Deze website gebruikt analytische cookies om inzicht te krijgen in de populariteit van de aangeboden artikelen (webstatistieken). Persoonlijke gegevens van bezoekers worden niet vastgelegd.

Sinds eind 2021 zijn de energieprijzen sterk toegenomen. De oorlog in Oekraïne zet de gasmarkt verder onder druk, met een nog verdere stijging van de energieprijzen als gevolg. CE Delft heeft – in opdracht van Eneco - een verkenning gedaan naar zes mogelijke maatregelen waarmee het Rijk huishoudens financieel kan compenseren voor de gestegen energiekosten. Uit de verkenning blijkt dat beperkte uitvoeringscapaciteit bij onder andere de Belastingdienst en gemeenten ertoe kan leiden dat compensatie niet altijd terecht komt bij de huishoudens die hier de meeste baat bij hebben, waardoor de doelmatigheid onder druk komt te staan.

Zes mogelijke maatregelen

In de verkenning stonden zes mogelijke compensatiemaatregelen centraal:

1. Energietoeslag voor huishoudens met een laag inkomen
2. Energietoeslag gekoppeld aan zorgtoeslag (inkomensafhankelijk)
3. Generieke verhoging teruggave energiebelasting (alle huishoudens)
4. Verhoging teruggave energiebelasting (huishoudens met een laag inkomen)
5. Sociaal energietarief
6. Budget/voucher voor energiekosten

Generieke maatregelen impliceren ondoelmatige inzet van overheidsgeld

De kosten voor het Rijk (en daarmee voor de belastingbetaler) lopen hoog op als financiële compensatie niet gericht op bepaalde inkomensgroepen wordt ingezet. Dit jaar heeft het Rijk het vaste bedrag dat alle huishoudens op de energierekening terugkrijgen (de teruggave energiebelasting), voor alle huishoudens verhoogd. Deze maatregel is weliswaar zeer gemakkelijk uitvoerbaar, maar niet doelmatig doordat ook huishoudens worden gecompenseerd die dit niet nodig hebben.

Sociaal tarief: meest gerichte maatregel

In België wordt het sociaal tarief al toegepast. Dit is een gereduceerd energietarief voor huishoudens met een laag inkomen. Deze maatregel is specifiek gericht op de huishoudens die het meeste risico lopen om hun energierekening bij stijgende prijzen niet meer te kunnen betalen, namelijk huishoudens met een laag inkomen en een hoog energiegebruik. Het introduceren van een sociaal tarief vereist echter veel extra inspanningen bij energieleveranciers voor het opzetten van een nieuw systeem en bij de Belastingdienst voor de inkomenstoets. Een ander nadeel van deze maatregel - en andere maatregelen die met een harde inkomensgrens werken – is het risico op een ‘armoedeval’. Van een armoedeval is sprake als mensen er in inkomen op achteruitgaan wanneer zij bijvoorbeeld vanuit een uitkeringssituatie gaan werken en inkomensafhankelijke voorzieningen verliezen of zelfs toeslagen en voorzieningen moeten terugbetalen.

Energietoeslag zet uitvoeringslast bij gemeenten verder onder druk

Het Rijk heeft dit jaar de energietoeslag geïntroduceerd om huishoudens te compenseren voor de sterk gestegen energiekosten. Deze is gericht op huishoudens met een laag inkomen (tot 120% van het sociaal minimum). Huishoudens met een uitkering zijn al in beeld bij gemeenten. Andere groepen moeten de toeslag echter zelf aanvragen, zoals werkenden en zelfstandigen met een minimuminkomen en AOW’ers zonder aanvullend pensioen. Hierdoor lopen veel huishoudens compensatie mis en is er voor het beoordelen van individuele aanvragen veel uitvoeringscapaciteit nodig bij gemeenten, terwijl de uitvoeringslast bij gemeenten al groot is.

Gecombineerde zorg- en energietoeslag: uitvoerbaar én doelmatig?

Een van de mogelijke compensatiemaatregelen die in de verkenning zijn bekeken, is een gecombineerde zorg- en energietoeslag. Dit houdt in dat huishoudens die nu al recht hebben op zorgtoeslag, ook een energietoeslag ontvangen. Deze maatregel kent verschillende voordelen:
- Ook huishoudens met een middeninkomen ontvangen compensatie
- Er is geen sprake van ‘alles of niets’: de compensatie wordt geleidelijk afgebouwd naarmate het inkomen toeneemt. Hierdoor wordt de armoedeval beperkt.
- Er hoeft geen aanvullende inkomenstoets te worden gedaan, wat de uitvoerbaarheid ten goede komt.

Keuze van het kabinet: prijsplafond

Sinds de publicatie van de verkenning heeft het kabinet verschillende maatregelen aangekondigd, waaronder een verlenging van de energietoeslag, een noodfonds en een prijsplafond voor energiegebruik tot een verbruik van 1.200 kubieke meter gas en 2.900 kilowattuur elektriciteit. Het aangekondigde prijsplafond maakt geen onderscheid op basis van inkomen, waardoor het simpeler uitvoerbaar is. Echter komt het prijsplafond ook ten goede van huishoudens met hogere inkomens, en is daardoor minder doelmatig. Bovendien heeft een deel van de huishoudens met lagere inkomens een hoog energiegebruik (bijvoorbeeld vanwege een tochtige woning of groot gezin), waarvoor het prijsplafond maar beperkt verlichting biedt.

Verduurzaming als structurele bijdrage voor betaalbaar houden energierekening

De maatregelen uit de verkenning van CE Delft zijn gericht op financiële compensatie en werken enkel zolang de financiële ondersteuning duurt. Als de energieprijzen hoog blijven en het Rijk deze wil blijven compenseren, betekent dit een jaarlijks terugkerende kostenpost. Ondersteuning in de vorm van verduurzamingsmaatregelen is dus ook een kansrijke oplossingsrichting voor huishoudens met een hoog energiegebruik, en bovendien nodig voor de energietransitie. Op de lange termijn is verduurzaming ook nodig voor een doelmatige besteding van overheidsgeld omdat het leidt tot structurele, blijvende energiebesparing.


Meer informatie bij Pien van Berkel, Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.. Publicatie is te downloaden via: https://ce.nl/publicaties/compensatie-van-huishoudens-voor-hoge-energieprijzen/