Deze website gebruikt analytische cookies om inzicht te krijgen in de populariteit van de aangeboden artikelen (webstatistieken). Persoonlijke gegevens van bezoekers worden niet vastgelegd.

Landbouw is één van de sectoren die het meeste lijdt onder klimaatverandering en de extreme weersomstandigheden die daarmee gepaard gaan. Uit recent onderzoek blijkt echter dat de Europese landbouwsector minder gevoelig is voor hittegolven dan voor geleidelijk toenemende temperaturen.

Bij het begrip klimaatverandering wordt er meteen gedacht aan de opwarming van de aarde, oftewel een geleidelijke toename van de temperatuur. Een belangrijk onderdeel van klimaatverandering bestaat echter uit een toename in het aantal extreme weersomstandigheden en de ernst ervan. Zo zou bijvoorbeeld het aantal hittegolven toenemen ten gevolge van klimaatverandering. Meerdere studies hebben reeds aangetoond dat de landbouwsector zeer gevoelig is voor stijgende temperaturen, maar onderzoek naar de economische impact van hittegolven op de landbouwsector is beperkt. Desondanks beweren sommige onderzoekers dat de landbouwsector meer zal afzien van extreem weer dan van gemiddelde temperatuurstijgingen. In een recente studie door de Universiteit Antwerpen wordt de impact van hittegolven vergeleken met de impact van geleidelijk stijgende temperaturen.

Een hittegolf wordt hier gedefinieerd als een periode van drie of meer dagen in de zomerperiode waarin de maximumtemperatuur hoger is dan normaal (d.w.z. hoger dan het 90ste percentiel over de voorbije 30 jaar). Het aantal hittegolfdagen in een jaar is dus afhankelijk van het ‘normale’ klimaat, wat sterk verschilt per regio. Doordat er rekening wordt gehouden met deze relatieve grenswaarde is de kans op een hittegolf dus theoretisch even groot in een koud (vb. Schotland) als in een warm gebied (vb. zuid Spanje). Figuur 1 toont het gemiddeld aantal hittegolfdagen over de periode 2012-2016 in Europa, dit blijkt het hoogst in Italië en Oost-Europa.

 

Figuur 1: Gemiddeld aantal hittegolfdagen per jaar in de periode 2012-2016

Aan de hand van een Ricardian model — een cross-sectioneel hedonisch regressiemodel — schat de studie wat de impact is van temperatuur, regenval én hittegolven op landbouwproductiviteit, rekening houdend met enkele controlevariabelen zoals de bodemkwaliteit. Het grote voordeel van deze methode is dat ze er rekening mee houdt dat landbouwers zich aanpassen aan het klimaat waarin ze zich bevinden. De afhankelijke variabele in dit model is de waarde van landbouwgrond per hectare. Deze variabele stelt de landbouwproductiviteit voor: er wordt verondersteld dat de grondwaarde een weerspiegeling is van alle netto-inkomsten die in de toekomst van deze grond verkregen kunnen worden. Er wordt bijgevolg gekeken naar de invloed van klimaat en hittegolven op de grondwaarden.

Omdat in koudere gebieden de grenswaarde voor een hittegolf lager ligt dan in warme gebieden, geldt ook dat de impact van hittegolven verschillend is per regio. Er wordt dus een onderscheid gemaakt tussen koude en warme gebieden. Wat blijkt? Volgens deze studie stijgt de landbouwproductiviteit met een toenemend aantal hittegolfdagen in koude gebieden maar daalt de productiviteit in warme gebieden. In vergelijking met geleidelijk stijgende temperaturen is de impact van het gemiddeld aantal hittegolfdagen per jaar eerder beperkt. Op de kaarten in figuur 2 zie je hoe grondwaarden zouden veranderen (in %) ten gevolge van een stijging van de temperatuur met 1,8°C (boven) of 3,7°C (onder). Volgens het IPCC zou de temperatuurstoename tegen 2100 binnen deze range vallen. Links zie je de verandering bij een ongewijzigd aantal hittegolfdagen en rechts + 10 dagen per jaar. In het meest extreme scenario (+ 3,7°C en + 10 hittegolfdagen) zien we ernstige gevolgen voor Zuid- en Oost-Europa. Omdat hittegolven per definitie warmer moeten zijn dan normaal, stijgen de grenswaarden mee met gemiddelde temperaturen. Onder deze veronderstelling is de kans op een stijgend aantal hittegolfdagen klein. 

 

Figuur 2: Verandering in de landbouwgrondwaarden (in %) ten gevolge van een stijging in temperatuur en aantal hittegolfdagen (=HWF).


Deze studie kan dus niet bevestigen dat de Europese landbouwsector meer zal afzien van extreem weer—hittegolven in het bijzonder—dan van gemiddelde temperatuurstijgingen. De studie is wel onderhevig aan enkele beperkingen waardoor de resultaten met voorzichtigheid moeten worden geïnterpreteerd. Voor een uitgebreide beschrijving van de data, methodologie en beperkingen kan de lezer zich wenden tot het volledige artikel gepubliceerd in Climatic Change


Wil je meer weten, contacteer dan Charlotte Fabri (Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.) en je kan het volledige artikel hier terugvinden.