Deze website gebruikt analytische cookies om inzicht te krijgen in de populariteit van de aangeboden artikelen (webstatistieken). Persoonlijke gegevens van bezoekers worden niet vastgelegd.

Rli: 'Zet Groeifonds gericht in voor duurzame groei'

Het Nationaal Groeifonds is ingesteld om het toekomstig bruto binnenlands product van Nederland te vergroten. De Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli) concludeert in zijn advies ‘Investeren in duurzame groei’ dat dit doel alleen bereikt kan worden als uitsluitend geïnvesteerd wordt in activiteiten die passen bij de transitie naar een CO2-neutrale, grondstofarme en natuurinclusieve economie. De raad beveelt het kabinet daarom aan om bestaande doelen voor de verduurzaming van de economie de richting te laten bepalen voor de investeringen uit het groeifonds.

Fiscaal stimuleren schonere personenauto's kan kosteneffectiever

Met het huidig fiscaal stelsel vergroent het Nederlandse wagenpark minder dan beoogd. Schone, maar voor de tweedehands markt te dure auto's verlaten het land en viezere komen er via import voor terug. Daarnaast worden dieselpersonenauto’s vervangen door viezere dieselbestelauto’s met 50% meer CO2-uitstoot per kilometer. TNO doet in een whitepaper een aantal suggesties om op korte termijn een consistente vergroening van het wagenpark te stimuleren met direct rendement voor de luchtkwaliteit en klimaat. Ze zijn makkelijker te implementeren dan bijvoorbeeld 'Betalen naar Gebruik' en hebben eerder milieuresultaat dan alleen focus op elektrificatie van het wagenpark.

Uniforme CO2-beprijzing leidt niet tot innovatie in koolstofarme productietechnologie

In zijn onlangs verschenen boek 'Pricing Carbon Emissions: Economic Reality and Utopia' betoogt Aviel Verbruggen dat een effectief en rechtvaardig klimaatbeleid niet gerealiseerd kan worden met uniforme CO2-beprijzingssystemen zoals het EU-ETS. Zie ook de eerdere discussiebijdrage hierover van hem in de Nieuwsbrief Milieu & Economie.

Miljarden euro's schade door milieucriminaliteit en -overtredingen in Nederland

De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) becijferde de schade door milieucriminaliteit en -overtredingen in 2020 op € 4,35 miljard. Het gaat om vervuiling van bodem, lucht, grond- en oppervlaktewater met gevolgen voor milieu, klimaat, flora en fauna en de gezondheid van de mens. Dat staat in een rapport van de Algemene Rekenkamer, die onderzoek deed naar de handhaving van de milieuwetgeving. 

Maatschappelijk verantwoord inkopen

Maatschappelijk verantwoord inkopen (MVI) is voor veel aanbestedende diensten een belangrijk onderwerp. Hoe organiseer je MVI-monitoring in je organisatie? Hoe borg je MVI in contracten met je leveranciers? Deze twee vragen staan centraal in een handreiking die CE Delft en Copper8 hebben opgesteld in opdracht van het Ministerie van IenW.

Waardering van humane toxiciteit

Door CE Delft ontwikkelde milieuprijzen worden veel gebruikt voor de waardering en beoordeling van de risico’s voor de menselijke gezondheid, ecosystemen en gebouwen/materialen van het gebruik van bepaalde materialen en producten. Bij het ontwikkelen van dergelijke prijzen geldt humane toxiciteit echter als element dat door grote onzekerheden wordt omgeven. Van de gezondheidseffecten van de meeste stoffen bestaat er geen goed beeld, terwijl deze potentieel zeer aanzienlijk zouden kunnen zijn. Een recente studie van CE Delft  richt zich op de beschikbare epidemiologische gegevens voor negen stoffen die in de EU in grote hoeveelheden worden gebruikt en waarvan de gevaarlijke eigenschappen goed bekend zijn en literatuur over hun toxiciteit ruim voorhanden is. De gehanteerde methode kan de weg vrij maken voor nieuwe strategieën voor snellere evaluatie van gevaarlijke stoffen en deze dan faciliteren, zelfs wanneer er slechts beperkte epidemiologische gegevens beschikbaar zijn. De methode gaat echter wel gepaard met een aantal grote onzekerheden.

Internaliseren van klimaatkosten van de Europese luchtvaart

Om de Europese luchtvaartsector vrijwel volledig klimaatneutraal te maken, is een overgang nodig van fossiele kerosine naar duurzame brandstoffen. In een onderzoek van CE Delft en de Universiteit van Kopenhagen is onder andere berekend hoe duur die overgang tot 2050 zou zijn, welke brandstofmix het meest waarschijnlijk is en welke CO2-prijs nodig is om deze transitie in gang te zetten.

Onrendabele top collectieve warmtesystemen

Voor de transitie naar een aardgasvrije gebouwde omgeving zijn er veel verschillende mogelijkheden in Nederland. Op dit moment hebben bijna alle alternatieven voor aardgas alleen een hoger kostenplaatje dan de huidige situatie met aardgas. Dat betekent dat deze alternatieven een onrendabele top hebben. Om in beeld te brengen hoe groot die onrendabele top is, heeft CE Delft een eerste factsheet opgesteld, waarin op basis van praktijkgegevens gekeken is wat de onrendabele top is voor de eindgebruikers die overschakelen van een cv-ketel naar een collectief warmtesysteem (warmtenet).

Beter benutten van SDE++-budgetten

CE Delft heeft onderzocht of de systematiek van begroten van SDE+(+) een bijdrage kan leveren aan een betere benutting van het SDE+(+)-budget. Sinds het bestaan van de SDE+ is sprake van overschot aan beschikbare middelen en stortingen in de begrotingsreserve. Het onderzoek gaat in op de vraag of dit structureel is en welke mechanismes kunnen worden aangebracht om te borgen dat geld dat is bedoeld voor duurzame energie daarvoor beschikbaar blijft en, indien het daarvoor beschikbaar blijft, sneller benut kan worden.

Externe kosten van ketenemissies van transport

In opdracht van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat heeft CE Delft een verkennende analyse gedaan van de externe kosten van emissies die vrijkomen bij productie, onderhoud, en afdanking van voertuigen en aanleg, onderhoud, beheer, en afdanking van infrastructuur (in deze studie aangeduid als ketenemissies). Daarbij is gekeken naar de kosten die veroorzaakt worden door de uitstoot van CO2, NOx en fijn stof tijdens deze activiteiten.

'Omniconomie: De Weg naar een Intrinsiek Duurzame Wereld'

Onder deze titel verscheen een boek van Niko Roorda, waarin hij probeert aan te tonen dat een groot deel van de (milieu)problemen in de wereld voortvloeit uit het feit dat economische experts hun eigen vakgebied niet begrijpen. Roorda pleit voor een nieuwe, interdisciplinaire wetenschap: 'omniconomie'. Daarmee zou een 'intrinsiek duurzame' wereld gerealiseerd kunnen worden: een wereld die vanzelf, autonoom naar duurzaamheid toetrekt zonder dat mensen daar moeite voor hoeven te doen.