Deze website gebruikt analytische cookies om inzicht te krijgen in de populariteit van de aangeboden artikelen (webstatistieken). Persoonlijke gegevens van bezoekers worden niet vastgelegd.

In de Nederlandse MKBA-praktijk worden effecten van onzekerheid over toekomstige ontwikkelingen hanteerbaar gemaakt door deze ontwikkelingen vast te leggen in verschillende scenario’s. Deze notitie van CPB en PBL gaat in op het vraagstuk hoe om te gaan met de implicatie dat dan ook een discontovoet zou moeten worden gehanteerd die bij elk scenario hoort. Op basis van theoretische en praktische overwegingen komen we tot het advies om een over scenario’s ongedifferentieerde discontovoet te hanteren en tegelijkertijd met gevoeligheidsanalyses de onzekerheid over de discontovoet in beeld te brengen. Dit advies is overgenomen door de Werkgroep Discontovoet 2020.

De hoofdpunten uit de notitie zijn:

  1. Als de welvaart verschilt tussen verschillende toekomstscenario’s, houdt een hogere welvaart in de toekomst een hogere discontovoet nu in. Dit komt doordat bij een hogere toekomstige welvaart de extra toekomstige baten van een investering minder worden gewaardeerd dan bij een lagere toekomstige welvaart. Naarmate de verwachte welvaartsstijging hoger is, is men dus minder bereid nu kosten te dragen voor een gegeven toekomstige opbrengst. Dat is ook de kern van de zogeheten Ramseyregel die zegt dat de discontovoet hoger is naarmate de verwachte toekomstige welvaartsgroei hoger is.
  2. In de huidige Nederlandse MKBA-praktijk varieert de discontovoet evenwel niet met het gehanteerde toekomstscenario. Dit zou dus een in de Nederlandse MKBA praktijk ingebakken foutenbron kunnen zijn bij de bepaling van MKBA-saldi. Maar leidt het ook systematisch tot fouten ten aanzien van de beslisinformatie? Een kwantitatieve illustratie laat enerzijds zien dat deze risico’s in de praktijk zouden kunnen uitmaken, anderzijds dat deze risico’s ook niet altijd zullen optreden.
  3. Zonder geschikte evidentie welke invloed scenario’s precies hebben op de hoogte van de discontovoet, lijkt een standaard per scenario gedifferentieerde discontovoet een stap te ver voor de Nederlandse praktijk.
  4. Een alternatieve oplossing is om aan de geldende discontovoeten die niet scenariospecifiek zijn gevoeligheidsanalyses toe te voegen. In dat geval wordt de discontovoet onder het scenario met hogere welvaart in een gevoeligheidsanalyse opgehoogd en tegelijkertijd de discontovoet in het scenario met lagere welvaart in dezelfde mate verlaagd. Dit is in zekere zin een ‘light’-variant van het hanteren van scenariospecifieke discontovoeten. Uitgaande van de huidige scenario’s voor welvaart en leefomgeving (WLO, zie www.wlo2015.nl) liggen de opslag op de discontovoet in het hoge scenario en de even grote afslag in het lage scenario in de bandbreedte van 0 tot 0,75%-punt.

Deze notitie is opgesteld door CPB en PBL en tevens gepubliceerd als onderdeel van het Rapport Werkgroep discontovoet 2020 .

Klik hier om te CPB/PBL-notitie 'Discontovoet en scenario's in MKBA's - naar een werkbare oplossing' te downloaden. 

Nadere informatie: Bert Hof, PBL, 06 1179 3889, Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.