Uitgebreide producentenverantwoordelijkheid (UPV) is een veelgebruikte vorm van beleid om de transitie naar een circulaire economie in de Europese Unie te ondersteunen. Bestaande UPV-systemen hebben over het algemeen de inzamelingspercentages verhoogd, recycling bevorderd en de financiële verantwoordelijkheid verschoven van gemeenten naar producenten. Hoewel sommige kennis nog ontbreekt, is er genoeg ruimte om UPV-instrumenten verder in te zetten om hergebruik, hoogwaardige recycling en ecodesign te bevorderen. Dit blijkt uit onderzoek van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) en het Centraal Planbureau (CPB).
PBL en CPB analyseerden het ontwerp, de werking en de effecten van UPV op afvalbeheer, op recycling en de markt voor secundaire grondstoffen, en op ecodesign. De analyses zijn gebaseerd op literatuuronderzoek en casestudies naar bestaande UPV-systemen voor batterijen en autowrakken, en naar een mogelijke introductie van UPV voor medicijnen in Nederland.
Producenten verantwoordelijk maken voor afgedankte producten
UPV is een beleidsbenadering waarin de verantwoordelijkheid van producenten wordt uitgebreid tot na het einde van de levensduur van een product. Het omvat een divers palet aan beleidsinstrumenten met als doel producenten verantwoordelijk te maken — in financiële, en soms ook in organisatorische zin — voor de inzameling, sortering en verwerking van afgedankte producten.
In de Europese Unie zijn UPV-systemen geïmplementeerd op batterijen, autowrakken, elektrische en elektronische apparatuur, en verpakkingen. In Nederland geldt er ook UPV voor autobanden, papier en karton en vlakglas. Nieuw UPV-beleid is in Nederland in de maak voor andere productgroepen, waaronder matrassen, textiel, en sommige vormen van wegwerpplastic.
De meest voorkomende UPV-instrumenten zijn inzamelings- en recyclingdoelstellingen, heffingen in de consumentenprijs en statiegeldsystemen. Inzamelings- of recyclingdoelen verplichten de producent om een product aan het einde van de levensduur terug in te nemen en te zorgen voor een passende verwerking. Meestal is er een doelstelling geformuleerd in de vorm van een percentage producten dat ingezameld of gerecycled moet worden (zie Figuur 1). Heffingen, zoals een verwijderingsbijdrage, verhogen de prijs voor consumenten en leveren een bijdrage aan de inzameling en verwerking van afgedankte producten. Bij een statiegeldsysteem betalen consumenten een bedrag als borg, dat geretourneerd wordt als zij het gebruikte product op de juiste wijze weer inleveren. Statiegeld geeft een monetaire prikkel om goed recyclebare producten te scheiden van restafval, en om zwerfafval tegen te gaan. Belangrijk is ook dat een UPV-instrument verplichtingen geeft om informatie te verzamelen én openbaar te maken.
Effecten van UPV gericht op hogere inzamelingspercentages en meer recycling
UPV heeft geleid tot een verhoging van het aandeel producten dat apart wordt ingezameld en verwerkt. UPV is ook effectief geweest in het verschuiven van de financiële lasten voor verzamelen en verwerken van gemeenten naar producenten. Het is echter niet eenduidig vast te stellen of producenten afvalinzameling en -verwerking efficiënter organiseren dan gemeenten.
UPV heeft ook de voor recycling beschikbare hoeveelheid materiaal verhoogd. Wel is onzeker wat de impact van UPV op de kwaliteit van gerecycled materiaal is. Om ervoor te zorgen dat UPV ook effectief bijdraagt aan meer hergebruik dienen aanvullende prikkels te worden ontwikkeld. Tot op heden is er weinig bewijs dat UPV aanzet tot ecodesign.
Figuur 1: Inzamelings- en recyclingdoelstellingen onder UPV
Breder gebruik van statiegeldsystemen en gedifferentieerde tarieven kan hergebruik en ecodesign bevorderen
Statiegeldsystemen zijn in staat om hergebruik te stimuleren en om de kwaliteit van recycling te verhogen. Wanneer een UPV-systeem tarieven hanteert die afhangen van de recyclebaarheid, de levensduur, of andere milieurelevante kenmerken van een product, dan kan het tot meer ecodesign leiden en mogelijk de kwaliteit van gerecyclede materialen verbeteren. Een korting voor het gebruik van beter recyclebare materialen zal producenten er immers toe bewegen om die materialen vaker toe te passen. Maatregelen zoals minimumvereisten met betrekking tot het aandeel gerecyclede inputs, of het promoten van hergebruik kunnen de werking hiervan versterken.
Breder ontwikkelen van UPV kan milieueffectiviteit verhogen
In de praktijk is de financiële verantwoordelijkheid van producenten beperkt tot gescheiden ingezamelde productstromen. Een bredere beleidsimplicatie van dit onderzoek is om de reikwijdte van geïmplementeerde UPV uit te breiden met productstromen die niet afzonderlijk worden ingezameld. Dit geldt zowel voor producten die binnen de EU op onjuiste manier worden weggegooid als voor gebruikte producten die geëxporteerd worden naar derde landen waar UPV niet geïmplementeerd is.
Het introduceren van UPV bij andere productgroepen, waaronder medicijnen en andere motorvoertuigen dan auto's en bestelwagens, kan milieuschade door zwerfafval en illegaal dumpen helpen voorkomen en meer materiaalstromen richten op hergebruik en recycling.
UPV is geen panacee
Een circulaire economie omvat meer ambities dan wat UPV kan leveren. Net zoals de effecten op de afvalstroom ook van ander beleid afhangen, zal UPV altijd flankerend beleid vereisen — in het bijzonder gericht op de productie- en consumptiefasen in de levenscyclus van een product — om de transitie naar een circulaire economie te faciliteren.
Klik hier om het (Engelstalige) achtergronddocument en de (Engelstalige) casestudies te downloaden en hier om de Nederlandstalige samenvatting van de casestudies (batterijen, autowrakken en medicijnen) te downloaden.
Nadere informatie: Alexandros Dimitropoulos (PBL),