Deze website gebruikt analytische cookies om inzicht te krijgen in de populariteit van de aangeboden artikelen (webstatistieken). Persoonlijke gegevens van bezoekers worden niet vastgelegd.

Klimaatstart-ups worden gezien als belangrijke aanjagers van de duurzaamheidstransitie. De klimaat- en bedrijfsprestaties van deze start-ups gaan echter nog niet gelijk op. Een positief bedrijfsresultaat halen is vooral lastig voor ondernemingen met een grote mogelijke bijdrage aan het reduceren van de mondiale CO2-uitstoot. Dit leidt tot aanbevelingen aan de overheid: Zorg voor de juiste fiscale maatregelen en voor gezonde marktcondities.

Onderzoekers van het Copernicus Instituut (Universiteit Utrecht) baseren hun bevindingen op een analyse van 197 klimaatstart-ups uit West-Europa. Zij achterhaalden welke eigenschappen van de start-ups hun klimaat- en bedrijfsprestaties verklaren. De bedrijfsprestaties van klimaatstart-ups worden verklaard door volledig andere factoren dan hun klimaatprestaties. Het duidelijkst is dit wanneer we kijken naar de technologie van de start-up. Start-ups die een fysieke technologie gebruiken leveren doorgaans een grotere bijdrage aan de duurzaamheidstransitie dan softwarestart-ups. Echter die laatste groep groeit sneller en haalt meer omzet. Dat softwarestart-ups sneller groeien is niet heel verrassend. Het maken van software vergt minder investeringen en is makkelijker schaalbaar. Het vernieuwende resultaat van dit onderzoek is dat het aantoont dat de technologie het tegenovergestelde effect heeft op klimaatprestaties.

Start-ups zijn bij uitstek geschikt om technologieën naar de markt te brengen waar grote bedrijven geen belangstelling voor hebben. Daarom proberen overheden klimaatstart-ups te bevorderen. Maar de markt en het 'ecosysteem' waar deze start-ups zich in bevinden zijn nog onvoldoende ontwikkeld.

Dilemma

De resultaten van het onderzoek leggen een belangrijk dilemma bloot. Om de door overheden beoogde rol van start-ups in groene groei te vervullen is het belangrijk dat start-ups beide prestaties combineren, en dat blijkt lastig: Een failliete start-up kan geen positieve bijdrage leveren aan het klimaat.

Lichtpuntje

De resultaten laten wel een lichtpuntje zien. De onderzoekers keken of er ook start-ups bestaan die beide typen prestaties wel kunnen combineren. En dit blijkt het geval. Start-ups die veel potentie hebben om bij te dragen aan een vermindering van de CO2-uitstoot en daarbij werken aan een vernieuwende en op hardware gebaseerde technologie weten flinke investeringen binnen te halen. Een voorbeeld hiervan is de Duitse start-up Lilium, die bezig is met het ontwikkelen van elektrische vliegtuigjes die verticaal kunnen opstijgen. Die investeringen zijn nodig om de nieuwe technologie verder te ontwikkelen. Hier dient wel een waarschuwing toegevoegd te worden: Investeringen zijn belangrijk, maar ook gebaseerd op beloften. Investeren in duurzame start-ups kan heel winstgevend zijn, maar is ook heel riskant. Het is nog niet zeker dat deze investeringen ook leiden tot meer omzet.

Aanbevelingen

De onderzoekers adviseren overheden om ervoor te zorgen dat er voldoende financiering is om kapitaalintensieve technologie te ontwikkelen. Twee mogelijke oplossingen zijn fiscale maatregelen die het investeren in duurzame start-ups aantrekkelijker maken of het uitbreiden van investeringsfondsen specifiek voor duurzame start-ups in een vroege fase. Anderzijds dienen de marktcondities waarin duurzame start-ups zich bevinden, het zogenaamde ecosysteem, verbeterd te worden. Hierbij zou je kunnen denken aan overheden die zich als eerste klant voor start-ups opwerpen of het creëren van markten door het stellen van scherpere duurzaamheidseisen. Dergelijke maatregelen zijn nodig om de groene groeibelofte van start-ups te vervullen. Door nu de marktomstandigheden voor kapitaalintensieve klimaat start-ups te verbeteren zorgen we ervoor dat ze echt kunnen bijdragen aan de duurzaamheidstransitie. Maar daarnaast biedt dit ook economische kansen. Zo plukt Denemarken er, met bedrijven als Ørsted en Vestas, nu de vruchten van het feit dat het sterk geïnvesteerd heeft in het ecosysteem rondom windenergie.


Artikel: Jip Leendertse, Frank J. van Rijnsoever en Chris P. Eveleens, ‘The sustainable start-up paradox: Predicting the business and climate performance of start-ups’, Business Strategy and the Environment (November 2020) https://doi.org/10.1002/bse.2667 (gratis toegankelijk).
De studie is gefinancierd door Climate-KIC, onderdeel van het Europees Instituut voor Innovatie en Technologie (EIT).

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Jip Leendertse, faculteit Geowetenschappen, Universiteit Utrecht Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. Nieuwe onderzoeksresultaten worden gedeeld op Twitter: https://twitter.com/JipLeendertse.