Deze website gebruikt analytische cookies om inzicht te krijgen in de populariteit van de aangeboden artikelen (webstatistieken). Persoonlijke gegevens van bezoekers worden niet vastgelegd.

Volgens het PBL stevent Nederland af op een CO2-reductie van slechts 34% in 2030. Extra klimaatmaatregelen zijn dus nodig om de doelstellingen te halen. Ecorys heeft berekend dat deze extra maatregelen 23- tot 28 duizend banen gaan opleveren. Dat is een kans om werklozen aan een baan te helpen, maar ook een risico op vertraging van de energietransitie. Het aantal techniekstudenten in het mbo laat namelijk een dalende trend zien. Er is dus een extra inspanning nodig van de overheid, het bedrijfsleven en het onderwijs om te zorgen voor voldoende gekwalificeerde arbeidskrachten.

Het Klimaatakkoord markeert een versnelling van de transitie naar een samenleving zonder netto CO2-uitstoot. Het Klimaatakkoord telt zo’n 250 maatregelen, die moeten leiden tot 49% CO2-reductie in 2030. Dit is echter nog niet genoeg. Het PBL verwacht dat het huidige beleid, waarin nog niet alle maatregelen uit het Klimaatakkoord zijn verwerkt, leidt tot een reductie van slechts 34% in 2030. Daarnaast is in Europees verband afgesproken dat de EU haar doelstelling verhoogt naar een reductie van 55% in 2030. Er is de komende jaren dan ook behoefte aan additioneel klimaatbeleid.

Dit heeft een grote impact op de arbeidsmarkt. Om de energietransitie te realiseren is er daarom ook behoefte aan een arbeidsmarkttransitie. Het onderzoek van Ecorys is een eerste verkenning van de gevolgen van het te verwachten additionele klimaatbeleid voor de arbeidsmarkt.

Daarbij is gekeken naar twee scenario’s, gebaseerd op het recent verschenen rapport ‘Bestemming Parijs’:
* Een additioneel maatregelpakket dat leidt tot een CO2-reductie van 49% in 2030;
* Een additioneel maatregelpakket dat leidt tot een CO2-reductie van 55% in 2030.

Voor beide scenario’s is berekend welke uitgaven deze maatregelpakketten met zich mee brengen en tot hoeveel banen deze uitgaven leiden ten opzichte van een basisscenario met 34% CO2-reductie in 2030.

Er is nog veel onduidelijk over welke maatregelen gekozen zullen worden en welke kosten dit met zich mee zal brengen. Toch kan geconcludeerd worden dat een maatregelpakket van deze omvang tot tienduizenden banen zal leiden. Deze eerste verkenning komt voor een reductie van 49% en 55% uit op respectievelijk 23 duizend en 28 duizend extra banen ten opzichte van het basisscenario. Deze schatting is een gemiddelde over een langere periode, in de komende jaren is het aantal arbeidsjaren waarschijnlijk hoger, in latere jaren lager.

Daarbij passen twee kanttekeningen. Ten eerste zullen er als gevolg van het klimaatbeleid ook banen verloren gaan. Het gaat hier dan ook niet om netto, maar om bruto banencreatie. Ten tweede dient opgemerkt te worden dat daarbij geen rekening is gehouden met een alternatieve aanwending van de middelen. Een andere besteding van het geld zou ook (en mogelijk meer) werkgelegenheid met zich meebrengen.

De arbeidsvraag als gevolg van het klimaatbeleid zorgt alleen voor banen als er voldoende arbeidsaanbod tegenover staat. Dergelijk gekwalificeerd personeel is niet direct voorhanden en moet dus beschikbaar gemaakt worden met behulp van gericht arbeidsmarktbeleid. Er is met name aandacht nodig voor bijscholing en omscholing van mensen uit andere sectoren die hun baan verliezen door de coronacrisis of als gevolg van klimaatbeleid.

De impact van klimaatbeleid op de arbeidsmarkt is dan ook tweeledig. Enerzijds betekent het een kans om mensen die getroffen zijn door de coronacrisis aan nieuw werk te helpen. Anderzijds is er een risico dat de uitvoering van het beleid vertraging oploopt door een gebrek aan gekwalificeerde arbeidskrachten.

Aanpassing van het arbeidsaanbod is hoe dan ook een langdurig proces. Om tijdig te kunnen anticiperen op de verwachte arbeidsvraag moet er snel meer duidelijkheid komen over de inhoud en de timing van klimaatmaatregelen. Anders kan het bereiken van de doelen uit het Klimaatakkoord in gevaar komen.

Om de arbeidsmarkttransitie in goede banen te leiden moet de overheid daarnaast gericht arbeidsmarktbeleid voeren. Werkgevers moeten hun arbeidsvraag inzichtelijk maken, onderwijsinstellingen moeten de benodigde opleidingen aanbieden, werkzoekenden moeten de benodigde kwalificaties verzamelen en overheidsinstanties zoals het UWV moeten het matchen van vraag en aanbod faciliteren. Daarbij is een sturende en coördinerende rol van de overheid noodzakelijk.


Nadere inlichtingen: Menno van Benthem, +31 6 36 55 65 66, Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.

Het rapport is hier te downloaden:
https://www.nvde.nl/wp-content/uploads/2021/02/Klimaatbeleid-en-de-arbeidsmarkt-Ecorys-rapport-26-februari-2021.pdf

 

Ga direct naar alle artikelen over:

nME icon overheid groot 3d4

Overheid

nME icon bedrijfsleven2 groot

Bedrijfsleven

nME icon onderzoek groot

Onderzoek

nME icon opinie2 groot

Opinie en debat