Als consument kopen we verschillende huishoudtoestellen met als doel deze meerdere jaren te gebruiken. Maar er bestaat steeds een risico dat het toestel vroegtijdig defect raakt. De consument moet verschillende keuzes maken om met dit risico om te gaan. Enerzijds kan hij of zij bij de aankoop van het toestel bijbetalen voor een extra lange garantieperiode, om het risico op mogelijke defecten door te schuiven naar de producent. Anderzijds zal hij of zij in geval van vroegtijdig defect beslissen om het toestel te vervangen dan wel te herstellen. De hoogte van de herstellingskost en de hoeveelheid falingen die voorafgingen zijn belangrijke elementen in dit beslissingsproces.
In opdracht van Benelux Union gingen VITO en KU Leuven op zoek naar een antwoord op de vragen die zich rond deze beslissingen voordoen voor drie specifieke toestellen: een wasmachine, een steelstofzuiger en een sledestofzuiger.
Drie herstelscenario's en één vervangscenario
De opsomming hierboven geeft aan dat een consument verschillende keuzes moet maken. Dit resulteert in verschillende mogelijke scenario’s waarin de consument een andere strategie toepast om te reageren op (mogelijke) gebreken bij de toestellen:
- De consument neemt een bijkomende garantie, en herstelt enkel kleine gebreken (met een beperkte herstelkost);
- De consument neemt een bijkomende garantie en herstelt alle gebreken;
- De consument neemt geen bijkomende garantie en herstelt alle gebreken;
- Vervanging van het toestel zonder herstelling van gebreken.
Voor elk van deze scenario’s wordt de gemiddelde Life Cycle Cost (LCC) berekend vanuit het perspectief van de consument. De LCC is de totale monetaire kost gelinkt aan aankoop, gebruik, herstel en afdanken van een toestel. De kosten voor herstel worden berekend op basis van de waarschijnlijkheid van voorkomen van verschillende types gebreken, en omvatten transportkosten, arbeidskosten voor reparatie en de aankoop van het wisselstuk. Voor alle drie de toestellen blijken de drie herstelscenario’s steeds voordeliger dan het vervangscenario (zie figuur 1).
Figuur 1: Kosten van herstellen en vervangen in de vier scenario's per productgroep
Herstellen loont, maar…
Het herstel van de toestellen loont dus, en bovendien toont de analyse aan dat de herstelstrategie best consequent wordt toegepast. Dit wil zeggen dat consumenten hun vertrouwen in de toestellen dienen te behouden, ook indien dit een hoge herstellingskost met zich meebrengt of indien het toestel voordien reeds meermaals hersteld moest worden. Deze houding is voor vele consumenten contra-intuïtief, maar garandeert een voldoende lange terugverdienperiode voor de investering van deze (en eventueel voorgaande) herstellingen. Enkel wanneer het toestel de verwachte einddatum van zijn gebruiksperiode nadert is het voordeliger om het toestel te vervangen in plaats van te herstellen. De kans dat de herstellingskost nog kan worden terugverdiend wordt immers te laag.
Denk na over waarborg
De mogelijkheid tot aankoop van bijkomende garantie bleek de LCC licht te verlagen in het geval van de stofzuigers, en had geen impact op de LCC van de wasmachine. De waarborg is enkel voordelig voor de stofzuigers omdat de verhouding tussen de bijkomende waarborgperiode en de gebruiksperiode veel hoger lag. Wasmachines en andere toestellen hebben een langere gebruiksperiode en een lagere kans op gebreken tijdens de eerste jaren van de gebruiksperiode. Daarom heeft de verlenging van de waarborg geen impact of de verwachte LCC van de wasmachine. Al blijft de waarborg een interessante optie voor risico-averse consumenten.
Het volledige rapport is beschikbaar op http://www.benelux.int/files/7915/2896/0920/FINAL_Report_Benelux.pdf. Voor meer informatie:
