Deze website gebruikt analytische cookies om inzicht te krijgen in de populariteit van de aangeboden artikelen (webstatistieken). Persoonlijke gegevens van bezoekers worden niet vastgelegd.

Er is groeiend besef dat waterstof wel eens het ontbrekende puzzelstuk zou kunnen zijn in de energietransitie. De doorbraak van waterstof hangt niet enkel af van evoluties in de kostprijs van de technologie, maar ook van geopolitieke factoren, zoals de wereldwijde wedren om technologisch leiderschap, nieuwe afhankelijkheidsrelaties tussen import- en exportlanden, en het gedrag van petrostaten.

Meer dan een hype?

In het verleden zijn er al verschillende hypes geweest rond waterstof, maar het gas heeft de hoge verwachtingen nooit kunnen inlossen. Dit keer zou het wel eens anders kunnen lopen. Dankzij de enorme prijsdalingen in hernieuwbare elektriciteit en de verwachte prijsdalingen in electrolysers, is er een steeds betere business case voor groene waterstof. Terzelfder tijd streven meer en meer landen naar koolstof- of klimaatneutraliteit (het VK en de EU tegen 2050, China tegen 2060), waardoor er snel werk moet worden gemaakt van de decarbonisering van sectoren die moeilijk geëlektrificeerd kunnen worden (zoals luchtvaart en de staalindustrie).

De complexiteit en dilemma’s van waterstof

Achter de eenvoud van de waterstofmolecule (H2) gaat een enorme diversiteit aan mogelijke technologie en infrastructuur schuil. Landen en bedrijven gaan harde keuzes moeten maken. Gaan ze voor ‘groene’ waterstof (van hernieuwbare elektriciteit) of voor ‘blauwe’ waterstof (van aardgas met koolstofafvang, -gebruik en -opslag, CCUS)? Wordt de waterstof geproduceerd in Europa zelf of geïmporteerd uit Noord-Afrika? Wordt de waterstof rechtstreeks gebruikt of omgezet in afgeleide producten zoals methanol of ammoniak? Wordt waterstof slechts gebruikt in een beperkt aantal ‘niche’ toepassingen of wordt er werk gemaakt, zoals Japan ambieert, van een hele ‘waterstofeconomie’?

Het antwoord op deze keuzes zal niet louter afhangen van de evolutie van de prijs en technologie, maar ook van de uitkomst van een politieke machtsstrijd tussen de verschillende belanghebbenden in dit complexe landschap. Welke actoren hebben de meeste macht en invloed om het beleid naar hun hand te zetten? Wie slaagt erin de toon te zetten in het maatschappelijk discours? Welke landen en bedrijven kunnen als eerste een voorsprong uitbouwen?

De inzet van deze machtsstrijd is gigantisch groot. Volgens BNEF (Bloomberg New Energy Finance) zou waterstof tegen 2050 in bijna een kwart van de wereldwijde energiebehoefte kunnen voorzien, met een jaarlijkse opbrengst van 700 miljard dollar. Ook de technologie aan gebruikerszijde kan tegen dan een miljardenindustrie worden.

Geopolitieke aspecten van waterstofhandel

Er zin minstens drie grote geopolitieke gevolgen van waterstof, die de ontwikkeling van de industrie mee zullen vormgeven.
Ten eerste zal waterstof leiden tot nieuwe afhankelijkheidsrelaties tussen landen. Het is goedkoper om waterstof te produceren met zonnekrachtcentrales in Marokko, Oman of Chili dan een grootschalige productie op te zetten in landen als Japan of Nederland (zie Figuur 1). Dat betekent niet noodzakelijk dat geïndustrialiseerde landen zomaar hun afhankelijkheid van olie- en gasimporten inruilen voor afhankelijkheid van waterstofimporten. Het verschil is namelijk dat waterstof, in tegenstelling tot olie en gas, wél overal ter wereld kan worden geproduceerd, wat het risico op politieke manipulatie of kartelvorming door exportlanden beperkt.

Figuur 1: De kost voor verschillende types van waterstof, in dollar/kg, volgens het IEA (2019)

Ten tweede zal de doorbraak van waterstof afhangen van het gedrag van petrostaten, landen die zeer sterk afhankelijk zijn van olie-exportinkomsten. Groene waterstof moet niet enkel concurrentieel worden ten opzichte van blauwe waterstof, maar ook ten opzichte van aardolie en aardgas die nu nog de zware industrie en het zware transport domineren. Petrostaten zouden olie kunnen dumpen op de markt om de concurrentie van waterstof in de kiem te smoren. Of ze zouden waterstof kunnen omarmen en exporteurs kunnen worden, wat hen voor een stuk een ‘levenslijn’ biedt in een twee-gradenwereld.

Ten derde zal de waterstofindustrie sterk beïnvloed worden door de geopolitieke wedloop om technologisch leiderschap. In het Westen groeit de ongerustheid over China’s dominante positie in hernieuwbare energietechnologieën (zeldzame aardemetalen, fotovoltaïsche zonnepanelen, elektrische wagens, etc.). Men wil vermijden dat hetzelfde gebeurt met waterstofproductie en verwante technologieën (bijvoorbeeld brandstofcellen).


Klik hier om het (Engelstalige) artikel te downloaden.
Nadere informatie: Thijs Van de Graaf, Universiteit Gent, +32 (0)9 264 68 74, Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.

 

Ga direct naar alle artikelen over:

nME icon overheid groot 3d4

Overheid

nME icon bedrijfsleven2 groot

Bedrijfsleven

nME icon onderzoek groot

Onderzoek

nME icon opinie2 groot

Opinie en debat