbeterde samenhang in regulering en het verlagen van administratieve lasten. Verschillende partijen, waaronder NGO’s en Europese burgers, hebben zware kritiek geuit op de overeenkomst (zie ook elders in deze Nieuwsbrief). Ze vrezen dat deze leidt tot een afzwakking van milieueisen en sociale standaarden.

Het gebrek aan transparantie in het onderhandelingsproces zorgt voor een gepolariseerde en op angst gebaseerde discussie, met name inzake het voorgestelde beschermingsmechanisme voor investeerders (Investor-State Dispute Settlement, ISDS). Daarnaast worden economische effecten van handelsovereenkomsten nogal eens overschat. De commissie voor industrie, onderzoek en energie (ITRE) van het Europese Parlement heeft dan ook opdracht gegeven aan Triple E Consulting (TEC) om de impact van de TTIP op industriële en energiemarkten te evalueren. Op basis van secundaire data, interviews en inzichten van experts geeft het rapport een analyse van de potentiële effecten van de TTIP op de betreffende sectoren.

Energiesector

Tabel 1 geeft een indicatie van de huidige handelsbelemmeringen tussen de EU en de VS die momenteel ter discussie staan voor de energiemarkten.

Tabel 1: Tarifaire en niet-tarifaire handelsbelemmeringen voor energie (bron: WTO Tariff data)

 

Momenteel zijn aardgas- en ruwe-olie exporten vanuit de VS niet toegestaan en zullen Europese onderhandelaars streven naar opname van een hoofdstuk over energie in het handelsakkoord. Amerikaanse functionarissen zijn tot nu toe terughoudend geweest met speciale regelingen. Desalniettemin toont de TEC analyse aan dat het merendeel Amerikaans gas niet naar Europa zal gaan, maar hoogstwaarschijnlijk geleverd zal worden aan landen in Zuidoost Azië waar de spotprijzen significant hoger zijn.

Opheffing van het Amerikaanse uitvoerverbod op ruwe olie staat vermoedelijk niet eens ter discussie, omdat dit ook niet gedaan is in andere vrijhandelsverdragen. Ook wat betreft kolen, op dit moment de enige energetische grondstof die verhandeld wordt tussen de EU en de VS, is geen verandering te verwachten. Een verdere toename in handel is namelijk onwaarschijnlijk vanwege restricties die voortkomen uit klimaatbeleid.

Daarentegen zal TTIP waarschijnlijk gunstig uitpakken voor de hernieuwbare energie sector, met name windenergie. De VS stelt momenteel bepaalde eisen aan installaties, de zogenaamde “local content requirements (LCR)”, die EU-exporten belemmeren. Het vervallen van deze LCRs, fundamenteel voor een vrijhandelsverdrag, faciliteert een groter marktpotentieel voor Europese producenten die een concurrentievoordeel hebben ten opzichte van hun Amerikaanse tegenhangers.

Verwerkende industrie en arbeidsmarkt

De gevolgen voor Europa’s industriële sectoren zullen afhangen van de reikwijdte van de handelsovereenkomst. Figuur 1 geeft een indicatie van de verwachte veranderingen. De productcategorieën motorvoertuigen en “other” hebben waarschiijnlijk het meeste baat van de TTIP, terwijl de metaalverwerkende industrie en producenten van electrische uitrustingen juist een daling in output kunnen verwachten. Dit komt omdat zij minder competitief zijn dan hun Amerikaanse collega’s. Echter, hoewel de VS lagere energie- en arbeidkosten kent, is de EU toch zeer concurrerend in de meeste sectoren als gevolg van innovatie, expertise en efficientiewinsten. Europese bedrijven met hoge R&D-kosten en lage marginale kosten zullen profiteren omdat zij betere toegang krijgen tot de Amerikaanse markt.

In tegenstelling tot wat sommige vakbonden beweren, is het onwaarschijnlijk dat de TTIP negatieve gevolgen zal hebben voor arbeidsvoorwaarden in Europa. Hoewel werknemers in de VS minder beschermd zijn dan in de EU, zijn er geen signalen dat specifieke arbeidsmarktvoorzieningen zijn opgenomen in de overeenkomst. Het ligt voor de hand dat TTIP enkel de mobiliteit van geschoolde arbeidskrachten stimuleert, net als het Canadese handelsakkoord.

Figuur 1: Geschatte veranderingen in EU output in 2027 als gevolg van de TTIP (Bron: CEPR 2013)

Conclusies en aanbevelingen

Het TEC rapport concludeert dat de afzwakkende invloed van TTIP op milieuwetgeving soms wordt overschat maar dat er wel sprake is van enige invloed. De aanpassing van de Fuel Quality Directive, bijvoorbeeld, waarbij alle transportbrandstoffen gelijk behandeld worden ongeacht herkomst, was een grote winst voor Amerikaanse en Canadese exporteurs van oliezand en schalieolie. Aanbeveling van het
onderzoeksrapport is dan ook om juist die beleidsonderdelen waarop de Amerikaanse industrieën zich richten, in de gaten te houden. Regulering kan worden afgezwakt als gevolg van politieke druk uitgeoefend door de Amerikaanse overheid en industrieën. Dit kan vervolgens het toekomstige EU beleid beïnvloeden. Een dergelijke ontwikkeling kan versterkt worden wanneer het beschermingsmechanisme voor investeerders (ISDS) in de handelsovereenkomst wordt opgenomen, iets wat momenteel zwaar betwist wordt.

Globaal gezien, kan de TTIP positieve impacts hebben op de economische output van de EU. De uitkomsten zijn echter onzeker en hangen sterk af van de precieze inhoud van het verdrag. Het TEC rapport raadt de ITRE commissie dan ook aan om de macro-economische berekeningen opnieuw uit te laten voeren wanneer de finale teksten bekend zijn. Alleen dan kan een finaal oordeel gegeven worden over de precieze effecten.


Het rapport is te downloaden via www.tripleeconsulting.com

Karl Törnmarck is co-auteur van deze studie (Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.)

Ga direct naar alle artikelen over:

nME icon overheid groot 3d4

Overheid

nME icon bedrijfsleven2 groot

Bedrijfsleven

nME icon onderzoek groot

Onderzoek

nME icon opinie2 groot

Opinie en debat