Op verzoek van Rijkswaterstaat heeft het CPB een second opinion uitgevoerd naar de MKBA Economische Analyse Zoetwater (EAZ). De MKBA EAZ onderzoekt de welvaartseffecten van twee pakketten van maatregelen ten behoeve van de zoetwatervoorziening in Nederland. Daarbij staan drie vragen centraal: Wat zijn de economische effecten van veranderende waterbeschikbaarheid in de verschillende Deltascenario’s? Welke zoetwatermaatregelen zijn vanuit maatschappelijk welvaartsperspectief het meest voordelig? En wat is het te verwachten welvaartseffect van het voorgestelde maatregelpakket?
De algemene indruk van het CPB is dat de MKBA EAZ, binnen de grenzen van wat mogelijk was met het analytisch instrumentarium en de beschikbare tijd, adequaat is uitgevoerd. Wel zijn er een paar aandachtspunten. Inhoudelijk belangrijk is dat geen rekening kon worden gehouden met adaptief omgaan met klimaatverandering door de gebruikers van zoetwater. Dit kan tot een overschatting van de droogterisico’s leiden en tot een overschatting van de effectiviteit van maatregelen. De opstellers van de MKBA bevelen dan ook aan dat nader onderzoek naar dit type gedragsaanpassingen nodig is.
Probleemanalyse, scenario’s, nulalternatief en projectalternatieven
De MKBA dient als hulpmiddel bij het onderbouwen van de keuzes die gemaakt moeten worden in het Deltaprogramma Zoetwater voor de Deltaperiode 2022-2027. De EAZ vergelijkt en beoordeelt maatregelen die eraan bijdragen om in de toekomst weerbaarder te zijn tegen droogte.
De toekomstige onzekerheid over de ontwikkeling van zoetwaterbeschikbaarheid wordt zichtbaar gemaakt door het hanteren van verschillende toekomstscenario’s. Daarbij vormen de Deltascenario’s Stoom, Warm, Rust en Druk de basis. Er wordt één Deltascenario gehanteerd waarin de zoetwaterbeschikbaarheid en de daarmee samenhangende droogterisico’s in de toekomst sterk toenemen (Stoom). Het Deltascenario Warm lijkt sterk op dat scenario als het gaat om droogterisico’s en is daarom niet als afzonderlijk scenario in beschouwing genomen. De twee andere Deltascenario’s (Rust en Druk) laten voor wat betreft het droogterisico een beeld zien dat nauwelijks verschilt van de droogterisico’s in 2017. Dat 2017-beeld wordt Referentie 2017 genoemd en wordt als proxy gebruikt voor de Deltascenario’s Rust en Druk in de EAZ.
In het nulalternatief voor de EAZ is een toekomstig beleidsbeeld opgenomen waarin geen grote investeringen worden gedaan, maar waarin huidig beleid wordt voortgezet, alsmede investeringen waar al financiering voor beschikbaar is. Het nulalternatief is dus qua gevoerd beleid hetzelfde voor beide gehanteerde scenario’s. Het is voor de verschillende toekomstscenario’s doorgerekend, en laat zien wat er zou gebeuren als er geen aanvullend beleid wordt gevoerd. Knelpunten en kansen worden zo duidelijk en zullen in het ene scenario groter zijn dan in het andere. De effecten van de projectalternatieven worden berekend ten opzichte van dit nulalternatief.
In de MKBA zijn twee projectalternatieven opgenomen, een Voorkeurspakket en een Economisch kansrijk-pakket. De MKBA werkt met maatregelpakketten, omdat er in totaal 180 maatregelen zijn aangeleverd door de verschillende regio’s. Vanwege beperkingen in de doorlooptijd en middelen was het niet mogelijk om een volwaardige MKBA per maatregel op te stellen.
Het Voorkeurspakket bevat maatregelen die door de verschillende zoetwaterregio’s zelf zijn uitgekozen voor de nieuwe deltabeslissing zoetwater in 2021. De MKBA onderzoekt hoe dit Voorkeurspakket scoort ten opzichte van het nulalternatief en een Economisch kansrijk-pakket. Het kan namelijk zo zijn dat het Voorkeurspakket onrendabele maatregelen bevat die meeliften op het positieve saldo van andere maatregelen. Het pakket kan dan positief scoren ten opzichte van het nulalternatief maar niet ten opzichte van het Economisch kansrijk-pakket.
Bij het samenstellen van het zogeheten Economisch kansrijk-pakket zijn minder gunstige maatregelen uit het Voorkeurspakket gefilterd door middel van een vereenvoudigde kosten-batenanalyse. De analyse per maatregel is door Stratelligence gedaan met behulp van regionale factsheets en waar mogelijk ondersteund met berekeningen met het nationaal waterinstrumentarium, het quickscaninstrumentarium, maatwerkanalyses of bestaande studies. Bij de beoordeling van de maatregelen zijn ook kwalitatieve effecten meegewogen op onder meer de leefomgeving, waterkwaliteit en aquatische natuur. Het Economisch kansrijk-pakket dient als vergelijkingsmateriaal voor het Voorkeurspakket. Voor regio’s waar alle maatregelen in het Voorkeurspakket een positief of neutraal kosten-batensaldo hadden en waar geen additionele maatregelen beschikbaar waren, zijn beide pakketten gelijk.
Uitkomsten
Het Economisch kansrijk-pakket scoort beter qua kosten-batenverhouding in alle scenario’s voor wat betreft de gemonetariseerde baten, terwijl het Voorkeurspakket gemiddeld iets hoger scoort voor de kwalitatieve (niet-gemonetariseerde) effecten. Dat blijkt uit onderstaande tabel die een combinatie van tabellen A en B uit de samenvatting van de MKBA EAZ is. De tabel laat investeringskosten, het hydrologische leveringspotentieel (in mln kubieke meter zoet water), de kwalitatieve effecten en de netto contante waarde van de maatregelpakketten per geanalyseerde regio zien.
Voor Hoge Zandgronden Zuid, Hoge Zandgronden Oost-Nederland en Zandgronden IJsselmeergebied is geen Voorkeurspakket opgesteld. De overzichtstabel van de MKBA bevat dus geen uitkomsten voor deze regio’s. Er is wel onderzocht of er maatregelen zijn om een pakket mee samen te stellen dat een positief kosten-batensaldo heeft. Dat lijkt voor zowel de gematigde als de extremere scenario’s inderdaad mogelijk.
Klik hier om de CPB-publicatie te downloaden.
Informatie: Gerbert Romijn,