Theo Henckens reageert op het commentaar van Marcel Bovy in deze tweede discussieronde.
Het is een feit dat er geen absolute zekerheid is, noch zal komen, over hoeveel van een stof precies uit de aardkorst kan worden gewonnen. Maar dat mag geen excuus zijn om besparingsmaatregelen met betrekking tot de meest schaarse grondstoffen na te laten. Voor enkele schaarse grondstoffen heb ik in mijn proefschrift aangetoond dat adequate maatregelen uitvoerbaar zijn. Maar de opgave wordt steeds groter naarmate we langer wachten.
Ik ben het met Bovy eens dat er een grote onzekerheidsmarge is bij schattingen van de winbare hoeveelheid grondstoffen. Maar het is, louter thermodynamisch gezien, niet zo gek dat er een correlatie is tussen de gemiddelde concentratie van een element in de aardkorst en de hoeveelheid verrijkt voorkomen ervan in de vorm van ertsen. Uiteraard zal dit per element variëren vanwege de verschillen in chemische eigenschappen. Maar de correlatie is echt wel sterk. Zie bijvoorbeeld ook het artikel van Graedel en Nassar (2015).
Een kernpunt in mijn proefschrift is dat, ondanks een opeenstapeling van optimistische standpunten en aannamen, het resultaat blijft dat enkele grondstoffen op afzienbare termijn uitgeput raken. In een gevoeligheidsanalyse heb ik aangetoond dat zelfs vijf maal extra optimistische aannamen nog steeds leiden tot de conclusie dat geïndustrialiseerde landen het gebruik van de meeste schaarse metalen sterk moet inperken om voldoende over te houden voor toekomstige generaties, ook voor die in ontwikkelingslanden. Dat geldt bijvoorbeeld voor molybdeen, een metaal dat essentieel is voor de transitie naar een koolstofarme energiehuishouding.
Uitputting van een minerale grondstof betekent niet dat het mineraal er niet meer is, maar wèl dat de winning van dat mineraal disproportioneel veel duurder wordt. Voor koper wordt dat duidelijk gemaakt in Figuur 1.
Figuur 1: Benodigde energie voor de productie van koper als functie van de koperconcentratie (ontleend aan Harmsen et al, 2013)
Voor koper, en overigens ook voor andere elementen, is er, louter technisch gezien, nauwelijks een winningslimiet, ook niet wanneer er geen verrijkte kopervoorkomens meer zijn. Want dan kan koper nog steeds worden gewonnen uit het koperarme deel van de aardkorst, hoewel dat erg veel duurder zou zijn. In totaal is er ruwweg zo’n 10.000 maal zo veel koper in de aardkorst aanwezig als alleen in kopererts. De gemiddelde concentratie van koper in de aardkorst is 55 ppm ofwel 0,0055 %. Dat is ongeveer 200 maal lager dan de tegenwoordige concentraties van koper in kopererts (0,3 %). Met die 55 ppm zit je heel dicht tegen de verticale as aan van de grafiek in Figuur 1. Steen en Borg (2002) hebben uitgerekend dat de kosten voor het winnen van koper uit de gemiddelde aardkorst ongeveer negentig maal zo hoog zouden zijn als de huidige kosten van koperwinning uit kopererts.
Ja, er is een (bijna) oneindige hoeveelheid grondstoffen, maar het winnen daarvan heeft een prijs. Technisch winbaar is nog niet economisch winbaar. En uitputting is economische uitputting, geen fysieke uitputting. Grondstoffen mogen niet onbereikbaar duur worden voor toekomstige generaties.
Contact:
Referenties
Graedel TE, Nassar NT, 2015, The criticality of metals: a perspective for geologists, from Jenkin GRT, Lusty PAJ, McDonald I, Smith MP, Boyce AJ, Wilkinson JJ (eds), Ore deposits in an evolving earth, Geological Society, London, Special Publications, 393, 291-302
Harmsen JHM, Roes AL, Patel MK, 2013, The impact of copper scarcity on the efficiency of 2050 global renewable energy scenarios, Energy 50, 2013, 62-73
Steen B, Borg G, 2002, An estimation of the costs of sustainable production of metal concentrates from the earth’s crust, Ecological Economist, 2002, 42, 401-13
Naschrift Redactie
De redactie roept de lezers van de nieuwsbrief op hun licht te laten schijnen over deze discussie over grondstoffenschaarste tussen Theo Henckens en Marcel Bovy, die in het vorige nummer begonnen is.