Deze website gebruikt analytische cookies om inzicht te krijgen in de populariteit van de aangeboden artikelen (webstatistieken). Persoonlijke gegevens van bezoekers worden niet vastgelegd.

Een grote fractie van industrieel afval wordt verbrand. Dat zorgt er o.a. voor dat materiaalkringlopen niet gesloten geraken. Om die tendens tegen te gaan implementeren overheden steeds vaker heffingen op de verbranding van (industrieel) afval. Enerzijds, hebben die heffingen tot doel afvalhoeveelheden te verminderen, anderzijds zouden ze ook moeten aanzetten tot duurzamere afvalverwerkingsmethoden, zoals recyclage. In een recente studie is econometrisch geanalyseerd of de Vlaamse heffing op de verbranding van industrieel kunststofafval helpt die doelen te bereiken. Daarbij is rekening gehouden met de interne organisatie van bedrijven. Zo is een onderscheid gemaakt tussen bedrijven die per order produceren en bedrijven die een massaproduct produceren. 

De  Vlaamse afvalverbrandingsheffing op industrieel kunststofafval zorgt niet voor een duurzamere afvalverwerkingsmethode. In Noord-West-Europa kampen we met een tekort aan recyclagecapaciteit voor bepaalde kunststoffen. Waardevolle kunststoffen worden al lange tijd efficiënt gerecycleerd. Het probleem situeert zich echter bij minder waardevolle of verontreinigde kunststoffen. Die worden nog steeds verbrand omdat recyclageprocessen voor zulke kunststoffen, vanuit commercieel oogpunt, niet genoeg renderen. Bijgevolg investeren private bedrijven niet, of te weinig, in recyclagecapaciteit. Alhoewel een heffing de externe kosten zou kunnen internaliseren en de markt uit deze impasse zou kunnen helpen, kan worden beargumenteerd dat de heffing te laag is en de externe kosten niet goed benaderd worden. De heffing schommelt rond de 10 euro per ton en is stabiel doorheen de tijd op twee drastsiche veranderingen na (zie figuur 1). Die veranderingen wijzen erop dat de hoogte van de heffing niet gebaseerd is op de externe kosten teweeggebracht door afvalvebranding. 

Figuur 1: Heffing op de verbranding van hoogcalorisch afval in Vlaanderen


Bedrijven die geconfronteerd worden met de heffing, kunnen die dus enkel ontwijken door hun kunststofafval te verminderen. Die tendens vinden we terug in de data wanneer we die econometrisch analyseren. De resultaten impliceren dat bedrijven licht prijsgevoelig zijn wanneer de heffing stijgt, d.w.z. bedrijven bieden minder kilogram kunststofafval aan wanneer de heffing stijgt. Een omgekeerd effect lijkt niet te bestaan. Wanneer de heffing in 2007 sterk daalde, is niet gebleken dat bedrijven weer meer kunststofafval lieten verwerken. Dat wil zeggen dat bedrijven niet desinvesteren. Over het terugkerend karakter van deze tendens kan geen uitspraak worden gedaan.
 
Wanneer de heffing stijgt, geven onze resultaten aan dat bedrijven die per order produceren sneller hun hoeveelheid kunststofafval aanpassen. Wanneer een massaproduct geproduceerd wordt geven de resultaten aan dat bedrijven minder snel hun afvalhoeveelheden aanpassen, maar wanneer ze die aanpassen, ze die sterker aanpassen dan hun tegenhanger die per order produceert. Deze resultaten zijn intuïtief: massaproductie is minder gemakkelijk aan te passen door verzonken kosten, bijvoorbeeld de productie pauzeren om de nodige aanpassingen door te voeren. Bij een productie per order is er steeds een productieplanning die voorafgaat, de marginale kosten om de gewijzigde heffing mee in beschouwing te nemen zijn klein. Een snelle reactie kan verwacht worden.
 
Geconcludeerd kan worden dat de Vlaamse afvalverbrandingsheffing slechts één van haar doelen bereikt voor industrieel kunststofafval. Kunststofafval wordt niet duurzamer verwerkt maar de heffing zet bedrijven wel aan hun kunststofafval te verminderen. Vanuit beleidsstandpunt zou men kunnen argumenteren om verschillende bedrijven een verschillende heffing aan te rekenen. Zo zou een hogere heffing voor bedrijven die massaproducten produceren er waarschijnlijk toe leiden dat die sneller hun afval verminderen. Vanuit mileueconomisch standpunt is er een voorkeur voor een heffing gelijk aan de externe kosten die voortvloeien uit het verbrandingsprocess. Bedrijven die minder sterk reageren op een heffingswijziging zouden wel op andere manieren extra aangemoedigd kunnen worden om sneller te reageren. 


Voor meer informatie kan u contact opnemen met Loïc De Weerdt (Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.) of de volgende publicatie doornemen: De Weerdt, L., De Jaeger, S., Compernolle, T., & Van Passel, S. (2022). How an incineration tax changes waste management practices among firms. Resources, Conservation and Recycling, 180, 106172.

Ga direct naar alle artikelen over:

nME icon overheid groot 3d4

Overheid

nME icon bedrijfsleven2 groot

Bedrijfsleven

nME icon onderzoek groot

Onderzoek

nME icon opinie2 groot

Opinie en debat